Skip to content

#HF11 Bijzondere voorstelling Jagden und Formen van Waltz en Rihm levert geen ideale uitwisseling op, maar wel interessante vragen over samengaan van dans en muziek

Componist Wolfgang Rihm en choreograaf Sasha Waltz, twee bekende gezichten op het Holland Festival en grote namen in de Europese podiumkunsten, brachten in 2008 samen een voorstelling uit die dit jaar niet mocht ontbreken in een Holland festival-programma. Het festival heeft niet alleen aandacht heeft voor een aantal grote, hedendaagse componisten (Xenakis, Rihm), maar timmert ook behoorlijk aan de weg op het gebied van interdisciplinaire en anderszins inter-culturele voorstellingen.

Waar bijvoorbeeld de Woostergroup, Schlingensief, Xenakis of Abou Lagraa voortreffelijke voorbeelden leverden van grens-overschrijdende projecten – allen bouwen op zekere tradities binnen het theater en de muziek, maar weten deze met rasse schreden tot bijkomstigheid te reduceren – blijft Jagden und Formen (Zustand 2008) wonderwel steken en lijkt de dans in een strijd verwikkeld met het sublieme geweld van de componist Rihm: er naast, er onder door of er bovenuit?

Rihm zet hoog in met een prachtig getoonzet Ensemble Modern, meer blazers op koper en hout dan strijkers en een batterij aan slagwerk, dat een veelheid aan noten en tempi produceert. Wolken en stapels bouwen op en breken uiteen, steeds houden stuwende ritmes een hoge noot paraat. Wat zullen dansers daar nog doen?

Het dansende ensemble is met veertien, maar laat zich niet meteen op volle sterkte zien. De opening is sober. Ingehouden, haast beperkt, stipuleren de dansers niet alleen maat en orde, maar ook fysieke tussentijd. De bewegingen zijn niet spectaculair als zodanig. Het is het verhouden tot de muziek, het innemen van impulsen en het afgeven ervan, dat telt. Heel sterk is de geïmpliceerde, mentale ruimte die zo ontstaat, tussen dans en muziek.

Het Ensemble Modern zit links op het toneel en twee van hen, violisten, openen met vier dansers de avond, in een virtuoze uitwisseling van gestes op de nog lege speelvloer rondom. Maar waar Rihm effectief stapelt en bouwt met details en breekt en grote lijnen clustert, blijven de dansers erg formeel in hun optreden. Ze duiden aan en doen, maar de duetten, trio’s en andere kleine groepen blijven als balletjes drijven op een niet aflatende stroom van muziek. Hun aanwezigheid is weerbarstig, gespeend van goedkope lyriek of snelle effecten, maar de lichamelijkheid van de muziek, het geweld van de tempi, de onaardse toonzetting, vindt geen tegenwerking in de lichamelijkheid van de dans, als een punt dat wordt vermeden.

Er zijn richtingen, er is gewicht, er wordt gemanoeuvreerd, er wordt losgelaten – alsof de dans steeds nieuwe voorstellen doet om te luisteren en te kijken. Maar onderwijl doorkruist Rihm meerdere jachtvelden en laat tsunamis achter. Deze merkwaardige rolverdeling werkt wel als voorzet, als afslag of als een vraagstelling desnoods, maar het niet materialiseren van de tegenkracht, de wedervraag is vermoeiend.

Naarmate het stuk vordert, permitteert de choreografie zich iets meer vrijheid. Het zijn niet alleen klassieke gebaren als een plots zwiepend been of een lyrische arm die even blijft hangen, die de drillende nervositeit van de muziek doorbreken. Wanneer de groep als geheel zich door de ruimte verspreidt, ontstaat een zekere massa die gewicht in de schaal legt en nieuwe uitgangspunten creëert. De meeste indruk maken in dit opzicht nog de wonderbaarlijke lichamelijke vormen die ontstaan wanneer dansers energie en vorm van elkaar overnemen en een nieuw samengesteld lichaam vinden of de grens daarvan opzoeken. Zo ontstaan fysieke momenten die een eigen logica hebben en de muziek van tegenspel voorzien.

