Als er een Nobelprijs voor briljante innovatieve festivalideeën wordt ingesteld, mag de eerste worden uitgereikt aan degene die gisteren dé oplossing bedacht voor ‘het festivalgesprek’. U weet wel, dat altijd noodzakelijke gesprek met de belangrijke gast of gasten. Aan een tafeltje. Op stoelen. Op televisie is zo’n setting al problematisch, live in een theater meestal dodelijk. Een nu nog anonieme medewerker van debatcentrum De Balie, dan wel het Holland Festival, toonde gisteren hoe dat probleem in een keer kan worden opgelost. Met een groot vel papier.
De oplossing was misschien in eerste instantie minder briljant dan hij uiteindelijk werd. Voor het gesprek met William Kentridge en rising star in de beeldende kunst Raquel van Haver had het team namelijk van alles bedacht om het leuker te maken. Projecties waarin live gebladerd werd in kunstwerken, iemand met een videocamera, en natuurlijk gespreksleider Yoeri Albrecht die again een flinke stapel kaartjes met vragen klaar had liggen. Die hij dus, net als eerder met die andere associate artist van het Holland Festival Faustin Linyekula, al na een paar minuten in de prullenbak kon doen. Wie rasvertellers interviewt moet met heel erg zwaar geschut komen om er een speld tussen te krijgen. En net als Faustin Linyekula is William Kentridge een geweldig verteller.
De schrik van elke kunstenaar
Maar nu dus dat vel papier. dik twee bij vier meter, lekker wild met gaffertape vastgeplakt. De schrik van elke kunstenaar, een kwelling om naar te kijken, stelde Raquel van Haver meteen. Ook voor Yoeri Albrecht was niet helemaal duidelijk wat ermee moest, totdat William Kentridge eigenlijk al bij de eerste vraag een stuk houtskool pakte, naar het vel papier stapte en al tekenend begonnen uit te leggen wat hij daarmee bedoelde: ‘denken in houtskool’. Want dat wilde Albrecht weten: hoe je kunt denken in een materiaal. Dat kun je dus alleen uitleggen door te tekenen met dat materiaal. Niet dat we het in de zaal nu meteen snapten, maar dat was ook helemaal niet meer nodig.
De verdere anderhalf uur brachten de beide kunstenaars voor het papier door. Zo nu en dan tekenend, doodelend, iets onderstrepend. Er was beweging, er was beeld, er was geanimeerd contact en er was een cameravrouw die rare bewegingen maakte (tweede prijs).
Kunst over afkomst
En ondertussen ging het dus ook nog ergens over. Niet zozeer over de vergeten verhalen die eigenlijk het onderwerp van het programma zouden zijn, maar over kunstenaarschap en afkomst. Raquel van Haver, onlangs nog geëerd met een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum van Amsterdam, vertelde wat kunstenaars zoals zij, met een zichtbaar andere dan Hollandse afkomst, overkomt. Ze worden eigenlijk altijd geacht om kunst te maken over het feit dat ze anders zijn. Aan witte kunstenaars wordt die vraag nooit gesteld.
Ze onthulde dat ze bij bij haar tentoonstelling in gesprek raakte met een New Yorkse galeriehouder die haar een vraag stelde die haar hier in Nederland nog door niemand was gesteld: ‘Waarom maak je wat je maakt?’ Een tamelijk schokkende onthulling voor iedereen die in deze tijd over kunst schrijft, lijkt me dat.
Herkenning
Kentridge, ondertussen, vertelde dat er in Zuid Afrika ook lang na het einde van de Apartheid nog onderscheid was tussen witte en zwarte kunstenaars: witte kunstenaars werkten allemaal abstract, terwijl zwarte kunstenaars uitsluitend figuratief werk maakten. Werk dus, dat door de witte kunstelite vanzelf als minderwaardig werd beschouwd. Dat Kentridge er daardoor uiteindelijk ook voor koos om figuratief te gaan werken, was dus een revolutionaire daad, met indrukwekkende gevolgen.
Beide kunstenaars kwamen al krassend en gebarend tot veel boeiende gedachten, die nog terug te zien zijn op de livestream van de bijeenkomst. Let daarbij overigens ook op wat ze stiekem proberen te doen. Raquel van Haver probeert op zeker moment een vis te tekenen, Kentridge werkt, al krassend, naar een liggend personage toe. Omdat we allemaal iets willen zien en herkennen. Zonder dat vel papier was deze avond niet zo onderhoudend en inzichtelijk geweest.