Helemaal van nu, deze nieuwe cd van de Australische componist Liza Lim (1966) die onlangs verscheen op Kairos. Automatisch beluister je Extinction Events and Dawn Chorus in de context van de corona-pandemie. Zijn we op weg naar een totale ondergang?
De onheilspellende titel verwijst naar Lims bezorgdheid over de enorme hoeveelheden plastic die de oceanen verstikken. De vissen die dit in steeds kleinere deeltjes uiteenvallende afval eten worden met uitsterven bedreigd. – En uiteindelijk het leven op aarde zelf.
Het is slechts een van de vele plagen van onze tijd. De verwoestende bosbranden in Australië zijn nog maar nauwelijks onder controle; immense zwermen sprinkhanen verzwelgen de gewassen in Oost-Afrika; grote delen van de wereld zullen onderlopen door smeltende ijsbergen. Tegelijkertijd wordt zoet water steeds schaarser door opeenvolgende droogteperiodes. Nederland kampt nu al met een ernstig tekort aan regen. En het is amper half mei.
In haar toelichting bij Extincton Events en Dawn Chorus voor 12 muzikanten verwijst Lim naar de filosoof Timothy Morton. Ons onverzadigbare materialisme en consumentisme gaan ten koste van een bewoonbare planeet. Daarom moeten we ons begrip van natuur herijken. Morton bedacht de term ‘hyperobjecten’ voor fenomenen die zo groot zijn dat we ze alleen kunnen kennen door hun effecten, zoals klimaatverandering en massa-uitsterving. Lim schrijft hierover dat we opnieuw moeten nadenken over ‘wat is en wat telt als kennis’.
Plastic afval
Extincton Events and Dawn Chorus is met veertig minuten een van Lims meest substantiële instrumentale werken tot nu toe. In vijf delen presenteert zij een muzikaal equivalent van de rommel die in onze oceanen rondklotst. De resulterende maalstromen vertaalt zij naar loops (terugkerende patronen) en roterende motieven. Zij maakt hierbij veelvuldig gebruik van de spookachtige klank van de rommelpot of roertrom. Dit is een aardewerken vat bespannen met een vel waar een stok doorheen is gestoken. Als de speler die ronddraait, produceert de wrijving een kreunend geluid.
Lim trakteert ons op een heel eigen klankuniversum, met een staalkaart van ongebruikelijke speelwijzen. Glissandi, microtonen, plotselinge registerwisselingen, slap tongue (knallende toon van een rietinstrument), met veel lucht geproduceerde klanken en multiphonics (‘onzuivere’ meerklanken).
In het eerste deel, ‘Anthropogenic Debris’, creëren de opgenomen kreten van de uitgestorven Kauaua’i-vogel tegelijkertijd een sfeer van nostalgie en onheil. Het vierde deel ‘Transmission’ daarentegen is bijna vrolijk. In een duet tussen violist en percussionist probeert de laatste het muzikale materiaal van de eerste op een rudimentaire snarentrommel te ‘imiteren’.
In het afsluitende ‘Dawn Chorus’ schetst Lim een mysterieuze wereld vol sonore wervelingen van snorrebotten waartegen de blazers aarzelende, kazoo-achtige tonen plaatsen. De slagwerkers produceren rammelende en klikkende geluiden als van vallende stokjes. De trombone speelt korte lage tonen, de andere koperblazers vormen vanuit aangehouden akkoorden een koraal.
Het stuk eindigt met de onaardse klank van een met een lange plastic buis verlengde contrafagot. Als zijn toon onder onze gehoorgrens duikt, sterft de muziek weg in het niets. Zo verbeeldt Lim haast tastbaar het dreigende uitsterven van de koraalvissen die ’s morgens een ‘dageraadkoor’ zingen.
Inheemse tradities
Lim componeerde Axis Mundi in nauwe samenwerking met fagottist Alban Wesly van het Duitse ensemble Musikfabrik. De titel verwijst naar Yggdrasil, de kosmische boom van de Noorse mythologie die hemel en aarde met elkaar verbindt en naar de ‘wereldboom’ in het Siberische sjamanisme die fungeert als ladder tussen de onder-, midden- en bovenwereld. Het muzikale materiaal doorkruist onvermoeibaar alle registers in een veelheid van extended techniques. Van Flatterzunge tot multiphonics, glissandi en dubbeltonen. Lorelei Dowling van Klangforum Wien speelt haar virtuoze partij met bewonderenswaardige precisie.
Songs Found in Dream is geïnspireerd op de Aboriginal cultuur, waarin ‘songlines’ een belangrijke rol spelen. Lim nam hierbij het concept van ‘shimmer’ als uitgangspunt. Dit betreft een esthetisch-spiritueel principe waarbij patronen van geschilderde stippen de kracht van voorouderlijke geesten symboliseren. Lim vertaalde dit naar korte motieven die samenklonteren tot ingewikkelde, turbulente wervelingen.
Aangehouden klanken worden doorsneden met hoge kreten. Rommelpotten, regenstokken, rammelaars en houten drums herinneren aan Aboriginal percussie-instrumenten. Het stuk eindigt abrupt, misschien als waarschuwing dat ook de Aboriginal tradities op het punt staan voorgoed te verdwijnen.
Op deze cd adresseert Liza Lim belangrijke thema’s. Haar flair voor het creëren van ongehoorde klanken leidt tot verontrustende muziek. Deze kruipt onder je huid en stelt gewetensvragen. Klangforum Wien en de dirigenten Peter Rundel en Stefan Asbury zijn de ideale vertolkers van dit unieke klankuniversum.
Maar of wij Lims boodschap ter harte zullen nemen? Ik vrees het ergste, nu onze overheid het vliegverkeer met miljarden subsidieert en de kunsten laat bungelen. Terwijl het juist kunstenaars zijn als Lim die ons een andere richting kunnen wijzen.