Op donderdag 21 januari start de negende editie van het Storioni Festival, gewijd aan het vijfhonderdste sterfjaar van Jeroen Bosch. Vrij naar diens beroemde triptiek Tuin der lusten kozen de musici van het Storioni Trio en Frank Veenstra, artistiek manager van Muziekgebouw Eindhoven, voor het thema ‘Dromen en Demonen’. Composer in residence is de Pool Krzysztof Penderecki, die beroemd werd met zijn orkestwerk Threnody for the Victims of Hiroshima.
Drie componisten werd gevraagd een op Jeroen Bosch geïnspireerde compositie te schrijven: Vanessa Lann, Aart Strootman en Marco Mlynek. De heren kregen het verzoek hierin twee instrumenten uit Tuin der lusten tot leven te wekken. Dit resulteerde in Hemelse hel, waarin zij een immense harpluit en dito draailier bespelen. Elf vragen aan violist Wouter Vossen.
Jeroen Bosch leefde en werkte in Den Bosch, jij bent geboren en getogen in Brabant. Welke rol speelde hij in jouw eigen leven?
‘Ik ben opgegroeid onder de rook van Den Bosch en ken een heleboel van zijn werken. Ik heb me altijd verwonderd over wat hij allemaal heeft gemaakt, maar kan niet zeggen dat hij nou een grote rol in mijn ontwikkeling gespeeld heeft. Hij is pas het afgelopen anderhalf jaar echt voor me gaan leven, toen we met de programmering bezig waren. Ik ben bijvoorbeeld met Tom Rombouts, de burgemeester van Den Bosch, naar het Jeroen Boschhuis geweest. Een bijzondere ervaring die ik iedereen kan aanbevelen, je kunt er zijn schilderijen en allerlei objecten driedimensionaal bezichtigen. Dat heeft me op een spoor gezet.’
Welk spoor?
‘Als je gaat nadenken over programmering en hoe je je door een schilder of zijn werk kunt laten inspireren, moet je dingen niet al te letterlijk nemen. Ik ben meer uitgegaan van wat de inspiratiebronnen waren die voor hem golden, zoals bijvoorbeeld leven en dood en wat daarna gebeurt. Al doende ga je steeds verder. Toen kwamen we uit bij zijn schilderij Garden of Delights, waar op het rechterpaneel de muzikantenhel wordt afgebeeld. We hebben allemaal zo onze eigen ideeën over wat zo’n muzikantenhel zou kunnen inhouden.’
Wat is jouw voorstelling van die muzikantenhel?
‘Ik heb wel eens een droom waarin ik de trap afloop van het Concertgebouw in Amsterdam, richting podium. Het orkest zit klaar en ik vraag aan de dirigent: wat moet ik eigenlijk spelen? Die zegt dan: het komt wel goed. Op dat moment word ik wakker, badend in het zweet. Je kunt wel zeggen dat de woorden van de dirigent eigenlijk geruststellend zijn, maar de rest eromheen is beangstigend!’
Het triptiek van Bosch leidde tot het project ‘Hemelse hel’, hoe is dat tot stand gekomen?
‘Op het paneel met die muzikantenhel van Bosch zie je twee gigantische instrumenten, een harpluit en een draailier, heel boeiend. Er worden mensen op gekruisigd, musici worden gemarteld, een mannetje wordt onder de harpluit geplet. Een koor zingt het ‘kontliedje uit de hel’ van een partituur die op zijn achterste zit geplakt. Frank Veenstra kwam op het idee die twee instrumenten na te laten bouwen door Aart Strootman en Marco Mlynek. We hebben ze bovendien gevraagd een stuk te schrijven waarin het Storioni Trio en de instrumenten elkaar ontmoeten.
De instrumenten zijn prachtig geworden en de draailier is fantastisch: hij is twee meter hoog en wordt aangedreven door drie elektromotoren. Normaal draai je zelf met je hand, maar daarvoor is het instrument veel te zwaar. Marco moet ook op een trapje klimmen om het te kunnen bespelen. Het komt dichtbij wat je je voorstelt bij hoe de hel kan klinken, het heeft een penetrante, onaangename klank.
De harplier daarentegen is juist hemels. Die is zeer knap gemaakt, want het is eigenlijk een onmogelijk instrument, ontsproten aan de fantasie van Jeroen Bosch. Het heeft een bescheiden volume en spreekt tot de verbeelding, zoals bijvoorbeeld het engeltje met de harp. Het klinkt mooi en lieflijk en wordt door Aart Strootman zelf bespeeld.’
Raakt de harpluit niet ondergesneeuwd door de draailier?
‘Nee, want er zijn twee verschillende composities. In het stuk van Strootman speelt de draailier niet mee en in het stuk van Mlynek doet de harpluit weliswaar mee, maar in een wat ondergeschikte rol. Het heeft vooral een ritmische functie, en de klank wordt versterkt. Het samenspel van ons trio met de harpluit is geen enkel probleem, maar met de draailier is het een beetje een gevecht. We zijn in de zaal eindeloos bezig geweest om de balans in orde te krijgen.’
Haken Strootman en Mlynek aan bij een middeleeuws idioom?
