De onzekerheid van de evenementensector en de culturele instellingen is, na 17 maanden van lockdowns en anderhalvemeteropeningen, niet alleen funest voor het humeur van de directies, artiesten en toeschouwers. Volgens de Taskforce van de creatieve sector is er veel meer verloren aan het gaan. Er is zelfs een ‘Marshallplan’ nodig om de culturele en creatieve sector er weer bovenop te helpen, los van de vraag of de wereld ooit weer helemaal zonder beperkingen open kan. Belangrijkste reden: er zijn steeds minder mensen die in de culturele sector kunnen – en willen – werken.
Nu werd ik even getriggerd door het woord ‘Marshallplan’. Dat is een nogal groot woord. Het was het plan van de Amerikaanse winnaars van de Tweede Wereldoorlog, om met een enorm steunpakket te voorkomen dat de verliezers, Japan, Duitsland en Italië, wegens herstelbetalingen en algehele verwoesting opnieuw in crisis zouden raken, en zo opnieuw een voedingsbodem zouden worden voor fascisme en oorlog. Als er nu zo’n woord wordt gebruikt voor de culturele sector, moet het wel heel erg zijn. Dus maar even gebeld.
Drama
‘Ja, de vergelijking is aan de dramatische kant. Maar we willen de urgentie en ernst benadrukken’, Zegt Jeroen Bartelse, directeur van het Utrechtse TivoliVredenburg vanaf zijn vakantie-adres. Hij is, als een van de topfiguren van de Taskforce Culturele en Creatieve Sector, opsteller van het alarmerende bericht van juli. ‘Het Marshallplan was overigens meer dan wat je beschrijft. Het was een omvangrijk hulppakket, gericht op economisch herstel van alle Europese landen. Zoiets heeft de cultuursector ook nodig. De schade is groot, het uitzicht op herstel troebel. We weten nog niet of we van de corona pandemie af zijn, waarschijnlijk moeten we rekening houden met een impact die nog lang aanhoudt.’
‘Het besluit van het kabinet deze week om ongeplaceerde evenementen, concerten of voorstellingen op binnenlocaties tot 1 september te verbieden illustreert dat. Het is voor artiesten en werkenden in de cultuursector echt een drama dat zij niet hun beroep kunnen uitoefenen en zo weinig perspectief en houvast krijgen over wanneer dat wel weer kan.’
Vaste contracten
‘We zijn bij TivoliVredenburg vorige maand niettemin met een grote campagne gestart om weer nieuw personeel te werven. Als we na de zomer weer volledig open mogen -en daar hoop ik nog steeds op- dan willen we er klaar voor zijn. Een van de dingen waar we nu op focussen is dat we meer mensen in dienst nemen, ook voor posities waar we voor corona zzp’ers voor inhuurden.’
Want met die zzp’ers is het goed misgegaan, door corona. Veel instellingen zijn gered, maar de ‘flexibele schil’ kwam zonder werk en inkomen te zitten. Hoezeer de minister er ook op aandrong dat de ruime steungelden ook zouden toevloeien naar de zzp’ers die zonder opdrachten kwamen te zitten, daar is in de praktijk weinig van terecht gekomen. Uit recent onderzoek bleek dat een aantal culturele instellingen zelfs met een flinke plus op de bank uit de eerste lockdown is gekomen.
Bartelse vindt dat die trickle-down niet goed heeft gewerkt: ‘Het bleek voor veel cultuurbedrijven niet mogelijk om zzp’ers opdrachten te blijven geven, omdat er door de lockdown weinig meer te doen was. Daardoor zijn soms de financiële vermogens gegroeid, terwijl freelancers zonder werk en inkomen zaten. Dat moet veranderen en als het aan mij ligt komt die steun alsnog evenredig bij de hen terecht komen. We hebben Platform ACCT gevraagd te onderzoeken hoe die noodgelden wél goed doorsijpelen naar getroffen artiesten en werkenden. Want als het zo doorgaat verliest de sector talenten op essentiële plekken.’
Studenten
Het gaat daarbij niet alleen om horecapersoneel, ook technici, producenten, ontwerpers: vakmensen en creatievelingen die natuurlijk niet twee jaar thuis blijven zitten. Die zijn met hun talent elders aan de slag gegaan, of hebben zich omgeschoold. Bartelse hamert erop dat die mensen voor de sector behouden moeten blijven: ‘We moeten af van die slechte verhouding tussen aantallen zzp’ers en mensen in loondienst. Je wilt mensen aan de sector binden, niet alleen met mooi werk maar ook met goede arbeidsvoorwaarden.’
Er is nog wel meer aan de hand, vertelt hij: ‘Denk eens aan de studenten van de kunstvakopleidingen. Er is nu al een tweede lichting afgestudeerd terwijl er bijna geen werk voor ze was. Wat gaan die doen? Er dreigt op deze manier enorm veel talent verloren te gaan.’
Drie aandachtspunten
Wat betreft Bartelse zijn er drie type maatregelen nodig om te voorkomen dat we over een tijdje helemaal geen culturele sector van betekenis meer over hebben, en wat de Taskforce duidt als het Marshallplan voor de culturele en creatieve sector: ‘Allereerst moeten we repareren wat gebroken is. Schade herstellen dus. En daar hoort ook bij subsidie- en prestatie-eisen versoepelen, onder meer door een extra jaar toe te voegen aan deze beleidsperiode. Ten tweede, benut de inzichten uit deze crisis zodat we blijven drijven als de pandemie opnieuw toeslaat. Investeer dus verder in de professionalisering van digitale presentaties en voorstellingen, ga volop door met de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen, zorg voor goede ventilatie in alle cultuurgebouwen, stimuleer de samenwerking en solidariteit in deze doorgaans zo versplinterde sector – om maar een paar van die lessen te noemen.’
‘De laatste groep maatregelen gaat over structurele transformatie. Nu is het tijd om door te pakken met de hervorming van de arbeidsmarkt, om cultuureducatie echt een plek te geven in het onderwijs, om het makersklimaat te verbeteren. Als we dat niet doen, verliezen we het talent waarmee we onze zalen, musea en galeries weer vol kunnen krijgen.’