Je denkt dat je een kaartje voor Springdance koopt, maar eigenlijk maak je een afspraak op kantoor, bij het Centraal Museum. Eenmaal binnengelaten in de wachtruimte, lopen medewerkers je druk voorbij en neemt de portier het ene na het andere gesprek aan. Je vult braaf een formulier in. Zoals gebruikelijk moet je allerlei personalia prijsgeven. En dan die vraag: wat was de mooiste voorstelling die u ooit zag? Even kun je helemaal niets bedenken.
De vriendelijke man die je voorgaat, vertelt niet waar het heen gaat. Je bent niet zomaar toeschouwer, of zelfs maar te gast, je hebt ineens een rol, al is het maar die van onschuldig slachtoffer. Wanneer je enigszins geschrokken achter een bureau plaatsneemt, vraag je je af wat voor een scenario dat zou zijn? Niemand spreekt tegen je. Er verschijnt alleen zo nu en dan een op een klein kaartje een gedrukte aanwijzing. “Follow me”. Iedereen is buitengewoon vriendelijk. Behalve dan de norsige man, die gapend voorbij komt. Dat was toch gewoon een medewerker van het museum?
Een gil op de wc, hooggehakte benen die uit een lade steken. Natuurlijk is het voor iedereen die ‘Field Works – office’ bezoekt, onmiddellijk duidelijk wie echt bij het museum werkt en wie door Avdal en Shinozaki is ingehuurd. Maar het spel werkt. Achter iedere dossierkast verwacht ik na verloop van tijd een brandende prullenbak, of erger. De nieuwe rol die de toeschouwer geruisloos krijgt toebedeeld, onder geleide museumambtenaren in het wild bekijken, kent geen duidelijke regels.De acteurs spelen de echte wilden na, overdrijven en vergroten uit, maar langzaam impregneren ze de toeschouwer met een ander, licht absurde of perverse perspectief op de zaak.
Als toeschouwer kun je alleen maar gissen naar wat er nu eigenlijk van je verwacht wordt. Welke rol hebben de vele acteurs je nu hebben toebedeeld? Als vanzelf ontspinnen zich allerlei scenario’s in het hoofd. De toeschouwer-bezoeker kan kiezen. Blijf hij op afstand en breekt daarmee steeds een beetje het spel van de anderen? Of gaat hij er in mee en wordt daarmee steeds verder de wereld van de voorstelling ingezogen? Kun je deel worden van een scenario waar je eigenlijk helemaal niet in wil durft op te treden?
Nooit worden de acteurs echt opdringerig. Altijd zijn ze even beleefd en representatief, zoals dat hoort met gasten op kantoor. Brynjar Åbel Brandlien maakt hele zachtaardige striptekeningen. In plaats van mondelinge uitwisselingen worden zijn tekeningen je voorgelegd, als elegante hints vliegen de papieren je soms om de oren. Het lijken slechts speelse suggesties, maar soms gaat er wat mis in die tekeningen.
Als ik 30 minuten later het pand verlaat, en door de zon richting Oude Gracht loop, zie ik overal op straat mensen vreemde dingen doen. Een poster kondigt een Romantisch feest bij de Doopsgezinde gemeente aan? Ik huiver en geloof mezelf niet.
Comments are closed.