The 70th audition of the Gaudeamus Music Week ended Sunday 11 September in TivoliVredenburg with the presentation of the Gaudeamus Award. Director Henk Heuvelmans presented the prize for composers under thirty to American Anthony Vine (1988). The prize money of five thousand euros is intended for a new composition, to be performed during a subsequent edition.
De jury, bestaande uit Componist des vaderlands Willem Jeths, de Koreaans-Nederlandse Seung-Won Oh en de Fransman Pierre Jodlowski, was unaniem in zijn oordeel. ‘Vine creëert een solide, volwassen, prachtig vormgegeven fragiele klankwereld,’ schreven ze in hun juryrapport.
New audience
Festivaldirecteur Heuvelmans constateerde tevreden dat deze aflevering ‘barstensvol werken van topniveau’ zat. Hij verheugde zich bovendien over het grote aantal bezoekers: ‘We hebben deze editie nieuw publiek weten te enthousiasmeren voor ons cutting edge programma van muziek waar geen label op te plakken is.’ Geslaagd noemde hij ook de eerste aflevering van Saturday Night Live, ‘een avond volledig gewijd aan de nieuwste muziek in al haar verschijningsvormen’.
Van elk van de vijf genomineerden werden tijdens het festival drie stukken uitgevoerd. Naast Vine betrof het James O’Callaghan (1988, Canada), David Bird (1990, Verenigde Staten), Giulio Colangelo (1986, Italië) en Shih-Wei Lo (1985, Taiwan). Hun werk werd verdedigd door de strijkkwartetten-in- residence Oerknal! en Quatuor Bozzini; het Haagse gezelschap Modelo62; het Utrechtse Insomnio en het Amsterdamse Silbersee.
Sound research
Over Vine schrijft de jury verder: ‘Hij weet de identiteit van de verschillende bronnen van geluiden, zoals het gebruik van elektronica, op een uitzonderlijke manier te vervagen.’ Zelf hoorde ik twee van zijn stukken: From a Forest of Standing Mirrors and For Agnes Martin, zeer geconcentreerd en feilloos uitgevoerd door Modelo62 in Theater Kikker.
Vine presenteert vooral klankverkenningen. Een strijkstok glijdt langs de toets van een marimba, een piano speelt verdroomde, impressionistische loopjes, de musici neuriën mee met de muziek, een klarinet produceert krakende klanken en cassettes in gettoblasters hullen de zaal in witte ruis terwijl violist en cellist met hun strijkstok hoog over de hals van hun instrument strijken.
Veel van wat Vine bracht behoort inmiddels tot de clichés van de eigentijdse muziek. Dat geldt trouwens ook voor de composities van James O’Callaghan, David Bird en Giulio Colangelo. Dat jonge componisten vaak opnieuw een wiel lijken te willen uitvinden dat allang bestaat maakt de Gaudeamus Muziekweek echter niet minder belangrijk. Hier klinkt immers de muziek van nu, gemaakt door de generatie van nu.
Persoonlijk was ik het meest onder de indruk van het koorwerk Madhye II van Shih-Wei Lo. Meer dan de overige genomineerden communiceert hij met zijn publiek. Bovendien is Lo niet bang voor lyriek. Maar smaken verschillen en ik heb slechts één compositie van hem gehoord.
Ik betwijfel of Anthony Vine in de toekomst een zelfde status weet te verwerven als eerdere prijswinnaars Unsuk Chin, Michel van der Aa and Louis Andriessen. – Maar het is hem van harte gegund.