Over omvang van de pot met geld die op ze ligt te wachten, verschillen de meningen, maar vooral ‘urban‘ makers weten de weg naar ons kunstsubsidiestelsel nog niet te vinden. Daarom hebben de drie cultuurfondsen die zich vooral met podiumkunst bezighouden ambassadeurs aangesteld in een aantal Nederlandse steden. Deze ‘Matchmakers’ moeten de kloof tussen Den Haag en ‘de regio’ verkleinen. Het Fonds Podiumkunsten, Het Fonds Cultuurparticipatie en het VSBfonds werken in dit initiatief samen. Per jaar wordt bezien of het initiatief het gewenste resultaat oplevert.
Het gaat volgens Dennis Stam van het Fonds Podiumkunsten om acht jonge mensen, die al een aardig netwerk hebben opgebouwd in de urban cultuur van hun stad. ‘‘Het zijn herkenbare personen, die niet alleen passief gaan wachten op aanvragen, maar die ook actief op zoek gaan naar makers met goede ideeën die de weg naar de drie fondsen nog niet hebben gevonden.’
Niets in Overijssel
De acht steden waarin nu een matchmaker aan het werk gaat liggen niet gelijkelijk verspreid over het land. Zo ontbreekt heel Overijssel en wordt Noord-Nederland bestreken vanuit Groningen. Brabant heeft twee steden met een matchmaker, die ook nog eens vlak bij elkaar liggen: Tilburg en Eindhoven. Van de grote steden krijgen Den Haag en Utrecht een ambassadeur toegewezen. Almere ziet het Fonds als de spannendste deelnemer in het project. De hele lijst tref je aan op MatchmakersCultuur.nl
‘We hebben vooral gezocht naar steden waar al een bedding aanwezig is,’ verklaart Stam de verdeling: ‘Tilburg en Eindhoven hebben een flinke urban cultuur, maar we zien dat de makers daar het als Fonds nog niet voldoende kunnen vinden.. Datzelfde geldt voor Utrecht en Den Haag.’ Mocht het plan succesvol zijn, zullen ook andere steden een matchmaker krijgen. De deelnemende fondsen kijken na dit jaar of en waar die mensen nodig zijn.
Regional infrastructure
Met de regeling lopen de fondsen vooruit op de cultuurverkenning van de Raad voor Cultuur. In november kwam dat adviescollege met een stuk waarin de huidige subsidiestructuren kritisch tegen het licht werden gehouden. Het huidige systeem rijkssubsidie is gebaseerd op een verdeling in een Basisinfrastructuur (BIS) waarvan de subsidies min of meer vaststaan, en een aantal fondsen dat al het overige voor zijn rekening neemt. Daarnaast zijn er natuurlijk de gemeenten en provincies die elk hun eigen budgetten en beleid beleid hebben.
De Raad wil daar iets aan veranderen. Naast de BIS zou er een regionale basisinfrastructuur (RIS) moeten komen, waarin een twaalftal stedelijke regio’s het voor het zeggen krijgen. In het Haagse flatgebouw waarin het Fonds Podiumkunsten huist, moeten toen wat alarmbellen zijn gaan rinkelen. Niet eens zozeer van de medewerkers zelf, als wel van de 83 instellingen die nu geld ontvangen van dat fonds. Moeten zij nu opeens zich gaan verbinden aan een van de twaalf regio’s in de RIS? En wat dan?
Paniek
De aanstelling van de stedelijke matchmakers moeten we natuurlijk los zien van deze al dan niet terechte paniek. De sollicitatieprocedure begon immers al lang voordat de Raad met zijn verkenning kwam. Toch ligt het voor de hand dat het Fonds zich met deze Matchmakers een steviger positie verschaft in de vele ontwikkelingen die het komende jaar en daarna zullen volgen.