Het India Dans Festival kreeg dit weekend net even wat minder aandacht van de landelijke media dan het Amsterdam Dance Event. Iets waar theaterdirecteur Leo Spreksel van het Haagse Korzo Theater zich zondag toch een beetje druk over maakte. Want zijn zalen zitten al drie dagen zo mudvol dat hij zelfs bezoekers die helemaal uit Zwitserland kwamen de deur heeft moeten wijzen. Bovendien is het publiek in Korzo kleurrijker dan op menig dansfeestje in Amsterdam. Dat er minder doden bij vallen is een leuke bijzaak.
Het India Dans Festival viert dit jaar zijn eerste lustrum. Spreksel, zelf een liefhebber van de Indiase danscultuur, begon er om artistieke redenen mee. Hij kwam er vervolgens achter dat er een hele grote Hindoestaanse gemeenschap in en rond Den Haag leeft, die graag komt kijken bij hoogwaardige kunst uit India. Daarmee past het festival in een Haagse multiculturele traditie, die naast de overbekende Pasar Malam (inmiddels Tong Tong Fair) ook de literaire festivals Winternachten (Writers Unlimited) en Crossing Border opleverde.
Dit jaar stond het openingsweekend van India Dans in het teken van Philip Glass. De Amerikaanse componist van minimal music had, na heel lang onderhandelen, toestemming gegeven voor een bijzondere bewerking van zijn opera Satyagraha uit 1979. Een paar weken voor het festival kon zo begonnen worden met het instuderen van deze opera door professionele Indiase dansers, de beroepsmusici van het Residentie Orkest en de amateurs van twee grote koren: het in 2013 opgerichte Hindoestaans-Indiase koor Zangam en het Dario Fo koor, dat overgebleven is uit de boedel van het roemruchte Westlandse volksoperagezelschap Dario Fo.
Vanwege die korte voorbereidingstijd was er dit jaar maar een korte versie te zien van de drie uur durende opera van Glass: alleen het eerste bedrijf werd gedanst, gezongen en gespeeld, en dat zag er goed uit, zeker wanneer je beseft dat er slechts tijd was voor vier repetities. Alle hoop dus dat het goed gaat komen wanneer tijdens het festival volgend jaar de grote versie van Satyagraha zal worden opgevoerd in het Zuiderstrandtheater. Dan met volledig orkest, twee keer zoveel koorzangers en nog meer dansers. Met zoveel lokaal en internationaal talent op de planken zal het ook dan geen probleem zijn om de zaal enkele avond vol te krijgen, al is het alleen maar met vrienden en familie van de deelnemers.
De geringe belangstelling vanuit de in Amsterdam gevestigde media kan ook door dit aspect zijn veroorzaakt. Standaard besteden die namelijk geen aandacht aan amateurkunst, tenzij het een enkele voorstelling van het Amsterdamse gezelschap Toetssteen, de Shakespearetraditie in het Drentse Diever of de vijfjaarlijkse Passiespelen in Tegelen betreft. U raadt het al: een rijke blanke en westerse traditie, die nog steeds weinig te maken heeft met de grote niet-westerse gemeenschappen in de Randstad.
De cultuur in Nederland wordt zo op meerdere niveaus strikt uit elkaar gehouden langs etnische scheidslijnen: Antillianen in De Balie, Hindoestanen in Den Haag, Kaapverdianen in Rotterdam, Nederlanders in de Stadsschouwbrug. Ondertussen blijven wij van de kunstmedia het fenomeen ‘echte kunst’ als excuus gebruiken om niet naar Den Haag af te hoeven reizen wegens risico op niet perfecte amateurs.
Misschien maar goed ook dat de echte cultuur zich steeds minder van dat soort officiële toestanden aantrekt. De zalen in den Haag zitten vol, de zang en dans overtuigen, de muziek klinkt puik, en na afloop kun je ook nog eens heerlijk eten voor een euro.
The India Dans Festival duurt nog t/m 31 oktober.