Na een jaar gedwongen stilzitten trapte Julidans gisteren af onder het motto Never Stop Dancing. En dat doen de wonderlijke schepsels die Elenit bevolken, de openingsavond in handen van Euripides Laskaridis. Zijn Elenit is een universum met groteske en soms aandoenlijke personages die gegijzeld zijn door een enorme windmolen op het podium. Tegen wil en dank gaan ze door, of ze nou een been verliezen of belaagd worden door een dinosaurus op naaldhakken. Wat je er allemaal in wil zien, is aan de toeschouwer. Laskaridis houdt er niet van om te dicteren waar het over gaat, zijn gezelschap heet niet voor niets Osmosis: het gaat om de uitwisseling tussen publiek en theater.
Hoewel er genoeg te lachen valt – soms zelfs te veel – begint de voorstelling met een beeld dat zo uit de laatste Twin Peaks kan zijn geplukt: stroboscoop-licht, keihard geluid en een glimmende metalen plaat. Ik verwacht een heftig, geëngageerd vervolg maar blijk heel snel op het verkeerde been. Zeker, het is intens en het refereert ook wel aan de Griekse crisis, maar veel speelser en kluchtiger dan die scene doet vermoeden.
Aphrodite met hangborsten
Het draait allemaal om Aphrodite, in een enorme schelpjurk met hangborsten, een masker en een vervormde stem. Zij leest voor uit een boek, is het een Griekse tragedie? Of denk ik bij de naam Euripides en welke tekst dan ook gelijk aan de klassieken, alsof er niet ook in Griekenland ruim 25 eeuwen zijn verstreken? Zijn Aphrodite doet in ieder geval niet onder voor klassieke heldinnen. Ze raakt verstrikt in een wereld van moord en geweld, voordat ze zelf zal moeten sterven. De hilarische sterfscène is een meesterlijke zet, de andere personages geven aanwijzingen over hoe het hoort en zelf bedelt ze bij het publiek om applaus voor haar kunstzinnige laatste adem.
In een notendop is dat de kracht van Elenit. Niets is wat het lijkt. De titel verwijst naar asbestbetonnen golfplaten die in de jaren ’60 volop werden gebruikt in Griekenland, tot het duidelijk werd hoe dodelijk ze zijn.
De golfplaten, maar dan van licht metaal of doorzichtig plastic, zijn cruciaal in het decor. Het zit in de openingsscène, het komt terug in een soort Akropolis van golfplaat die gebouwd wordt. De plastic variant wordt rondgezeuld. Net als de dodelijke variant: het is overal, maar je ziet het niet gelijk.
Golfplaten
Dat asbestbeton leek, aldus Laskaridis, super Grieks maar was dat niet. De voorstelling speelt hiermee, we zien de sirtaki , Griekse geometrische motieven op de lichtkrant, er komt nog een Nikè voorbij gerold. En dus een dinosaurus op naaldhakken. Een vingerwijzing dat het Griekenland waar wij aan denken ook lang uitgestorven is en het land in dezelfde eeuw is als de rest van de wereld? De DJ-booth op het podium doet vermoeden van wel.
Het aantrekkelijke van Elenit is dat je eindeloos kunt graven naar betekenissen en altijd gelijk hebt. Voor mij ging het over verwachtingen, gender- en nationale identiteiten en wat theater is of kan zijn. Grote thema’s. Het enorme schmieren van alle acteurs zit daar soms in de weg, het is soms net iets te lang of te lollig. De slotscènes kloppen dan weer zo goed, dat dat allemaal vergeven is. Langzaam veranderen alle personages in een knorrig oud mannetje en verliest zelfs Aphrodite haar glans, schelpenjurk en masker.
Uiteindelijk zien we de mensen die onder hun maskers vandaan komen. De echte, sterke, breekbare mensen.
Julidans is nog tot 16 juni op verschillende locaties in Amsterdam. Zie hier voor programma-informatie en kaartjes.