Maar uiteindelijk zijn het bij uitstek de theatrale gebaren die indruk maken en een werkelijk gevoel van verhouding geven: een enkele danser op het podium die stil op zijn hoofd staat en een lichaam boven zich torst dat alleen in de haarvaten beweegt; de alt-hoboïste die door de dansers boven het hoofd wordt rondgedragen, al spelend horizontaal gaat en dan in een pose bevroren wordt achtergelaten, terwijl de muziek voortgaat. Of het moment dat het hele ensemble van dansers en muzikanten bijeen liggen met hun instrumenten op de vloer, op de dirigent, de pianist en de harpiste na: minimale impulsen van beide kanten, met maximaal effect.

Wanneer helemaal aan het einde, het stuk plots uitmondt in een dramatische scène, met protagonisten en beeldschoon agerende groepen – er vallen zelfs doden – is het voor sommigen gedaan en verlaten enige mensen de zaal. Velen applaudisseren daarna geestdriftig en een enkeling roept boe. Na zoveel fysieke bouwstenen en gestes los op te stellen en ingezet te hebben, blijft het een prangende vraag die Waltz oproept met Jagden und Formen over dans en de volheid van almachtige muziek: moet je die muziek willen voorzien van menselijkheid en drama of het juist zoeken in de directheid van de beperkte lichamelijke ervaring, los van symboliek en voorgekookte dramatiek?

 

Home

http://www.ensemble-modern.com/

http://www.composers21.com/compdocs/rihmw.htm

 

 

Appreciate this article!

Happy with this story? Show your appreciation with a small contribution! That's how you help keep independent cultural journalism alive. (If you don't see a button below, use this link: donation!)

Donate smoothly
Donate

Why donate?

We are convinced that good investigative journalism and expert background information are essential for a healthy cultural sector. There is not always space and time for that. Culture Press does want to provide that space and time, and keep it accessible to everyone for FREE! Whether you are rich, or poor. Thanks to donations From readers like you, we can continue to exist. This is how Culture Press has existed since 2009!

You can also become a member, then turn your one-off donation into lasting support!

Comments are closed.

Fransien van der Putt

Fransien van der Putt is dramaturg en criticus. Zij werkt o.a. met Lana Coporda, Vera Sofia Mota, Roberto de Jonge, João Dinis Pinho & Julia Barrios de la Mora en Branka Zgonjanin. Zij schrijft over dans en theater voor Cultureel Persbureau, Theaterkrant en Dansmagazine. Tussen 1989 en 2001 mixte zij tekst als geluid bij Radio 100. Tussen 2011 en 2015 ontwikkelde zij een minor voor de BA Dance, Artez, Arnhem – over artistieke processen en eigen onderzoek in dans. Binnen haar werk heeft zij speciale aandacht voor de betekenis van archieven, notatie, discours en theatergeschiedenis in relatie tot dans in Nederland. Samen met Vera Sofia Mota onderzoekt zij in opdracht van www.li-ma.nl het werk van video-, installatie- en peformance- kunstenaar Nan Hoover.View Author posts

Small Membership
175 / 12 Months
Especially for organisations with a turnover or grant of less than 250,000 per year.
No annoying banners
A premium newsletter
5 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Cultural Membership
360 / Year
For cultural organisations
No annoying banners
A premium newsletter
10 trial newsletter subscriptions
All our podcasts
Participate
Insight into finances
Exclusive archives
Posting press releases yourself
Own mastodon account on our instance
Collaboration
Private Membership
50 / Year
For natural persons and self-employed persons.
No annoying banners
A premium newsletter
All our podcasts
Have your say on our policies
Insight into finances
Exclusive archives
Own mastodon account on our instance
en_GBEnglish (UK)