Vorige maand onderzocht RTL hoe slecht het ging met de bibliotheken in Nederland. In een artikel op deze site werd vervolgens duidelijk gemaakt dat schrijvers daar meer dan nodig slachtoffer van zijn. Door het verplaatsen van bibliotheekcollecties naar scholen zouden Bibliotheken namelijk ontkomen aan de verplichting om een vergoeding af te dragen (het zogenaamde ‘leenrecht’).
Dat vroeg natuurlijk om een reactie van de bibliotheken zelf. Die kwam er ook. We nemen deze inzending van de vereniging van openbare bibliotheken integraal mee.
“De rol van de bibliotheek in onze samenleving is sterk aan het veranderen omdat de samenleving verandert. Steeds vaker wordt de bibliotheek gebruikt om op andere manieren aan informatie te komen. Kennis- en informatieoverdracht verloopt veel vaker via activiteiten en bijeenkomsten. Zo organiseerden de openbare bibliotheken vorig jaar meer dan 80.000 activiteiten en bijeenkomsten over tal van onderwerpen. Bezoek aan de bibliotheek neemt toe in tijd en wordt steeds vaker digitaal. De digitalisering heeft ook grote invloed. Het lenen en lezen van papieren boeken loopt al jaren gestaag terug. Het SCP Tijdsbestedingsonderzoek laat zien dat tussen 2006 en 2011 het lezen van gedrukte media van 3,9 uur per week terugliep naar 2,6 uur per week. In het onderzoeksrapport van Ecorys/IViR is de periode 2006-2015 onderzocht. Uitleningen daalden in die periode van 125 naar 80 miljoen. Een afname van 36%. Voor volwassenen was dat 44%, bij jeugd was de daling 31%. Deze ontwikkeling past bij de huidige tijd. Er zijn door de jaren heen talloze mogelijkheden bijgekomen die invloed hebben op de wijze waarop mensen hun vrije tijd invullen of informatie tot zich nemen.
Het afnemen van het aantal uitleningen bleef uiteraard niet zonder gevolgen voor de leenvergoeding, die daalde nominaal met 24,5 %, van circa €17 mln in 2000 tot €11,6 mln in 2015. In dezelfde periode werd een juridisch geschil over leenvergoedingen voor verlengingen uitgeprocedeerd tot aan de Hoge Raad. Dat leidde eveneens tot een neergang in de totale leenrechtafdracht. Door indexering van het tarief bleef de daling beperkt.
In 6 jaar tijd werd een leesbevorderingsprogramma via het concept “De Bibliotheek op School”[1] ontwikkeld en bij inmiddels de helft van de PO scholen (ca. 3000) ingevoerd. Een prestatie van formaat, want de uitrol van het programma is niet gefinancierd door het ministerie van OCW. Bibliotheken hebben dit samen met het onderwijs en de gemeenten zelf mogelijk gemaakt.
Het programma “De Bibliotheek op School” kent geen blauwdruk voor implementatie. Er is sprake van lokaal maatwerk en de modellen in de praktijk zijn dan ook zeer gevarieerd. Bovenal is het onderwijs vrijgesteld van de afdracht van leenrecht als de boeken op school gelezen worden. In het rapport van Ecorys en IViR wordt becijferd hoeveel uitleningen via de Bibliotheek op school zijn verricht waar een leenvergoeding op van toepassing zou zijn. Per jaar gaat het om 1,125 miljoen uitleningen. Daarnaast laat het rapport ook zien dat er leenvergoeding wordt afgedragen als dat niet verschuldigd is.
De Vereniging van Openbare Bibliotheken begrijpt dat uitgevers, auteurs en andere rechthebbenden niet gelukkig zijn met de daling van de leenrechtvergoeding. Ook de bibliotheken zijn getroffen door teruglopende uitleningen, krimp en bezuiniging. Het aantal bibliotheekvestigingen loopt terug evenals de personeelsformatie (40% tussen 2004 en 2015). Dat neemt niet weg dat de openbare bibliotheken leesbevordering & leesplezier voor kinderen en volwassenen goede redenen vinden om auteurs en andere rechthebbenden een goed inkomen te gunnen.
Een goede en florerende boekenmarkt en een bevolking die leesvaardig is, is een algemeen belang. De openbare bibliotheken hebben daarvoor een divers en kwalitatief hoogstaand aanbod van boeken nodig. Bibliotheken betalen de leenrechtvergoeding graag omdat het hen in staat stelt boeken in hun collecties op te nemen en beschikbaar te maken voor het grote publiek.”