Wonderlijk verhaal: Utrecht had tussen 1957 en 1967 een beroemde jazzclub. Hij was – inclusief eierdozen op het gewelf – opgericht door jazz-minnende tieners. Daar trad niet alleen de fine fleur van de Nederlandse jazz op, maar ook menige internationale grote naam. In het kader van de Utrechtse Culturele Zondagen werd afgelopen zondag (23 april) in een werfkelder aan de Oude Gracht die bijzondere geschiedenis succesvol opgeroepen door drie Nederlandse jazz ensembles van faam.
Het massaal toegestroomde publiek genoot ten volle en al snel hing er minstens een gedachte in de lucht: waar was Persepolis?
De overkant van de gracht
De presentator van dienst, de Utrechtse jazzbassist Hans Mantel, begon direct met de vraag die menigeen bezighield: was dit nu wel de precieze lokatie? Details zijn immers in de beleving van nostalgie heel belangrijk. Helaas, de originele Persepolis zat pal aan de overkant van het water. Deze jazzlokatie voor 1 dag is momenteel een ZZP-hub op idealistische grondslag. Een vraag die uw verslaggever kwelt: vanwaar toen die naam Persepolis? Dat is nergens in de artikelen terug te vinden. Helaas verklaarde Mantel dit mysterie ook niet nader.
Kirrende pensionados
Ruim voordat de deur van de werfkelder open ging had zich al een lange rij jazzliefhebbers gevormd, de meesten op leeftijd. Het werd een ontmoeting van formaat: overal hoorde je vrolijk kirrende pensionados in een gemoedelijk wederzien na decennia. Op het programma trompettist Ack van Rooijen, het ICP Octet en ‘Tribute to Wayne Shorter’ door o.a. saxofonist Ad Colen. Het bood een perfecte balans tussen nostalgische jazz en actuele impro. De Utrechtse Culturele Zondagen zijn een geliefd en krachtig middel ter verspreiding van cultuur onder de nog niet bekeerden, maar deze line up gratis aanbieden? Eigenlijk is het een gotspe.
Hemels manna
Trompettist Ack van Rooijen, geboren 1 januari 1930 (!) bracht op bugel[ref]familielid van de trompet, met een aangenaam omfloerste sound[/ref] een stemmige set Chet Baker-repertoire, met pianist Rein de Graaff, bassist Ernst Glerum en drummer Han Bennink in een aangenaam dienende rol. Bennink heeft de internationale reputatie een ongekooide tijger te zijn, maar dat imago is slechts een deel van het verhaal. Ack van Rooijen en Rein de Graaff kregen van Bennink alle ruimte voor fragiele, gevoelige soli, die als hemels manna werden ingenomen door het publiek.
ICP in sprankeling
ICP opende daarna in octetvorm hun set met een en al sprankeling. Een beetje zenuwachtig (A bit nervous) is een compositie van de onlangs overleden grondlegger van ICP Orchestra, tevens bedenker van het fenomeen ‘instant composing’, Misha Mengelberg. Gevolgd door de composities Meelworm, Tuinhek and Reukzout – de man had een talent voor kernachtige titels.
Waar ik vooraf vooral benieuwd was hoe men nu speelt, zo kort na de begrafenis van Mengelberg, blijkt het ICP intenser dan ooit te spelen. Ineens bedacht ik me: misschien is dit jaar voor hen ook wel het jaar van een zekere bevrijding. Geen enkele reden om je zorgen te maken over deze internationaal befaamde kruising tussen een swingende jazzband en een kamerorkest.
Ode aan luisteren
Bennink speelt altijd met de focus van een Zenmeester, maar in de beslotenheid van een werfkelder valt pas goed op hoe mooi iedereen speelt en hoe organisch dit allemaal samenvalt. Hoe makkelijk men switcht van krachtig swingende Ellington-jazz naar hedendaags klassieke inspiraties en vrije klanken die nooit de mist in gaan. ICP ondergaan is en blijft een met niets te vergelijken belevenis. Met dit concert werd niet alleen de jazzclub van weleer een ode gebracht. Dit was een ode aan luisteren als zodanig.
We benoemen wat hoogtepunten, want uiteraard had de thuisblijver ongelijk. 12 bars, for Herbie Nichols, wederom een compositie van Mengelberg, die internationaal geprezen wordt om de wijze waarop hij het oeuvre van Nichols (die o.a. Lady sings the blues componeerde, maar pas na zijn dood alom werd erkend) heeft ontsloten voor de toekomst.
‘Tobyyy!’
Een prachtig omspeelde versie van Take the “a” train, met slechts flarden van de melodie die de herinnering kietelen, zonder die dood te slaan in uitgebleekte nostalgie. Tobias Delius die een korte, vlammende solo eruit blies, die Bennink de kreet liet ontsnappen: “Tobyyy!”. Wolter Wierbos op trombone ontroerde diep. Plotseling (zijn collega’s keken even liefdevol naar hem op) stapte hij naar het midden van het podium voor een van blues zinderende solo die werkelijk door merg en ziel ging. De man is verdrietig, maar wat een sound haalt hij uit zijn trombone.
Gemishamengelbergde Monk
Guus Janssen deed met vrolijkstemmende ‘guajeos’, die typische pianoriffjes waaraan salsa zijn verbijsterende danspotentieel ontleent, eer aan zijn grote voorganger. Maar hij voegde daarmee ook iets wezenlijks nieuws toe aan de ICP-sound.
Tenslotte werd Thelonious Monk nog op fraaie wijze ‘gemishamengelbergt’. Wederom een liefdevolle sublimering in plaats van een geborneerd citeren om te demonstreren dat je je klassiekers kent, dat in veel jazz gebruikelijk is.
De chaos overwonnen, in Mood Indigo
In tijden van Trump is jazz misschien wel het allersterkste statement dat je als mens op deze ecologisch gezien eindige planeet kunt maken. Een collectief nastreven, met behoud van eigen karakter. Uw verslaggever lag al in katzwijm toen het ICP Octet haar ultieme troefkaart op tafel legde: Mood Indigo, misschien wel de allermooiste melodie uit de jazz. Een melodie die in staat is om de chaos te overwinnen.
Meer dan een podium?
Het is de schrijver van dit bericht hopelijk vergeven dat er hierna nodig lucht moest worden gehapt, zon moest worden genoten en koffie moest worden gedronken in de overigens prijswinnende koffiezaak pal boven ‘Persepolis 2017’.
Tenslotte die gedachte waarvan ik zeker weet dat iedereen in de kelder hem dacht. We hebben het enorme Tivoli-Vredenburg, waarin alle genres van muziek facilitair perfect kunnen worden aangeboden. Maar is een zaal niet veel meer dan een podium voor musici? Is het niet ironisch dat de Nederlandse overheid overal hele dure cultuurgebouwen neerzet, terwijl het publiek massaal migreert naar festivals en off beat lokaties zoals kerken en oude kantoorgebouwen? Deze ZZP-hub vraagt om een klein serietje jazz en andere muziek die zich voor deze lokatie leent.
De pensionados van 2060 vragen er om.