‘Geen van beiden refereert aan oude muziek. Ik denk ook dat dat goed is: je kunt als Storioni Festival niet zoveel doen in de zin van ‘Jeroen Boschmuziek’, wij zijn geen oudemuziekspecialisten. Er is veel inspiratie opgedaan maar de jongens hebben ieder hun eigen taal gebruikt. Mlynek gaat een beetje richting minimal music, Strootman kan ik met geen mogelijkheid in een hokje plaatsen. Een overeenkomst is dat de muziek van allebei tonaal is.’
Het thema is ‘Dromen en Demonen’ – wat overheerst in het festival, de droom of de demon?
‘Mmmmmm… Ik vermoed de demon, maar dat zeg ik meer omdat ik daarover net een gesprek had met dirigent Philippe Herreweghe. Die zei: negentig procent van alle muziek is droevig gestemd. Toch denk ik dat de meeste mensen het festival niet als treurig of demonisch zullen ervaren. We hebben ook niet bewust naar titels gezocht die in het thema passen, want dan loop je het risico papieren programma’s te maken: het ziet er in theorie prachtig uit, maar valt tegen in de klinkende werkelijkheid. Een stuk als L’histoire du soldat van Stravinsky past natuurlijk wonderwel, net als Mahlers Lied von der Erde, met dat laatste deel ‘Der Abschied’. Dat zijn hoogtepunten in het festival.’
Ook Vanessa Lann schreef een nieuwe compositie, hoe verhoudt deze zich tot Jeroen Bosch?
‘Als ik haar woorden goed vertaal, vindt zij dat het heel individueel is hoe mensen naar een schilderij kijken, zoals ze ook een concert beluisteren. Daarmee speelt ze in de rolverdeling binnen het ensemble. In elk deel van Big Picture heeft een van ons een wat meer solistische rol. Soms staat in mijn vioolpartij: ‘bijna onhoorbaar’. Af en toe sneeuwt een instrument een beetje onder, maar dat heeft ze allemaal uitgecomponeerd, het is heel precies genoteerd. Hoe het uiteindelijk uitpakt is nog afwachten, we gaan het komende maandag samen met haar doorspelen.’
Krzysztof Penderecki is composer in residence, waarom hij?
‘Ten eerste omdat hij een iconische componist is. Er is geen directe link met Jeroen Bosch, maar in ieder festival portretteren we los van het thema een bepaalde componist. De muziek van Penderecki heeft wel religieuze achtergronden. Zijn idioom en keuze van onderwerpen passen goed in het thema, zo heeft Threnody for the Victims of Hiroshima een helse kant. Dat orkestwerk kunnen we echter niet uitvoeren, we zijn een kamermuziekfestival.
Penderecki is een interessante, inspirerende man. We hebben hem in Polen ontmoet toen we daar concerten gaven. We speelden niet eens zijn eigen muziek, maar het Triple-concert van Martinů, met Sinfonietta Cracovia. Toen we hem vroegen voor ons festival, hapte hij onmiddellijk toe.
Wat ik in hem bewonder is dat hij niet bang is om mooi te schrijven, hij heeft prachtige composities gemaakt. Hij volgt gewoon zijn eigen weg en componeert wat hij zelf belangrijk vindt, niet om te voldoen aan de verwachtingen van een of andere rigide stroming. Toch is zijn muziek vernieuwend. Hij gebruikt een typische, eigen klankkleurentaal en schreef een Sextet voor hoorn, klarinet, piano en strijktrio. Een schitterende combinatie waarvoor maar weinig stukken gecomponeerd zijn. Dat wordt zelden uitgevoerd en beleeft tijdens het festival waarschijnlijk zijn Nederlandse première.’
Het Storioni Trio bestaat nu twintig jaar. Welke dromen heb je nog?
‘Ik vind het lastig te spreken over concrete doelen, maar over het algemeen geldt dat er altijd artistieke dromen blijven. In die zin dat je eeuwig op zoek blijft naar meer muzikale vrijheid. Dat je op een gegeven moment je instrument zo beheerst, dat je alleen nog maar bezig bent met muziekmaken en niet meer met je eigen beperkingen. De grondhouding van de musicus moet zijn: twijfel. Tot de dag dat het concert aanbreekt, dan moet je totaal zeker zijn van je zaak. Dat is de spagaat waarin wij verkeren.’
Welke demonen kwamen er op jullie pad?
‘We zijn met zijn drieën gezegend met een heel bijzondere relatie. We zijn dankbaar voor het succes, maar ook voor onze persoonlijke omstandigheden, voor onze gezondheid en dergelijke. De demon die we bezig zijn te trotseren, is de enorme kaalslag die door de politiek in de kunsten is aangebracht. Dat heeft ons verbijsterd. Wij worden er minder door getroffen omdat we veel in het buitenland spelen, maar de kaalslag in ballet, educatie, muziek, theaters, op alle denkbare fronten, die is schrikbarend.’
Hoe zit het met de financiering van het festival?
‘Die budgetten staan overal ter wereld onder druk. Maar dat is ook goed zo. Een festival is een soort champagnefles waarop de kurk nog nét blijft zitten: daaronder borrelt het enorm. Er zijn altijd dingen die je niet kunt realiseren, maar het bruist van de ideeën.’
Het Storioni Festival vindt plaats van 21 t/m 31 januari in verschillende steden in Noord-Brabant. De aftrap wordt gegeven in Amsterdam. De speellijst vindt u here.