Het klinkt misschien wat dramatisch, maar liefhebbers van de Nederlandse jeugdfilm kunnen het gevoel krijgen dat dit het einde van een tijdperk is. Ik lees zojuist de mail met het droevige persbericht dat schrijver, radiomaker en film- en televisieproducent Burny Bos (1944) op 1 december is overleden.
Helemaal onverwacht was het niet. Toen Cinekid hem vorig jaar (en niet voor het eerst overigens) eerde met een speciaal programma, leidde het festival dat in met de woorden: De eigenzinnige bedenker van de Ko de Boswachtershow, opstarter van Villa Achterwerk en oprichter van productiemaatschappij BosBros is ziek en wordt niet meer beter.
Dat de Nederlandse kinder- en jeugdfilm op gelijke hoogte kwam te staan met de veelgeroemde Scandinavische is natuurlijk niet alleen het werk van Bos. Maar hij heeft daar wel heel veel aan bijgedragen.
Eigenzinnigheid
We hadden hier iemand die meende dat kinderen het allerbeste verdienden en best een beetje eigenzinnigheid konden gebruiken. Dat zagen we al met Het Zakmes (1991). Een even simpel als fantasierijk avontuur over een jongetje dat het zakmes van zijn inmiddels verhuisde vriendje probeert terug te brengen. Dit was een van zijn eerste filmproducties, geregisseerd door Ben Somboogaart naar het boek van Sjoerd Kuyper. Kort daarvoor had Somboogaart al het door Bos geschreven kinderboek Mijn vader woont in Rio verfilmd. Twee titels die in het Nederlandse jeugdgenre de status van klassieker hebben.
Ja, want voordat Bos filmproducent werd en zijn bedrijf BosBros oprichtte was hij al een geducht kinderboekenschrijver (en daarvoor nog onderwijzer op een basisschool). Uit zijn indrukwekkende bibliografie noem ik betrekkelijk willekeurig Knofje (1979), Ko de Boswachter (1983) en uiteraard Mijn vader woont in Rio (1990). In dat laatste jaar begint ook zijn filmwerk, voornamelijk als producent en scenarioschrijver.
Annie M.G. Schmidt
In zijn uitgebreide overzicht van film- en televisiewerk (ruim zestig titels) nemen verfilmingen van Annie M.G. Schmidt een belangrijke plaats in. Voor die eigenwijsheid maakte hij graag ruimte, en liet daarmee zien dat hij meende dat kinderen meer verdienden dan glad formulewerk. Disney uitdagen was een van zijn ambities. Met films die laten zien dat fantasie, tegendraadsheid, ontroering en een vleugje brutaliteit heel goed samengaan. In Nederland lukte dat heel aardig. Zie bijvoorbeeld Abeltje, Pluk van de Petteflet, Wiplala of Minoes waar ook zijn dochter Tamara een bijdrage aan leverde. Buitenland bleef lastiger, al werd Minoes wel verkocht aan onder meer Scandinavië, Canada, Duitsland en Japan.
Inmiddels laat het onlangs uitgebrachte Rocco & Sjuul van Anna van der Heide, met Tamara Bos als co-scenarist, zien dat BosBros zich niet tot het jeugdgenre beperkt.
Animatie
Bij de presentatie van de eerste lange animatiefilm van BosBros (Heinz, 2019) stelde Bos dat een animatiefilm een grotere kans heeft om internationaal door te breken. De periode is nog te kort om dat echt te bewijzen. Aan de reputatie van Burny Bos doet het niets af.
Ook de films op basis van originele scripts, zoals Het Paard van Sinterklaas, Brammetje Baas en Kapsalon Romy, ontvingen talrijke prijzen en wonnen diverse Gouden Kalveren. Bos zelf ontving meerdere persoonlijke prijzen, waaronder in 2014 een speciaal Gouden Kalf vanwege zijn bijzondere verdiensten voor de Nederlandse filmcultuur. In 1999 werd Bos verkozen tot Omroepman van het jaar.
Een jaar geleden, in 2022, werden Bos en zijn oeuvre gehuldigd op Cinekid. Burny Bos zei toen: “Ik ben blij en trots dat het rijke oeuvre van productiehuis BosBros, waar zoveel talentvolle makers een bijdrage aan hebben geleverd, nu dankzij Cinekid door een nieuwe generatie te zien is.”
En laten we hopen dat het ook nog heel lang te zien blijft.