‘Ik zou het wel fijn vinden om een personeelsmanager in dienst te hebben, maar ja, wel heel zonde.’ Dixit de directeur van een middelgrote kunstinstelling. Net als in de rest van het Nederlandse MKB is in de kunstsector personeelsbeleid, of HR-beleid, iets wat er hoogstens bij gedaan wordt. Wie het wel eens verkeerd getroffen heeft, kan er mooie verhalen over vertellen.
Hoe je omgaat met die kostenpost van 60% die zo nu en dan wat terug zegt als je als manager wat voor elkaar wilt krijgen in de kunst? Best lastig. Het is voor het eerst allemaal onderzocht. Vrijdag 30 juni kwam het Sociaal Fonds Podiumkunsten met een eerste sectorbreed onderzoek naar de HR-situatie in de kunstsector. Algemene conclusie: we rotzooien maar wat aan met zijn allen, personeelsbeleidtechnisch gesproken. Al wijzen de algemene cijfers niet op een al te grote afwijking met de rest van het MKB in Nederland.
Familie
Het liefst zou iedere baas vriendjes willen zijn met het personeel, of liever nog: familietje spelen. Goed voorbeeld uit het onderzoek is een opmerking van een zakelijk leider van een poppodium: ‘Bij mij op de vloer wordt iemand die gewoon 30 uur werkt en ‘that’s it’ gezien als lui. Er wordt 300% verwacht. Terwijl deze persoon eigenlijk gelijk had. Hij deed zijn werk ontzettend goed. Maar hij paste niet in die familiestructuur. Dat heeft me aan het denken gezet: ik moet daar meer op gaan letten. Mensen zijn je grootste kapitaal.’
Hart voor de zaak, niet zeuren en doorgaan tot je er dood bij neervalt: iedereen in het MKB doet dat, dus zo bijzonder is het allemaal niet. Daarmee zou je het onderzoek al snel daar kunnen laten liggen waar dat soort onderzoeken meestal terecht komen: de la. En dat zou jammer zijn. Niet alleen van het vele werk dat de onderzoekers erin hebben gestoken, maar ook van de dingen die het heeft opgeleverd. Bij het lezen van het rapport moet je dan alleen wel selectief te werk gaan. Ik zal uitleggen waarom dat in dit geval moet.
Bibliotheken vreemde eend
De Cultuursector is nogal breed en gevarieerd. Hij is ook nog eens niet erg groot – zeker sinds PVV en VVD 25 tot 35 procent ervan verwijderd hebben. Lastiger is nog dat bibliotheken en erfgoedinstellingen (musea en archieven) er ook onder vallen. Zeker als het gaat om human-resourcesbeleid verschillen die twee nogal van de meer herkenbare cultuurdingen als podiumkunsten en beeldende kunst. Dat blijkt ook uit de cijfers.
In de bibliotheek- en erfgoedsector is de boel vaak wat meer ambtelijk georganiseerd. Daar is vaker een plekje gereserveerd voor een aparte HR-medewerker, zijn er bovendien meer vaste contracten en behoren dingen als beoordelingsgesprekken meer tot het standaardpakket. Bij de podiumkunsten is dat anders. Het is helemaal naadje in de Beeldende kunstsector. Niet toevallig omdat de twee laatstgenoemde sectoren ook het hardst getroffen zijn door de bezuinigingen.
Heel zonde
Ook zonder bezuinigingen zijn personeelsbeleid, scholing, duurzame inzetbaarheid en dat soort HR-dingen niet erg populair bij actieve kunstenaars en hun vaak kleine organisaties. Zo verklaarde een zakelijk leider van een middelgroot toneelgezelschap: ‘We blazen onszelf als een ballon op en uit, afhankelijk van de projecten die we doen. Na een fusie moesten we sterk reorganiseren en bezuinigen (1 miljoen). We hebben moeten kiezen hoe we het gaan doen: parttimers. Zoveel mogelijk mensen aanhouden maar op kleinere contracten. Maar heel vaak doe je toch een groter beroep op die mensen. We vragen flexibiliteit, wanneer overvraag je hen? Ik zou het wel fijn vinden om een personeelsmanager in dienst te hebben, maar ja, wel heel zonde.’
Lastig is ook dat veel instellingen steeds maar voor twee jaar zekerheid hebben over hun voortbestaan. De subsidierondes schrijven dat voor. probeer dan maar eens duurzaam personeelsbeleid te voeren. Bijvoorbeeld door mee te doen aan de trend dat meer mensen in loondienst moeten. Dat vertelt een zakelijk leider van een orkest: ‘Ik zie nu een knelpunt komen op het gebied van werken met freelancers en het verdwijnen van de VAR. Je moet sneller mensen in dienst nemen, bijvoorbeeld een producent, educator of workshopleider. En dan kom je in de knoei met die 2 jaar. Ze vormen uiteindelijk geen basis van je bedrijfsvoering.’
Job rotation
Natuurlijk is het niet allemaal kommer en kwel. Werken in de kunsten is vooral leuk. Maar dat is ook een druk: je ligt er snel uit als je het niet leuk vindt en niet voor driehonderd procent inzet. En dan kun je ook slecht wegkomen. Soms voelen mensen zich dus gevangen in hun fantastische baan. Rondkijken is lastig in kleine clubs waarin iedereen al een specialisatie heeft. Daarvoor zijn oplossingen, zo klinkt het uit het onderzoek: ‘Rotatie kan niet in elke organisatie. Maar ik zou ervoor pleiten om voor de sector een jobrotation systeem te maken.’
Maar de kunstwereld zou de kunstwereld niet zijn als er ook aan onorthodixe oplossingen wordt gedacht: ‘Mensen gezamenlijk in dienst nemen. Met z’n drieën iemand in loondienst nemen en onderling uitlenen. Wij hebben de neiging ons aan de wet te houden, naar de letter van de wet leven en dit leidt dus toch tot meer mensen in vaste dienst.’
Trappers
De leukste oplossing voor kantoor? Fietsen. Zeker voor bibliotheken kan dat helpen om wat dynamiek in de organisatie te brengen: ‘We hebben een kleine 40 mensen op kantoor en die zitten de hele dag. Ik wil het fietsbureau introduceren. Nu aanleiding gevonden bij medewerker met zwakke rug. Die heeft een fietsbureau gekregen en iedereen is heel enthousiast. De setting op kantoor is ook een aandachtspunt.’
Heb je zelf mooie oplossingen voor beter personeelsbeleid? Deel ze in de comments!