In de tijd dat Europa nog een losse verzameling stadstaatjes en hertogdommen was, waar groepjes mannen bij gebrek aan voetbal enkele keren per jaar op rooftocht gingen om huizen te verbranden en vrouwen te verkrachten, ontstond in de moerasgronden van de Rijndelta een taal. Dat weten we omdat er in die taal toneelstukken werden geschreven, die tot het vroegst bewaarde theaterbewijs ter wereld horen. Iets waar de huidige sprekers van die taal, het Nederlands, bitter weinig van weten. Goed dus dat Theatergroep Aluin de Nederlandse toneelgeschiedenis onder het stof vandaan haalt.
Aluin, dat is het gezelschap rond makers Erik Snel en Victorine Plante, een duo dat al jaren bezig is met onverwachte bewerkingen van onverwachte stukken voor een onverwacht publiek. Het huisgezelschap van het Utrechtse Theater Kikker is groot geworden door klein te blijven. Nu, met De Hollanders, zetten ze een nieuwe stap op hun tocht door wat vroeger de Vaderlandsche Geschiedenis heette. En het is een heel fijne theatergebeurtenis.
Een stevig vooroordeel.
Elckerlyc, Mariken, De Abele Spelen, Vondel, Bredero, Foquenbroch: niet bepaald ‘household names’ om het maar eens in goed Nederlands te zeggen. Zelden op het hedendaagse toneel te zien, en dat ligt toch ook een beetje aan ons zelf. Ik heb daar in 1990 nog een groot onderzoek naar gedaan, en moest – met collega Dan Rapaport – constateren dat er een stevig vooroordeel leefde onder onze toneelmakers over de kwaliteit van onze eigen toneelwerken.
Nu zijn er allerlei redenen voor te geven: de Nederlandse taal veroudert sneller dan het Engels of Frans, en ons religieus verleden zorgt ervoor dat werken door de geschiedenis heen regelmatig in de ban worden gedaan. 17e eeuwse gereformeerden vonden bijvoorbeeld Vondel te Rooms, de katholieken achtten Mariken van Nimwegen te zondig. Hedendaagse theatermakers vinden dat hele toneelverleden dan weer te vroom en moralistisch.
Frisse spoed
Dat was allemaal vóór Game of Thrones, en nu ga je dus al die stukken eens opnieuw bekijken en zie je een best wel rijke traditie van niet eens zulke beroerde verhalen. Centraal in de voorstelling van Aluin staat een medley van een paar bekende en vooral onbekende klassiekers die met een frisse spoed en veel relativering in ongeveer anderhalf uur aan het publiek voorbijtrekt. Vier acteurs, tientallen rollen, een paar rookwolken en engelenvleugels later weet je dat een stuk als Lanseloet van Denemarken eigenlijk gewoon een waanzinnig sterk verhaal is, met verraad, verkrachting, macht en lafheid. Lucifer, van Joost van den Vondel, heeft een paar prachtige beschrijvingen van veldslagen waar Lord of The Rings nog een puntje aan kan zuigen. De Min in ’t Lazarushuis is gewoon een erg slimme komedie.
De middag voor kerst in Theater Kikker had nog een andere, zeer aangename verrassing: twee jonge actrices die samen Toneelgroep Lam vormen, deden iets heel erg fijns met Gloriant, een van de vier overgeleverde Abele Spelen. Het liefdesverhaal over niet zo heldhaftige ridder en een iets te bronstige dame kreeg van deze frisse makers een whatsapp/Tinder-behandeling. Live chatten met een acteerstijl die erg past in wat we dan maar de Fleabag-aanpak zullen noemen. Losjes, beetje millennial, met een vette knipoog zonder de ernst te verliezen: dit was zo ontzettend leuk dat ze als ingehuurde support-act bijna het hoofdprogramma overschaduwden.
Cabaret.
Met alle normen, alle prekerigheid en de nadruk op taal die ook kleeft aan de Rederijkers, zeg maar de Frits Spitsgilden die onze middeleeuwse steden bevolkten, zou je kunnen zeggen dat in die middeleeuwen de wortels van het hedendaagse cabaret werden gelegd. Onze unieke nationale voorkeur voor een theatervorm die grotendeels bestaat uit grappen en moraal, en nergens anders bestaat. Het is mooi om op zo’n avond te zien dat er wel degelijk een lijn te trekken valt, al zal het helpen dat Victorine Plante zelf een verleden heeft in het cabaret. En natuurlijk is het altijd makkelijk om achteruitkijkend lijnen te ontdekken.
Dat het niet allemaal cabaretesk hoeft te zijn, bewijst Studio Figur namelijk met een prachtig kleinood van beeldend minitheater in een heel klein hokje op het marktplein dat Theatergroep Aluin van de Grote Zaal van Kikker heeft gemaakt. Ze doen iets met het Abel Spel Vanden winter ende vanden somer, over twee geliefden die elkaar steeds zoeken, maar altijd verliezen. Poëzie op de vierkante meter: prachtig.
Aluin heeft iets moois verricht met dit project dat een onterecht vergeten deel van onze geschiedenis belicht. Het is ook dapper dat ze dat doen in een tijd dat juist de geschiedenis van de Rijndelta steeds vaker het domein is van onfrisse lieden die een nationale, gristelijke en veelal blanke identiteit willen verbinden aan zoiets breekbaars als ons culturele verleden.