Vlaamse acteurs kunnen spreken. Vlaamse acteurs hebben doorgaans geen microfoons nodig om zichzelf verstaanbaar te maken boven een storm uit, of vanaf 100 meter afstand in de open lucht. Charlotte Caeckaert is zo’n actrice die dat allemaal kan, en zulke techniek is een genot om mee te maken. Ze schrijft ook teksten, en daar gaat het een klein beetje mis. Haar ambitie om het verhaal van Jeanne d’Arc, het symbool van de Franse onafhankelijkheid, ook heel poëtisch te verwoorden leidt hier en daar tot een wat hermetische woordenbrij, en vereist enige voorkennis.
Dat mag de pret en de impact echter niet drukken. Die volzinnen over liefde, onafhankelijkheid, dromen, idealisme en strijd horen we immers tegenwoordig bijna dagelijks uit Rusland, Irak, de Schilderswijk en Amerika. We worden nogal poëtisch, zo vlak voor we onszelf in een zinloze strijd opofferen.
En dan moeten we dus te paard. Een stuk of 50 prachtige hobbelpaarden, van het type waar War Horse nog een puntje aan kan zuigen, staan klaar langs de kade, en wij worden opgezweept om plaatst te nemen. Wat we gedwee doen. Daar staan we. Beetje lacherig. Te hobbelen. Terwijl vanuit het poolcentrum aan de overkant van de rivier een paar biljarters niet-begrijpend naar onze aanstormende troepenmacht staan te kijken. Onze vijand, keu in de hand. Biertje erbij.
Zelden beter gevoeld hoe belachelijk oorlog eigenlijk is. Dat is wat een locatievoorstelling met je kan doen.
Dit soort voorstellingen is overigens ooit uitgevonden door de Paradespecialisten van ‘De Stijle, Want…’, die in ultrakorte ervaringsvoorstellingen het publiek konden veranderden in galeislaven, koeien op een veemarkt of een stenigende meute. Leuk, maar ook confronterend: wat we niet allemaal doen wanneer we geen ‘nee’ willen zeggen, wanneer we de groep niet uit elkaar willen laten vallen. Er zijn oorlogen om minder begonnen.