(bewerkt 12:13 u om de planning inzichtelijk te maken) (bewerkt 18:08 met reactie woordvoerder Minister Ingrid van Engelshoven)
Een woordvoerder van Minister van Engelshoven laat het volgende weten:
‘Het ministerie herkent zich niet in deze voorbarige berichtgeving. Het kabinet kijkt in den brede naar scenario’s hoe de samenleving eruit komt te zien mochten de maatregelen rondom het coronavirus in de toekomst versoepeld worden. Dat geldt ook voor de cultuursector. De vraag of daar extra middelen voor nodig zijn of niet ligt nu uitdrukkelijk niet op tafel.’
‘Het ministerie kijkt op dit moment wel naar extra steunmaatregelen voor de culturele sector waar over spoedig meer bekend zal worden.’
Volgt hier de tekst van het bericht, op basis van wat ons door een topambtenaar werd doorgegeven:
Binnenkort krijgt de Raad voor Cultuur opdracht voor een plan om de cultuursector de anderhalvemetersamenleving te laten overleven. De inzet van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is, om dat binnen de bestaande financiële kaders op te lossen. Dat hebben bronnen in de top van dat ministerie gemeld. Net zo min als voor de verbetering van de arbeidsvoorwaarden (fair practice) zal het kabinet extra geld vrijmaken om de dreigende faillissementsgolf in de kunsten te voorkomen. Een solidariteitsfonds, waarop vooral de commerciële producenten, degenen die het zwaarst getroffen gaan worden, aanspraak kunnen maken, zal moeten komen uit de bestaande subsidies.
Wat sommige mensen vorige week nog zagen als een absurde speculatie, wordt dus werkelijkheid: het ‘Australische model’. Na zware bezuinigingen in het vorige decennium leveren daar de gesubsidieerde instellingen tot 30 procent van hun overheidssteun in om hun minder fortuinlijke vakgenoten en zzp’ers te redden. Net als bij onze tegenvoeters treft die solidariteitskorting ook hier vooral de kleinere, kwetsbaarder kunstinstellingen en juist de zelfstandige kunstenaars. In Nederland zijn bijvoorbeeld de Rijksmusea redelijk veilig, omdat zij vorig jaar de Erfgoedwet zijn binnengeloodst.
Zinloze beoordeling
De vraag die nu ook leeft in de top van het ministerie is, of het nog zin heeft door te gaan met de beoordeling van de subsidieaanvragen voor de volgende kunstenplanperiode. De werkelijkheid is in de afgelopen maand immers ingrijpend veranderd. Plannen kunnen onmogelijk worden uitgevoerd, en omdat de beoordeling van bestaande subsidies tijdelijk is opgeschort, is het feitelijk ook onmenselijk om kunstinstellingen in deze tijd af te rekenen op slecht beleid, of ondanks goed beleid plaats te laten maken voor nieuwkomers.
De vraag is of het tij nog gekeerd kan worden. Reden dat contact is gezocht met Cultuurpers kan ook zijn dat men hoopt dat de sector een vuist maakt. Minister Ingrid van Engelshoven heeft te weinig gezag binnen het kabinet om aan de heersende opinie in de coalitie iets te veranderen. Lagere overheden, die de huurpenningen van de door ambitieuze wethouders neergezette kunstgebouwen hard nodig hebben, zullen niet te hulp kunnen schieten.
Opportuun
De culturele sector zelf is – ondanks dappere pogingen het anders te doen – te verdeeld om met één duidelijke lobby juist de andere coalitiepartners op andere gedachten te brengen.
Maar kan de sector nog iets? Laten we wel wezen: nu heel veel stampij maken om geld terwijl de IC’s vol lopen is niet handig. Wijzen naar onze oosterburen, waar juist een steunpakket van 50 miljard voor de culturele sector (Red: de 50 miljard is voor de hele economie, maar cultuur werd door de premier als eerste reddingsdoel genoemd) is aangekondigd, niet opportuun. De coalitie eraan herinneren dat de leider van de grootste oppositiepartij de gesubsidieerde kunsten samen met de politieke orde heeft uitgeroepen tot volksvijand nummer 1 levert alleen maar Brabantse toestanden op.
Wie wil Wicky zijn? Of liever gezegd, wie slaagt erin meer mensen over de eigen schaduw heen te laten kijken?
Wij moeten het ministerie dwingen een virtueel ‘donker huis’ te maken waar we alle gevolgen, door de hele sector heen en voor alle disciplines kunnen inventariseren, waardoor we op zijn minst weten dat de elke situatie op het ministerie is gekend. (dus even niet via de vertegenwoordigende koepel-instellingen, want daar verdwijnen 90% van de leden uit beeld) Daarvoor moet dan even een Multi-user game omgeving worden omgebouwd, waarin we elkaar ook via avatars kunnen ontmoeten en besprekingen houden.
Daarin moet en dan per provincie en gemeente kamers worden gemaakt, en kan ieder gezelschap, ieder gebouw, iedere individuele kunstenaar aantekenen wat zijn of haar positie is welke rekeningen oplopen, welke tekorten er ontstaan. Ook huiseigenaren en werkers die afhankelijk zijn van de culturele sector (beveiligers, schoonmakers, technici, boekhouders etc etc kunnen er terecht. Elke kamer heeft een totaaltelling. )
Zo kunnen we gênante de noodkreten uit de sector besparen dat ze zich via de landelijke pers tot de ministeriële sfinx moeten richten, en kunnen we ons nutteloze complimenten over de veerkracht van de sector en de ‘mooie experimenten’ besparen.
Ook kunnen we in zo’n huis collega’s vinden om 1,5 meter plannen te maken voor zodra het kan.
Ook even geen gratis artistieke content meer op het net plaatsen, of tenminste altijd het publiek in de gelegenheid stellen om ’toegang’ te betalen.
Comments are closed.