‘We moeten het niet al te groot maken met zijn allen.’ Dixit musicalproducent Albert Verlinde, vanmiddag (14 februari) in het Max-programma Villa VdB op Radio 1. Hij doelt hiermee op de commotie die in Duitsland – en Nederland – is ontstaan over de mishandeling van een dansrecensente door sterchoreograaf Marco Goecke. Verlinde: ‘Ik vond het eigenlijk wel leuk.’
Met deze relativering wijkt de tegenhanger van musicalmecenas Joop van den Ende duidelijk af van de heersende woede om de fysieke aanval van de artistiek directeur van de Staatsopera van Hannover op de danscritica van de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Of liever gezegd: hij schaart zich achter de geweldpleger, die zelf inmiddels ook heeft gereageerd op zijn daad, met de stelling dat het hoog tijd was dat het ‘haatberoep’ van criticus eindelijk eens lik op stuk krijgt. Het blijkt dat de gevierde choreograaf, die ook associate choreographer is bij het Nederlands Dans Theater, al 20 jaar ‘gekweld’ wordt door de negatieve kritiek van vooral deze journaliste.
Arme teckel
Sinds we gisteren met het nieuws kwamen, is er meer duidelijk geworden over de toedracht. Goecke, die zijn black-and-tan teckel overal mee naartoe neemt, had de poep van het beestje hoogstwaarschijnlijk niet meegenomen met het enige doel om zijn kwelgeest te mishandelen. Waarschijnlijk had het beestje de poep niet tot buiten op kunnen houden, en was de choreograaf in de pauze op weg naar een prullenbak buiten om zich te ontdoen van het poepzakje.
Het zou dan dus kunnen gaan om een min of meer toevallige ontmoeting, waarbij de dansmaestro in woede ontstak, begon te schelden, niet de gewenste deemoedigheid terug kreeg en vervolgens naar het dichtstbijzijnde wapen greep: het tot poep verwerkte voer van zijn viervoetige lieveling.
Werkdruk
De actie kan niet anders dan als volstrekt overspannen gekarakteriseerd worden. Waar anderen zich met een brief op poten tot de hoofdredactie zouden wenden, of – zoals in Nederland gebeurde met een reactionaire plaaggeest van Pierre Audi – geen vrijkaartjes meer zouden uitreiken, koos hij voor opkroppen en escalatie. Wellicht is de extreme werkdruk hier debet aan. Immers: twee dagen na de Nederlandse première van zijn werk in Den Haag, waarover de recensente had geschreven, was er alweer een première in Hannover, van een ander werk. Ook al betrof dat een Duitse première van een al eerder in Nederland gemaakt stuk, dat is best veel voor iemand die op topniveau functioneert.
Die overbelasting is hoe dan ook geen excuus voor het geweld dat hij toepaste, en waarvoor een passende straf hoe dan ook zal moeten worden uitgedeeld. Dat hij vooralsnog is geschorst door de Staatsopera van Hannover, en het NDT nog steeds nadenkt over maatregelen, is wellicht al een vorm van klassenjustitie, zoals hier door festivalleider Erwin Roebroeks op Facebook werd gemeld: een werknemer met minder reputatie was allang ontslagen.
Trend?
Blijft de vraag over of deze zaak terecht de aandacht krijgt, of dat het – zoals Verlinde zegt – een grappig incident is dat wordt opgeblazen: het moge duidelijk zijn dat de relatie tussen kunstkritiek en kunstenaars gespannen is. Ik heb het zelf in mijn actieve tijd als AD- en GPD-recensent vaak genoeg meegemaakt dat er boze brieven naar de krant werden gestuurd. Gelukkig bleven die in evenwicht met de ontvangen fanmail, zodat mijn werk niet in gevaar kwam.
Tot geweld heeft kritiek uit het veld nooit geleid, terwijl de Frankfurter Allgemeine al melding weet te maken van minstens drie gevallen waarbij het in Duitsland tot fysieke dreigementen kwam. In Nederland is het alleen Hein Janssen van de Volkskrant die mishandeld werd (een klap en zware vernedering: “Op je knieën!”), waar de acteur in kwestie een boete voor heeft gekregen.
Of het Duitse wangedrag een trend is? We zullen daar wellicht na de volgende première van Albert Verlinde achter komen.
Hoe de hond dit alles beleefd heeft, is niet bekend.