‘Wij komen met deze hartenkreet, omdat wij oprecht bezorgd zijn dat de culturele sector de lockdowns van de afgelopen twee jaar niet te boven komt.’Dit schrijven de voorzitters van de Raden van Toezicht van een groot aantal culturele instellingen vandaag in een brief aan Ernst Kuipers, minister van VWS, en Robbert Dijkgraaf en Gunay Uslu, respectievelijk minister en staatssecretaris van Cultuur. De culturele en (oud)politieke zwaargewichten, zoals Carolien Gehrels, Jozias van Aertsen en Marri De Gaay Fortman, vragen de bewindspersonen om heropening van de sector, en dan niet tot 20:00, wat feitelijk geen opening is, maar tot 24:00, waarbij de bar om 20:00 uur dichtgaat en -blijft.
Dat zou een terugkeer betekenen van het protocol zoals dat tot de huidige lockdown gold. Dat was een protocol dat niet tot uitbraken en besmettingsgolven heeft geleid, en dat mogelijk ook onder de superbesmettelijke omicronvariant zou kunnen werken. Ze stellen: ‘Onze zorgen betreffen het culturele overleven, meer nog dan het economische overleven (dat overigens ook meer en meer aan de orde is zoals u begrijpt). Als toezichthouders zien we dat er een kritische grens is bereikt. Door het voortdurend op- en afschalen wordt de lange termijnplanning(sic) van musea, producenten en podia onmogelijk, zoeken de vele zelfstandige kunstenaars, technici en anderen die in deze sector werkzaam zijn elders een onderkomen, waardoor nu al zichtbaar is dat de culturele kwaliteit ook in de toekomst onder druk komt te staan. Wat eenmaal weg is, is lastig weer opbouwen.’
Le Guess Who
Daarmee sluiten de toezichthouders zich aan bij de al eerder geuite vrees dat met name het verlies aan ondersteunende ervaring de sector op de lange termijn gaat opbreken. Zo sprak ik zelf onlangs Johan Gijsen, directeur van het gelauwerde Utrechtse festival Le Guess Who, die zich ernstig zorgen maakt over het verlies aan ervaring op het gebied van de begeleiding en ontvangst van de artiesten voor het festival, die uit ontzetttend veel verschillende culturen afkomstig zijn, en die elk op hun eigen manier behandeld moeten worden. Ben je de mensen kwijt die daar ervaring mee hebben, raak je goodwill kwijt bij je internationale gasten.
Zomaar een klein detail, maar met verstrekkende gevolgen. De toezichthouders besluiten met een omineuze laatste zin: ‘Op dit kritische moment kunnen wij er nog alles aan doen om de culturele sector weer te doen herleven. Maar langer uitstel maakt dit zo goed als onmogelijk.’