Zijn dit de cijfers waarmee minister Kamp duidelijk kan worden gemaakt dat stimuleringsmaatregelen voor de filmindustrie er echt moeten komen? Die hoop viel wel te beluisteren tijdens de bespreking van een door Oxford Economics uitgevoerd research naar de economische positie van de Nederlandse film- en av-industrie. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse filmsector (producenten, vertoners, distributeurs) en het Filmfonds.
De resultaten werden zondag tijdens het Nederlands Film Festival gepresenteerd. Het is niet vijf vóór, maar al vijf over twaalf, concludeerde Michael Lambrechtsen, directeur van de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs. Terwijl de bioscoopsector het goed doet en het publiek Nederlandse films waardeert verkeert de productie in zwaar weer. Het is geen nieuw verhaal, maar het rapport geeft het met veel cijfermateriaal en vergelijkingen met andere Europese landen wel handen en voeten.
De werkgelegenheid in deze sector neemt in Nederland af, onder meer omdat veel postproductie naar het buitenland verdwijnt. Illustratief is How expensive was the sugar, de geheel in Zuid-Afrika gedraaide en afgewerkte openingsfilm van het festival. Natuurlijk begrijpen we dat we voor opnamen van suikerplantages niet in Flevoland moeten zijn, maar de afwerking had heel goed in Nederland plaats kunnen vinden. Zuid-Afrika kent echter belastingmaatregelen die maken dat het budget daar automatisch met 30% wordt vergroot.
Ook veel Europese landen kennen dergelijke fiscale maatregelen die hier ontbreken. Dat maakt dat internationale producties Nederland voorbij gaan, terwijl daarnaast Nederlandse werkgelegenheid naar het buitenland wegvloeit. Producent Stienette Bosklopper merkte op dat Nederland in een steeds geïsoleerder positie komt te verkeren. Zelf haalt ze gemiddeld 40% van haar budget uit het buitenland, maar de bereidheid van coproducenten om met Nederland samen te werken zal afnemen als wij te weinig te bieden hebben. De grens van de goodwill die we in het buitenland hebben is bereikt, meent ook Filmfonds-directeur Doreen Boonekamp. Een ander verbaasde zich over het feit dat de regering de creatieve industrie tot speerpunt bestempelt, maar film daarbij niet op het netvlies krijgt.
Het onderzoeksverslag laat duidelijk zien dat Nederland tot de achterblijvers behoort. In landen als Ierland, België, Frankrijk en Duitsland neemt de werkgelegenheid in de film- en av-sector sterk toe, in Nederland neemt die juist af. Een andere grafiek laat een duidelijk positief verband zien tussen overheidssteun en werkgelegenheid. De Nederlandse overheidssteun voor filmproductie is (per hoofd van de bevolking) veel lager dan in genoemde landen. En voor wie vreest dat het allemaal een bodemloze put is: volgens Oxford Economics kan fiscale stimulering heel goed schatkistneutraal zijn, omdat de toenemende productieactiviteit meer belastinginkomsten genereert. Zie verder het onderzoeksrapport of de samenvatting hiervan.
Intussen kijkt iedereen met veel spanning uit naar de uitkomst van een onderzoek door de ministeries van OCW, EZ en Financiën naar een tax shelter voor de filmsector. Dit naar aanleiding van een door Kamerleden Bergkamp en Monasch ingediende motie hiertoe die op 3 juli werd aangenomen. Uiterlijk 7 oktober moet het resultaat hiervan bekend worden gemaakt.