Het Holland festival heeft een traditie in het combineren van film met live muziek. Of het nou de postpunk band Mogwai is bij Mark Cousins’ Atomic Cinema of een live begeleiding bij een zwijgende film, er gebeurt meestal iets magisch. Dat was zeker ook zo bij de vertoning van Der Müde Tod (1921) van Fritz Lang, begeleid door componist in focus George Benjamin. En dat lag niet alleen aan de fraaie versie van de film.
De versie die we zagen is in 2016 is gerestaureerd door de Murnau Stiften te Wiesbaden. Anders dan de zwartwit versie die ik ooit in mijn studententijd zag, was deze getint zoals gebruikelijk was voor films uit die tijd. De film werd in bijvoorbeeld blauw, geel of sepia kleurbad gedoopt. De kleur had de bedoeling om de emotionele of dramatische lading van het verhaal kracht bij te zetten. Want anders dan tussentitels en tint, had een regisseur weinig middelen om de vertoning echt te kunnen sturen.
Film as Fritz Lang intended
Iedereen met een orgel of triangel kon naar hartenlust begeleiden, ongeacht de aanwijzingen van de regisseur. De operateur kon een film desgewenst versnellen zodat er nog net een film extra vertoond kon worden (meer inkomsten!). Als filmmaker was je aan de wilde spinnen overgelaten. Hoe fijn is het dan om een kopie te zien die niet alleen prachtig is, maar waarvan je ook kunt aannemen dat het eruit ziet zoals Fritz Lang het heeft bedoeld.
Der Müde Tod was de tweede speelfilm van Lang, 2 jaar na Die Spinnen in 1919 en 4 jaar voor het briljante Metropolis. Duitsland had wel een rijke theatertraditie, maar geen filmtraditie. Film werd gezien als veredelde kermisattractie en er werd dan ook niet veel geld in gestoken. Dat was ook niet voorhanden, net na WWI.
Het voordeel van een gebrek aan traditie en geld is dat er eens stevig beroep gedaan werd op inventiviteit van de maker en dat er alle vrijheid was om een geheel eigen stijl te ontwikkelen. Fritz Lang is daar de belichaming van. Geen film is zo vaak geciteerd in de populaire cultuur als Metropolis.
Fate in 6 verses
Maar zover was hij nog niet tijdens het maken van Der Müde Tod. Tod is een romantisch, dramatisch verhaal in 6 verzen over een meisje dat haar verloofde terug wil halen uit de dood. De dood mag hem niet teruggeven, hij is immers een werknemer van God, maar wil het meisje ter wille zijn en geeft haar 3 pogingen om een leven te redden. Uiteraard lukt dat niet, want Gods wil is wet en de Dood kan daar niets tegenin brengen. Het arme kind sterft uiteindelijk zelf.
De spanning en het plezier van het kijken zit ‘m niet in de verrassende plotwendingen, zoals eigenlijk nooit het geval is met vroege films. Waar het wel in zit is de stijl. Lang grijpt de verschillende verhaallijnen aan om daarmee te experimenteren. De kern van het verhaal, het meisje en haar verloofde komen in een verlaten dorp aan, is gezet in een bijna kluchtige, boertige toon, met karikaturen van dorpelingen en hoogwaardigheidsbekleders. De decors zijn rustiek: een herberg met grove houten inrichting, veel trappetjes en een dorpspomp.
Naive exoticism
Leuker wordt het in de 3 ‘verzen’ waarin het meisje mag proberen haar geliefde van de dood te redden. In 3 compleet verschillende en bijna Efteling-achtige settings krijgt ze te maken met de meest curieuze uitdagingen. In Venetië moet ze hem redden uit de handen van een slechte hoveling maar is ze per abuis tijdens karnaval zelf verantwoordelijk voor zijn dood.
Curieuzer is de versie waarin ze de zus is van de kalief en haar lief een ongelovige. Tijdens Ramadan (!) probeert ze hem te ontzetten als gelovigen hem tijdens een derwisjen dans ontdekken. In een duizend-en-een nachten paleis verloopt de achtervolging niet zoals gewenst en ziet ze hoe de tuinman hem levend begraaft.
De Chinese versie is het wildst. Als hulpjes van een tovenaar moeten ze uit handen zien te blijven van een keizer die er, ondanks zijn oriëntalistische gewaad, erg Duits uitziet. Vliegende tapijten, een toverpaard, een jade toverstaf en Boeddhabeelden komen er aan te pas, maar helaas: ook hier overleven ze het niet. Fritz Lang heeft evenwel alles van stal kunnen halen om zijn publiek te kunnen betoveren met buitenissigheden in stijl en verhaal. Heerlijk.
Het einde lijkt het meest op de Lang die we kennen: expressionistisch, met hoge trappen, scherpe schaduwen en dramatisch licht. Een voorbode van zijn latere films.
The mastery of George Benjamin
Zonder de muziek van George Benjamin zou het een interessante maar lange avond zijn geweest. Mét zijn muziek was het spannend, prachtig en soms zelfs ontroerend. Benjamin, student bij Olivier Messiaen en Alexander Goehr heeft zijn sporen verdiend als componist van heel divers werk. In dit Holland Festival zullen nog 3 werken van hem te zien zijn.
Hij doet nauwelijks meer dit soort geïmproviseerde filmavonden, en dat is erg spijtig. Met zichtbaar plezier begeleidde hij de film op zijn vleugel. Alle verzen hadden hun eigen toon en stijl, zonder dat het illustratief werd. Bij hem geen Arabische of Chinese toonzettingen. Muziek stuurt, of je nu wil of niet, de lading van een film. Violen is drama, percussie is actie. George Benjamin neemt je mee de film in, hij verhoogt je betrokkenheid bij de film, maar maakt het niet plat, te kluchtig of te dramatisch. Ook in een geïmproviseerde, dienstbare setting toont hij zich meester.
Mooie bespreking, jammer dat ik er niet bij kon zijn. Ik sprak George Benjamin in maart over zijn opera Lessons in Love, iets om naar uit te zien. https://theaderks.wordpress.com/2018/06/16/george-benjamin-on-lessons-in-love-violence-martin-crimp-wrings-music-from-me-hf18/amp/
Comments are closed.