Bij wijze van intro speelde de slagwerker van orkest de ereprijs een cadens van luchtslagen. Toen hij onverwacht een snoeiharde mep op zijn snaredrum gaf, schrok iedereen zich een hoedje. Zo, met Bewegung ohne Bewegung voor cello en ensemble van Jan van de Putte, opende het jubileumconcert van het ensemble dat in 1979 door Wim Boerman werd opgericht.
Vorig jaar kreeg fluitist/dirigent Wim Boerman de Theo Bruins Prijs voor zijn niet aflatende inzet voor talentontwikkeling en educatie betreffende moderne muziek. In 1979 stichtte hij samen met medemuzikanten orkest de ereprijs in Arnhem. Het ensemble viert nu zijn 40-jarig bestaan met vier premières, voor elk decennium één, gecomponeerd door Martijn Padding, Jan van de Putte, Kate Moore en Wilbert Bulsink.
Volharding
De ereprijs was het eerste ensemble voor moderne muziek in het Oosten des lands. In 1992 verhuisde het naar Apeldoorn en inmiddels heeft het zijn vleugels ook (inter)nationaal uitgeslagen. Het orkest begon als collectief van 15 musici, dat met zijn bezetting van 11 blazers, elektrische gitaar, basgitaar, piano en slagwerk qua klank enigszins aanhaakte bij Orkest de Volharding.
Net als zijn Amsterdamse evenknie verzorgde de ereprijs aanvankelijk vooral optredens op bijzondere (buiten)locaties, met speciaal voor deze bezetting gecomponeerde stukken. Toen de composities complexer werden, ging men werken met dirigenten en gaandeweg verruilde Wim Boerman steeds vaker zijn fluit voor de baton.
Uiteindelijk werd Boerman aangesteld als artistiek leider en dirigent. In 2005 kreeg hij van de Poolse en Russische Bond van Componisten een oeuvreprijs voor al zijn werk en inspanningen. Eind 2020 stopt hij als vaste dirigent, er wordt nog gezocht naar een opvolger.
Ruim 100 speciaal gecomponeerde stukken per jaar.
In de afgelopen vier decennia bouwde het collectief een indrukwekkend repertoire op van ruim 400 speciaal voor hen geschreven stukken. In 1995 werd de Young Composers Meeting in het leven geroepen, die componisten onder 30 jaar de kans geeft een week lang samen met de musici te werken aan een nieuwe compositie. Dit alles onder de hoede van zulke uiteenlopende ‘senior composers’ als Louis Andriessen, Hanna Kulenty, Alvin Curran en Julia Wolfe.
Onder de laureaten bevinden zich inmiddels bekende namen als Anna Meredith, Maja Ratke, Dmitri Kourliandski en Kate Moore, die De Reiger componeerde voor de driedelige jubileumserie. De concerten vonden plaats in het Orgelpark in Amsterdam (16 november) en Musis Sacrum Arnhem (20 november); het slotconcert was op zondag 1 december in theater De Gigant in standplaats Apeldoorn.
Robotcellist.
De openingscompositie, met die luchtslagen en snaredrum, was een passend begin. Grappig was daarna de opkomst van soliste Katarina Gross, die de gebaren van de slagwerker mimede met haar strijkstok, om vervolgens als een robot met staccatostapjes naar haar instrument te lopen.
Gross trok haar stok in gedecideerde, korte halen over de snaren, tegelijkertijd amechtige zuchten slakend. Gaandeweg speelde ze uitgebreidere motieven, eindigend in een cadens van steeds hogere, loepzuiver gespeelde kleine intervallen, ingebed in aangehouden tonen van het ensemble. De titel is raak getroffen: er gebeurt van alles, maar toch ademt het geheel een bewegingloze sfeer.
‘Onhoorbaar’ clavichord.
Padding – jarenlang als ‘senior composer’ betrokken bij de Young Composers Meeting – componeerde het tegendraadse concert This is a loud world voor clavichord en ensemble. Boerman vertelde het publiek smeuïg over de schiere onhoorbaarheid van dit lievelingsinstrument van Bach. Vanwege zijn zachte klank bleek het noodzakelijk de overige musici te hullen in plastic, om aldus hun geluidsniveau te dempen.
Het zag er sprookjesachtig uit en het stuk opende met aanstekelijke kraakgeluidjes en geblaas op met water gevulde flesjes. Toetsenist Dirk Luijmes toonde zich een droogkomische solist, die als een Jerry Lee Lewis van de eigentijdse muziek zijn vingers wild over de toetsen haalde en het instrument zelfs wist te ‘laten rocken’, zoals De Volkskrant naar aanleiding van de wereldpremière noteerde.
‘Onkruid vergaat niet’.
Kate Moore presenteerde in De Reiger een klankveld van lang aangehouden, aan- en afzwellende tonen die weliswaar fraai zinderende boventonen genereerden maar de aandacht niet tot het einde toe wisten vast te houden. Wilbert Bulsink schreef het aansprekende Struikelgevaar, waarin draaiorgel the Busy Drone met schurende clusters het ensemble leek te willen ontregelen. Aangezien dit instrument in het Orgelpark in Amsterdam is gehuisvest, klonk het in De Gigant van band.
Na afloop van het concert was er een borrel met een fraai nawoord van bestuursvoorzitter Dingeman Kuilman. Hij merkte op dat ‘ereprijs’ in de plantenwereld geldt als onkruid en besloot na een uitgebreide laudatio op Boerman en zijn musici gevat met de woorden: ‘Onkruid vergaat niet.’
Hierna kondigde de vertrekkend artistiek leider zelf zijn opvolger aan: de Grieks-Nederlandse componist Aspasia Nasopoulou. Zij gaat in de toekomst nog meer inzetten op samenwerkingsverbanden met musici uit andere culturen.
Op naar de volgende veertig jaar dus!