De schaduw van de ideeën (De Umbris Idearum … The Acousmatic Memory Palace) is de titel van een van de stukken die elektronica-duo Mouse on Mars speelt met Ensemble Musikfabrik. De schaduwen schieten inderdaad tegen de schrootjes van het Muziekgebouw aan. Ideeën echter, hebben zich nog niet gevormd. Aanzetten daartoe daveren loos door de ruimte.
Transporteren naar elders
Akoesmatische muziek zouden ze spelen. Dat betekent: klanken die loszingen van hun bron en die vervreemding in tijd en ruimte kunnen oproepen. Geluiden ook die je kunt inzetten om de luisteraar te transporteren naar een andere plek in een nieuw verhaal. Schoolvoorbeelden liggen in het muzikale geheugen gegrift met dank aan pionierswerk dat bij de GRM in Parijs werd verricht. Denk daarbij aan: Luc Ferrari of Bernard Parmegiani. Tegenwoordig kan ook bijvoorbeeld Main puik uit de voeten met het akoesmatische idioom.
Gimmick
Dat stukje sonologisch college hebben de heren van Mouse on Mars blijkbaar niet wakker meegemaakt. Hun litanie aan versnipperde beginnetjes vormt nog niet de opmaat naar een narratief. Dat blijkt fnuikend. De percussierobots die felle aanslagen spelen (die begeleid worden door op de muziek reagerende lichtflitsen) kunnen ongetwijfeld meer dan een menselijke variant. Ze worden echter alleen braafjes ingezet voor fluxe tikken. Daarmee reduceer je de high-tech tot gimmick.
Omhelzing
Letterlijk van het donker naar licht spelen heeft tegenwoordig nauwelijks nog originaliteit en mystiek is het geheel ook al niet. Je kijkt toch naar frontaal concert-toneel. En zo klinkt het ook; in glorieuze stereo op straf volume. Akoesmatische muziek vraagt nu juist om een omhelzing. Rondom hoeft niet eens per se, maar in ieder geval niet hoog en van op afstand.
Ideeënarmoede
De grote verhalende lijn wil dus nooit ontstaan en als losse elementen blijken de frases (die vaag doen denken aan samples van flarden uit Stockhausens Kontakte) ook niet te willen reiken naar poëtische zeggingskracht. Epigrammen lijken het wel, die elk op hun beurt het vorige grafschrift betreuren. Op en af gaat het door de slagschaduwwereld van ideeënarmoede. Maar het kan erger.
Gladgetrokken
Na de pauze mag André de Ridder voor Ensemble Musikfabrik plaatsnemen. Wederom met Mouse on Mars aan de elektronica (maar zonder de robots) spelen zij een zegetocht voor de botoxmuzak. Anders is de dichtgesmeerde oeverloze notenbrij niet te noemen. Dynamiek ontbreekt. Dat is ook niet zo heel lastig te begrijpen. De Ridder laat zijn orkest immers forte spelen waar piano gevraagd is. Overal. Steeds. Nuance is ver te zoeken. Elke rimpeling is gladgetrokken. En zo dat nog niet zo was, dan wordt daarvoor alsnog snel gezorgd.
Vol open
Vele stijlen zitten in Paeanumnion verwerkt. Van volksmuziekdeuntjes tot calypso en schmierende romanti-kitsch waarvoor James Horner zich nog zou schamen. Soms zweept de ritmiek swingend op richting Dixieland of hoempa. Op andere momenten lijkt het disco op een Beierse kleuterschool. Alles vol open. Steevast zonder oor voor detail of enige ademruimte voor frasering of textuur. Inhaken = meemaken: met z’n allen, met z’n â-hû-lûh…
Tekenend
Treurig moment is dan ook wanneer de strijkstokken een zwiepende beweging maken die je niet hoort. Die moet vocaal begeleid worden door de ensembleleden. Dat is natuurlijk te uitleggerig. Tekenend is ook dat De Ridder zo’n tien minuten voor het einde van het stuk nog moet vragen of zijn monitorspeaker (nota bene!) harder mag. Dan pas. Wat heeft hij dan in het halfuur daarvoor van de elektronica en zijn ensemble gehoord?
Regie?
Veel ideetjes die geen eenheid willen worden en een overdaad aan (volumineus) geluid an sich maken geen enerverend muzikaal betoog. Sterker: wat Mouse on Mars en Ensemble Musikfabrik presenteren is vervelend. Hier ontbreekt namelijk alle regie. De stukken duren in deze vorm veel te lang. Ze missen samenbindende koers, richting en doel. En een eventuele pointe wordt zolang uitgesteld, totdat die kwijtgespeeld is en er niet meer toe doet. Dan leverde de tweede helft van de Champions League-finale meer vertier op.
Dreunen
Ensemble Musikfabrik stelt zich naar eigen zeggen ten doel muziek te creëren die er nog niet is. Dat mag een zeer lovenswaardig vooruitstrevend motto heten. Alleen: het is maar helemaal de vraag of het zo erg was wanneer deze stukken – op deze manier – ongemaakt waren gebleven. Nu blijft er na afloop weinig meer over dat beklijft dan piepende oren na heel veel dreunen op even zoveel heel holle vaten.