Voor het tweede achtereenvolgende jaar organiseert het Festival of Early Music een Laboratorium, waarin jonge makers zich kunnen bekwamen in hun vak. Dit jaar staat Medea van de Tsjechische componist Georg Benda op het programma. Dit ‘melodrama’, een afwisseling van gesproken tekst met muziek, was bij zijn première in 1775 een doorslaand succes. Musicoloog Jed Wentz en wetenschapper Mary Helen Dupree wekten het opnieuw tot leven op basis van historische bronnen. De voorstelling van Ensemble Aurora met de Duitse zangeres Tanja Obalski als Medea oogstte gisteren in een goed gevuld Theater Kikker veel bijval. Drie redenen om deze uitvoering te bezoeken, dat kan nog vanmiddag en morgenmiddag om 15.00 uur.
1. De vorm
De discussie of het in opera nou draait om muziek bij woorden of om woorden bij muziek is van alle tijden. Al in de achttiende eeuw ageerde Jean-Jacques Rousseau tegen de overdadige operapraktijk, waarin de tekst zou worden ondergesneeuwd door het orkest. Hij stelde voor deze niet tegelijkertijd met, maar afzonderlijk van de muziek te laten klinken en het aldus ontwikkelde genre van het ‘melodrama’ nam onmiddellijk een hoge vlucht.
Geen wonder, want anders dan je zou verwachten, vormen woord en muziek een bijzonder sterke eenheid. De dramatiek van het libretto komt misschien nog wel directer over dan in een traditionele opera, hoewel van zingen geen sprake is. De tekst wordt gedeclameerd aan de hand van een zorgvuldig uitgewerkte partituur. Niet alleen zijn hierin ritme en dynamiek tot in detail genoteerd, maar ook ieder gebaar, elke gezichtsuitdrukking, elke afzonderlijke stembuiging en de interactie met de musici. Die brengen exact dezelfde emotie over als de acteurs en bereiden hun woorden als het ware voor. Het is voor beide partijen zaak alert te blijven, want één foute inzet en het hele effect gaat verloren.
De weidse gestiek en uitdrukkelijke mimiek mogen op sommige nuchtere eenentwintigse-eeuwers een overdreven indruk maken, in de achttiende eeuw ervoer men deze als het summum van natuurlijkheid. Elke emotie wordt immers gekoppeld aan (uitvergrote) gebaren die wij intuïtief maken als we bijvoorbeeld schrikken, ontsteken in woede of getroffen worden door een groot verlies.
2. De tekst
Benda zette Medea op het gelijknamige epische gedicht van de tegenwoordig zo goed als vergeten dichter Friedrich Wilhelm Gotter (1746-1797). Gotter concentreert zich op de essentie van deze Griekse tragedie en zoomt in op het moment waarop Jason zijn vrouw Medea aan de kant schuift om te trouwen met Creüsa. Hij ontneemt haar zelfs hun twee kinderen, en Medea wordt heen en weer geslingerd tussen gevoelens van verdriet, eenzaamheid, en woede. [Tweet “In compacte frasen schetst Gotter haar hartverscheurende leed en verzengende wraakgevoelens:”]
Stähle deine Brust, beleidigtes, verworfenes, ins Elend gebanttes Weib!
Mutter ohne Kinder!
[...]
Ha, Treuloser!
Ist das mein Lohn?
Hast Du vergessen, dass dein Leben mein Werk ist?
Dass ich dir alles aufopferte?
Das ich hasse, wie ich liebe?
Wer ich bin?
Was ich vermag?
Dat Medea als ultieme wraak hun twee zoontjes doodt, komt hierna niet als een verrassing: Jason zelf doden zou geringe straf zijn voor het leed dat hij haar aandoet.
3. De uitvoering
Het Italiaanse Ensemble Aurora (strijkkwartet en slagwerker) brengt de zeer afwisselende vroeg-klassieke muziek van Benda met verve tot klinken. Loepzuiver, met veel ritmische drive in de vurige passages en gepaste deemoed wanneer Medea weifelt of ten prooi valt aan weemoed en wanhoop. Tanja Obalski is een meeslepende Medea, die met lange uithalen en perfectie dictie elke syllabe – hoe zacht uigesproken ook – tot in de nok van Theater Kikker hoorbaar maakt. En met haar uitgewogen gebaren en mimiek maakt Obalski iedere emotie tot in je haarwortels invoelbaar. Ook in de bijrollen tonen Laila Neuman als Die Hofmeisterin en João Luís Paixão als Jason de overtuigingskracht van het melodrama. Hulde aan het Festival Oude Muziek dat het dit stuk – en deze vorm – weer op de kaart zet. Voor herhaling vatbaar!
Ik maakte voor het dagelijkse Festivaljournaal van de AVROTROS op Radio 4 een reportage van het repetitieproces en sprak voor Oude Muziek met Mary Helen Dupree.