Toen de Rotterdamse Schouwburg het programma bekendmaakte voor het jaar (2001) dat de stad Culturele Hoofdstad van Europa zou zijn, organiseerde directeur Jan Zoet dat in de Amsterdamse Stadsschouwburg. In de voortdurende 010-020 strijd best een statement. Zoet wist dat de landelijke pers zetelde in de hoofdstad en zelden bereid was buiten de stadsgrenzen te kijken. Hij wist ook dat hij voor zijn gedurfde, internationale programmering Amsterdams publiek nodig had. Publiek, dat desnoods per bus moest worden aangevoerd.
Daarmee zette de man die dit weekend op 66-jarige leeftijd overleed, de toon voor een markante carrière van verbindend leiderschap.
Met zijn opvallende keuze om Rotterdam naar de Amsterdamse culturele elite te brengen, zette Zoet een traditie voort die hij had geleerd bij Hollandia. Dat gezelschap speelde altijd op onmogelijke locaties en was erin geslaagd om een naam op te bouwen als iets exclusiefs waar je als theaterliefhebber geweest moest zijn, ook al kostte dat uren reistijd. Voor Amsterdammers is Rotterdam ook een uithoek, alleen een bezoek waard als de rode loper wordt uitgerold.
Johan Simons
Dat Jan Zoet naar Rotterdam kwam, was een gevolg van de flirt die Johan Simons als artistiek leider van Hollandia met Rotterdam had opgezet. Vanwege de ambitie om het gezelschap toekomstbestendig te maken, had hij het aangemeld als stadsgezelschap voor de Maasstad, in een tijd dat de toenmalige staatssecretaris van Cultuur dat soort samenwerkingen stimuleerde. Die flirt mislukte en Simons vertrok via Eindhoven naar Gent, maar Jan Zoet bleef.
Zijn taak was om de Rotterdamse Schouwburg weer een band te laten krijgen met de bevolking van de Maasstad. Dat was een missie die met meer problemen kwam dan verwacht. In 2002 koos de voorheen linkse bevolking voor een populistisch, rechts bestuur. Dat had weinig op met de best wel hoogstaande kunst die de Schouwburg bracht.
Internationale Keuze
Festival De Internationale Keuze, het paradepaard van de programmering, overgebleven uit de boedel van de Culturele Hoofdstad, trok volle zalen. Het was niet met het soort voorstellingen waar de multiculturele en doorgaans praktisch georiënteerde bevolking voor warm liep. Tim Etchells, de Volksbühne, Marthaler: internationaal toonaangevende makers waren high culture. De grootste verworvenheid van Zoet was dat hij Leefbaar Rotterdam-wethouders voor dat programma rijp wist te maken. Hij stapte over alle politieke bezwaren heen en bood de ambtsdragers een luisterend oor. Meer heb je soms niet nodig om de kunst te redden.
Hij had een uitstraling die hem later als voorzitter van Kunsten 92 ook zou helpen. Zoet zag eruit als een eigenzinnig kunstenaar met wie je als dikke VVD-werkgever toch kon praten. Een andere verworvenheid was de ruimte die hij gaf aan Annemie VanAckere om van de Schouwburg een plek te maken waar de halve wereld naar kwam kijken. Uiteindelijk was De Internationale Keuze háár festival, en Zoet was er de man niet naar om als directeur die eer naar zich toe te trekkken.
Erfenis
Na Zoets vertrek uit Rotterdam bleek hoezeer zijn leiderschap verbindend was geweest. Het duurde uiteindelijk een dik decennium voordat er met Alida Dors weer een leider aan hert roer kwam die de koppen bij elkaar kon krijgen, zonder ze tegen elkaar te slaan.
Hij wordt gemist en zal gemist blijven worden. Maar zolang er mensen zijn die zijn leiderschap als voorbeeld blijven nemen, is er hoop. En die mensen zijn er gelukkig.