Deze editie van het Holland Festival bevat minstens 1 voorstelling waarvan je je als man uiterst ongemakkelijk gaat voelen. Toch daag ik de mannenbroeders die dit lezen, uit om te gaan kijken. Ik heb het ook gedaan, ben ervoor helemaal naar Brussel gegaan en heb er breinvoer voor de komende jaren voor terug gekregen. Dat komt omdat de maker een genie is.
Nu kun je hier al een eerste breinkramp verwachten, want Carolina Bianchi is een vrouw. En vrouwen worden nooit ‘genie’ genoemd. Een genie is altijd een man. Een vrouw mag ‘slim’ zijn, mogelijk ‘intelligent’ en in een enkel geval ‘wijs’, maar dat zijn zelden aanbevelingen.
Grenzen verleggen
Een genie beschikt over van God gegeven eigenschappen die hem boven de concurrentie verheffen. Zo’n man mag, wegens genialiteit, ook grenzen overschrijden. Een genie mag dingen zeggen als ‘Move Fast and Break Things’. Mark Zuckerberg vinden veel mensen een genie. Elon Musk wordt een genie genoemd. Genieën noemen elkaar graag genie, want alleen is maar alleen en samen ben je genialer. Samen geniaal zijn is minder eng voor de genieën. Daarom hebben we ons overgeleverd aan de ‘broligarchy’.
Heel veel kunstenaars worden ook genie genoemd. Nogal wat van die geniale kunstenaars overschrijden grenzen. Meestal samen met mensen die ervan weten. Of die het kunnen weten. Fijn, misschien, voor de kunst, die grensverleggend hoort te zijn, minder fijn voor de mensen wier grenzen ‘en passant’ ook nogal eens overschreden worden.
Dit komt allemaal langs in Carolina Bianchi’s voorstelling The Brotherhood, die ik 10 mei, een dag na de première, in Brussel zag. The Brotherhood is deel twee van wat een trilogie moet worden. Het eerste deel ging in 2023 in première op het prestigieuze festival van Avignon en stond in het teken van femicide. Nogal wat heldenverhalen in onze geschiedenis gaan over mannen die vrouwen vermoorden.
Tastbaar
Vrouwenmoord is een gewild thema in theater en opera. In haar voorstelling maakte Bianchi dat gegeven uiteindelijk heel tastbaar door zich te laten drogeren met de partydrug die mannen gebruiken om een vrouw bewusteloos te krijgen, waarna ze misbruikt kan worden. (Hoe gangbaar dat is, laat ook dit verhaal zien.)
Deel twee van de trilogie begint met het ontwaken van Carolina Bianchi. Vanaf dat moment gaat het een dikke drie uur hoe seksueel misbruik een wezenlijk onderdeel vormt van de theaterpraktijk. Een aanklacht is het, maar ook een analyse, een zelfbeschuldiging. Het geniale van Carolina Bianchi zit hem erin dat ze het mechanisme blootlegt waarmee vrouwen stelselmatig vernederd en onderbroken worden als iets dat welhaast noodzakelijk is voor ‘grote’ kunst.
Uit het programmaboek: “Het theater is niet onschuldig, het is een plaats van macht. We zitten er midden in. We zijn gevormd door meesters. We verzetten ons tegen hen en we dragen hen met ons mee.”
Niet alleen mannen
De broederschap waar de voorstelling over gaat, omvat niet alleen mannen. Het mechanisme waarmee mensen elkaar steunen en omhoog werken is groter dan alleen het patriarchaat. Vrouwen maken er even goed deel van uit. Als enablers en collaborateurs, maar ook als mede- en tegenspelers.
En daar gaan de grijze cellen in de bovenkamer echt op hol, na drie uur waarin scènes voorbij zijn gekomen die je nog lang bij zullen blijven. Scènes die uit heel veel tekst bestaan.
500 pagina’s
Centraal staan de 500 pagina’s verslag van het onderzoek dat Bianchi de afgelopen jaren deed naar het onderwerp en dat haar veel kennis, maar nog meer verwarring opleverde. Het wordt nergens saai. Omdat ze weinig beweegt, ontstaat daarmee iets wat ik ‘sit-down comedy’ zou willen noemen.
Als ze zelf niet op het toneel is, neemt een groep mannen van zeer divers pluimage het over. Zij doen wat mannen doen: haar soms zeer expliciete teksten wat afzwakken, ‘nuances’ aanbrengen, hier en daar corrigeren, dit alles uiteraard op eigen initiatief. Zo zijn mannen, tenslotte. Dat de tekst van Bianchi er alleen maar indringender van wordt, is een geniale zet van de schrijfster.
Bizar licht
De voorstelling is op een bizarre manier licht, terwijl het thema loodzwaar op de avond drukt: de bewusteloos misbruikte vrouw wordt als seksobject ook van haar diepste dromen beroofd, waarna zelfmoord bijna een logische optie is.
Zo trekt Bianchi een indringende lijn van geschaakte en misbruikte vrouwen als Persephone, via het geweld in Shakespeare’s Titus Andronicus langs de jonge actrice Nina in Tsjechovs Meeuw naar schrijfster Sarah Kane, die door suicide in 1999 toetrad tot de Club van 27: kunstenaars die op hun 27ste het leven uit moesten, zoals Jim Morrison, Jimi Hendrix, Janis Joplin en Amy Winehouse.
En dan blijkt dat zelfs in die ultieme daad van wanhopig geweld mannen de overwinning claimen. Want in de kunst zijn het de mannen voor wie zelfmoord een Daad met hoofdletters is, terwijl vrouwen meestal wegens zwakte uitstappen. Aldus de overlevering.
Zulk theater, dat je nog lang na laat denken over wat genie vermag, zie ik liefst vaker. Dus kijken we nu alvast uit naar deel 3.