Een open plek in het bos. Dat zou idyllisch kunnen zijn, maar uit het bos komen verdachte geluiden. Mannen zingen en halen trekkers over. De echo’s van explosies weerklinken.
Het is allemaal maar nep. Het is maar theater – dat toch angst aanjaagt. Daria Bukvic, een pas afgestudeerde regisseur van de Toneelschool Maastricht, maakte een voorstelling over haar moeder. Die vluchtte voor het oorlogsgeweld uit Joegoslavië. Verwoest is dichterbij te zien, op Vliegbasis Soesterberg. De militairen, de echte, zijn er vertrokken. Acteurs die soldaten spelen komen ervoor in de plaats.
Ze kruipen uit het woud, de soldaten in Verwoest. Ze komen van links en van rechts en ze kijken spiedend om zich heen. Tussen hen in, op een plein, ligt een kameraad. Is hij gewond in de strijd? Veel vragen blijven open. Bukvik gebruikt geen tekst, geen gesproken woorden. Ze geeft de voorkeur aan suggestieve beelden.
Ineens zien we een vrouw. Daria’s moeder zeker, denken we kinderlijk verheugd. De vrouw zit hoog boven het plein, op een richel van een naargeestig gebouw. Het is een van de vele bomvrije vliegtuigshelters die op Soesterberg als herinneringen aan de Koude Oorlog zijn achtergebleven. Grijs beton, een intimiderend hoog dak. Voor de vrouw is de richel wachtpost en schuilplaats tegelijk. Ingespannen tuurt ze om zich heen. Kijkt ze naar iemand uit? Naar de gevallen soldaat die onder haar op het plein lag?
Daria’s moeder, vertelde Bukvik eens, was in de Joegoslavische oorlog jarenlang van haar man gescheiden. Van de vrouw op de richel is in elk geval een ding zeker: ze is helemaal alleen. Een poging van haar om het gezellig te maken, met een stoel, een lamp, een boek, lukt niet bijster goed. Te veel gedachten overvallen haar.
Wat er dan aan de toeschouwers voorbijtrekt zou haar fantasie kunnen zijn. Prachtig is het beeld van een bizarre boerenkar. Getrokken door een hert (nou ja, door een acteur met op zijn hoofd een gewei), opgeleukt met een vrolijke pianist en versierd met brieven die ook papieren vliegtuigjes zijn. De vrouw reikt naar de vliegtuigjes, naar de voor haar zo verschrikkelijk belangrijke levenstekens. Maar één brief krijgt ze echt te pakken. Hij komt niet van de kar maar van het dak van de shelter, als een vlinder fladderend langs de betonnen wand – alwéér een mooi beeld.
Ondertussen gaan de rare geluiden door. Ze komen van alle kanten, ook uit de shelter zelf. Oorlogsrumoer vermengt zich met folkloristische klanken, met muziek uit een Joegoslavische jeugd. Weemoed naar verloren onschuld komt bovendrijven, en verlangen naar een betere tijd.
Bukvic, begeleid door Soldaat-van-Oranje-regisseur Theu Boermans, bereikt de surrealistische sfeer die zij wil oproepen ook door haar spelers heel langzaam te laten bewegen. De combinatie van vertraging en verstilling maakt de vrouw nog geïsoleerder dan zij toch al is.
Jammer alleen dat Verwoest zo snel voorbij is. En dat je niet weet wat er met de soldaten gebeurt, gespeeld door vijf studenten uit Maastricht. Een of andere verhaallijn, hoe simpel ook, zou nog meer inhoud aan de voorstelling hebben gegeven. Volgende keer dan maar: Bukcik heeft genoeg in haar mars!
Comments are closed.