“You know, I am just a little man, I want to introduce you my wife,” zei de Franse Abd al Malik tegen het Holland Festival-publiek. Gelijk heeft ie, want zijn Marokkaanse vrouw Wallen was van 2001 tot 2008 ongetwijfeld een van de koninginnen van de Franse R&B wereld. Hiermee was de toon gelijk gezet, want de befaamde zangeres schitterde 18 jaar na het uitbrengen van haar hit ‘L’Olivier weer op het podium van het Muziektheater.
De tedere nummers van Wallen, anagram voor haar echte naam Nawell Azzouz, schurken tegen de lyrische poëzie aan. Ze pleit voor tolerantie, liefde, saamhorigheid en vrede. In 2001 bracht ze haar eerste album uit, A Force de Vivre, wat haar een nominatie opleverde voor les Victoires de la Musique, de Franse équivalent voor de Grammy Awards. Op haar tweede album, Avoir la Vie Devant Soi, staan de ontroerende nummers Donna et L’Olivier, waar dit optreden van het artiestenduo in het Holland Festival naar vernoemd is.
Muzikaal manifest
Jonge R&B- en poëzieliefhebbers kwamen in drommen naar het Muziekgebouw aan het IJ, dit keer om de dag feestelijk af te sluiten op de HF Young avond. Artistieke vernieuwing en experimentele vormgeving stonden centraal. Al Malik trapte het concert af met twee ijzersterke rapnummers, Soldat De Plomb and Gibraltar, waarin hip-hop en jazz met elkaar worden gemixt. Videobeelden, elektrotechniek en lichtinstallaties op het podium versterkten zijn boodschap. Hij werd begeleid door een groep van zes bandleden, die de drums, synthesizer en elektrische piano bespeelden.
Het pacifistische zangerduo Abd Al Malik en Wallen hebben elkaar ontmoet tijdens de millenniumwisseling, toen Al Malik de rapgemeenschap New African Poets had opgezet samen met zijn broer Bilal en zijn nicht Aïssa. Gelijkgestemde pan-Afrikaanse dichters gebruiken hun stem om morele boodschappen over te brengen. Conscious rappers, noemen ze zichzelf, die zich afzetten tegen de gangsterrap cultuur. Ze brachten hun jeugd door aan de rafelranden van de samenleving, de banlieus van Parijs en Straatsburg, and zoeken in hun muzikale manifest naar gerechtigheid, broederschap en identiteit.
Aangetrokken tot soefisme
Als tiener verloor Al Malik zijn vrienden aan heroïne, moord en zelfmoord; ratelend en boos zocht hij verklaringen over de betekenis van het leven in On the Shortness of Life van de Seneca. Toen hij 16 was, deed hij afstand van het bestaan als professionele drugsdealer en zette hij zijn schuldgevoelens aan de kant. Hij verbrandde alles wat hij met onrein geld had gekocht en sloot zich aan bij een moslimsekte. Later werd hij aangetrokken door het soefisme, de mystieke vorm van de islam waarin de puurheid van de ziel centraal staat. Dit geloof stemde hem gerust, omdat het streeft naar spirituele beleving en kennisvergaring.
Van het oversteken van de Middellandse Zee tot het wonen in Brazzaville in Congo en de Franse banlieus, Al Maliks teksten kenmerken zich door het gebruik van een ruim vocabulaire en een visie op de Franse maatschappij. In 2008 werd hij als ridder benoemd in de Franse Orde van Kunst en Letteren wegens zijn verdiensten op het gebied van kunst en letterkunde in de populaire media. Zijn muzikale kracht en intense woordkunsten waren al eerder te horen op het Holland Festival van 2019, met zijn succesvolle poëtische verhaal Le jeune noir à l’epée. Hij refereert hier aan het schilderij van Pierre Puvis de Chavannes dat identiteit in tijden van de 19de eeuwse globalisering onder de aandacht brengt.
Mon amour
"When he stares into space, I can see I can feel his pain,” zingt Wallen in het duetnummer mon amour. Wallen en Al Malik delen een verhaal van vervreemding en verlossing door cultuur en weten elkaar daarin te vinden. Zij zijn al 25 jaar getrouwd en hebben vier kinderen. Hun liefde is voelbaar op het podium. In de uitwisseling met het publiek is ook duidelijk dat hun filosofie de liefde is en poëzie hun drijfveer. Prachtige teksten en videobeelden lichten toe dat Donna te snel opgroeit in de stad, naar haar identiteit zoekt en naar liefde hunkert.
Andere melodramatische nummers van Wallen gaan over verdriet, schuld, lege zakken, gewonde harten en de zoektocht naar identiteit en nationaliteit.
De balans tussen de twee artiesten was wat scheef. Ik had graag meer gehoord van de conscious rapper Al Malik, omdat zijn woorden meer bij mij aansloegen dan die van Wallen en omdat zijn verandering naar het soefisme mij intrigeerde. Daarnaast is Al Malik heel veelzijdig en introspectief, wist harde verhalen over zijn criminele gedrag om te zetten in gevoelige nummers zoals Les Autres, of in M’effacer en te reflecteren op het racistische politiegedrag in de achterstandswijk Neuhof in Straatsburg.
L’Olivier
L’Olivier is de vrucht van de jarenlange samenwerking van het stel. Beiden kind van immigranten, reflecteren in dit werk op hun gezamenlijk gevoelde behoefte aan vrede en rechtvaardigheid en aan positiviteit in tijden van collectieve onzekerheid. Ze noemen het een ‘persoonlijke, emotionele routekaart’ en zingen én rappen over ballingschap en ontworteling. De twee stemmen sluiten mooi op elkaar aan: de tederheid van Wallen en de krachtige stem van Al Malik. Door muzikale invloeden uit verschillende culturen te verwerven uit de jazz, Spaanse flamenco tot Midden-Oosterse klanken creëerden ze een Mediterrane sfeer waarin muziek een verbindende rol speelde. Ze laten zich inspireren door de Libanese diva Fairouz, die het vermogen heeft om mensen over de hele wereld te verenigen met haar liederen over liefde, eenzaamheid en verlangen. Teksten van dichters en stichters onder andere van Rumi, Aragon, René Char en Ibn Arabi waardoor ze naar eigen zeggen gevormd zijn, vergezelden hun eigen repertoire.
Het is niet verrassend dat het concert met L’Olivier afsluit. ‘Wie weet waar ik heen ga? Wie kan mij vertellen waar mijn huis is?’ Deze lyrics resoneren vandaag de dag nog, zeker in de huidige oorlogstijd. De olijfboom is een symbool voor vrede en een lang leven, en wordt als heilig beschouwd zowel in de Koran, de Bijbel én de Thora. Daar groeiden beide artiesten, uit verschillende milieus, beiden mee op.
Ze verlieten bescheiden en opgelucht het podium. De lof die ze 18 jaar geleden al voor dit nummer kregen, is nog niet overgewaaid. Dat wilde het publiek wel laten weten. En ik ook, ben fan geworden.