Is zwart-wit in de film aan een kleine comeback bezig? Je zou het bijna denken. Van het veelbekroonde Parasite verscheen een zwartwit-versie. Veel filmliefhebbers genoten inmiddels ook van het bizarre, maar indrukwekkende The Lighthouse, waarin zwart-wit helpt om het drama boven de realiteit uit te tillen.
Nu dan Bait. Door de Brit Mark Jenkin zelfs geschoten met een antieke Bolex 16mm camera, op gruizige zwartwitfilm waarbij krassen en andere beschadigingen niet zijn weggepoetst. Zo betoont hij niet alleen eer aan een verloren gegane manier van filmen, maar geeft hij dit drama rond een voormalig vissersdorp dat een toeristenbestemming is geworden een bijzondere lading.
Broeierige koppigheid
Onder de in de wacht gesleepte prijzen is onder meer de Britse BAFTA-Award voor beste debuut. Na de première vorig jaar op de Berlinale ontpopte Bait zich als een kleine festivalhit, maar bracht het in Nederland niet verder dan enkele incidentele vertoningen. Wie nieuwsgierig is geworden kan nu terecht bij Cineville. Bait is hier niet ondertiteld, maar dat zal geen groot bezwaar zijn. Ter versterking van de filmbeleving organiseert Cineville sinds kort ook wekelijks een zogenaamde Viewing Party. Film met live nagesprek met de maker. Dinsdagavond zien we dan wat de uit Cornwall afkomstige Jenkins over zijn tegelijkertijd actuele en tijdloze experiment Bait heeft te vertellen.
Bait speelt zich af aan de kust van Cornwall, waar Martin (Edward Rowe) met norse koppigheid probeert vol te houden dat hij een visser is. Een visser zonder boot. Die gebruikt zijn broer Steven (Giles King) namelijk om verveeld kijkende toeristen uit Londen te vermaken met korte tripjes van 30 minuten. Intussen repareert Martin de netten die hij vanaf de kust in het water gooit om een paar zeebaarzen of hopelijk kreeften te verschalken. Die hij voor woekerprijzen aan de nieuwkomers weet te slijten. ‘Boot’, staat er op het roestige blik waarin hij de biljetten van 10 pond en meer verzamelt. Zijn neef helpt hem graag. Toch is hij ook niet ongevoelig voor een meisje dat een van de huurders van Martins oude huis is.
Kracht van het beeld
Genoeg stof voor explosieve ontwikkelingen, maar minstens zo overtuigend is de suggestieve manier waarop Jenkin de onderhuidse spanning tussen die twee werelden neerzet. Veel close-ups, uiterst beknopte dialogen en beeldende parallelmontages waarin bijvoorbeeld wijnglazen contrasteren met vissenkoppen. Het helpt allemaal mee om een eigentijds thema rond traditie en opgedrongen verandering ook een universeel karakter te geven.
Het onderwerp is op het eerste gezicht een tamelijk voor de hand liggende vertegenwoordiger van het vertrouwde Britse sociaal realisme. Nostalgie lijkt een belangrijk trefwoord, dat zowel op het verhaal als op de filmstijl kan slaan. Maar al snel zien we dat Jenkin niets romantiseert, eerder de wrange kant laat zien. En de beelden en stijl mogen dan herinneringen aan de cinema van weleer oproepen, hij weet ook de kracht ervan doeltreffend toe te passen. Zodat Bait tegelijkertijd ouderwets en nieuw, klassiek en actueel voelt.
Het intrigerende is dat ook bij Jenkin de keuze voor een soms bijna primitief zwart-wit het realisme een soort verdieping geeft. Alsof je op een beklemmende manier de belevingswereld van de personages binnengetrokken wordt. Zwart-wit maakt het intenser. En of hij zich daarbij, zoals ik vermoed, door de grootmeesters van pakweg honderd jaar geleden heeft laten inspireren vernemen we hopelijk dinsdagavond.