Vandaag in Trouw een paar nuttige tips aan cultuurbrengers. Het zijn reacties op de lezersvraag van een paar dagen terug, over waarom de zalen leeg blijven in onze musea, concertgebouwen en theaters. Vijf reacties zijn opgenomen, en ze zijn stuk voor stuk uitstekend. Ze tonen ook iets aan, en dat is dat de gretigheid, waarmee de zalen door de directies weer worden volgeprogrammeerd, averechts lijkt te werken.
Het is namelijk geen business as usual in de cultuursector, zoals het ook geen business as usual is in onze luchtvaartindustrie. Daar staan mensen in lange rijen omdat ze weer terug willen naar het oude normaal, in dit geval een all inclusive in Thailand, maar ontbreekt het aan personeel om dat in goede banen te leiden. Maar waar sommigen hadden gehoopt op vliegschaamte en milieubewustzijn, is die volledig afwezig. Business as usual zou naar alle waarschijnlijkheid wél met vliegschaamte gepaard zijn gegaan. Want dat was de trend vóór corona.
We hebben een ander dagritme
In de kunsten is geen schaamte maar heerst cultuurangst wel, zo blijkt uit de lezersbrieven in Trouw. Men wil wel, maar durft niet, of zou het anders willen. Een lezer geeft aan dat hij inmiddels een ander dagritme heeft, en graag vaker naar matinees zou gaan. Een andere lezer mist de anderhalve meter in de zaal. Weer een ander is nog steeds huiverig voor de drukte in musea en concertzalen.
Wat uit de reacties blijkt, is dat het – vaak wat oudere – publiek niet per se mee wil doen in het zo snel mogelijk terugverdienen van de schade van twee jaar corona-lockdown en afstandsmaatschappij. En daar zou de lobby van de cultuursector in Den Haag wel eens wat meer aandacht voor mogen hebben.
Volle zalen en volle zakken
Nu gaat het namelijk soms wel een beetje te hard, met dat terugverdienen. Want terwijl het virus nog onder ons is, en mogelijk aan een dramatische comeback werkt tijdens of na de zomer, stoppen we de zalen weer het liefst tot de rand vol. Waarom inderdaad niet standaard een ruimere zaalopstelling, met compensatie vanuit de overheid? Kan daar de lobby niet over gaaan? Waarom niet standaard bediening in foyers (na bestellen via je mobiel) om van het gedrang voor de onderbemenste bar af te zijn? Waarom daar geen steun voor gevraagd?
En dan nog wat. In dat deel van de sector waar het vullen van zalen geen probleem lijkt te zijn, de popsector, gaat het soms ook iets te enthousiast. Dit weekend organiseerde Paradiso Amsterdam een concert in een dependance, wat natuurlijk hartstikke leuk was. Met het programmeren van zoveel mogelijk concerten in zo kort mogelijke tijd, uit angst voor nieuwe lockdowns kan echter wel iets misgaan.
Dubbele prijs
Dit weekend bleek de beveiliging bij het concert van Kim Gordon iets te fanatiek, en was er een verborgen verdienmodel aan het toiletbezoek gehangen. Zo moest je, na een kaartje van 26 euro te hebben gekocht, ook nog 17,50 euro betalen voor een strip van vijf muntjes voor drank en – daar wringt het – toiletbezoek. Dat kostte een half muntje, maar die muntjes werden dus alleen per vijf verkocht, zonder dat je ze weer voor harde cash kon terugruilen.
Nu bezoekt vooral jonger dan bejaard publiek zo’n concert, dus zal van incontinentieproblemen en prostaatklachten weinig sprake zijn, maar een keer gratis naar het toilet zou toch moeten kunnen? Nu werd de feitelijke ticketprijs om die reden bijna verdubbeld, en dat lijkt heel erg op geld verdienen over de ruggen van welwillend publiek. Dat is heel slecht voor de reputatie, zeker omdat deze truc niet alleen veel op sociale media werd gehekeld, maar zelfs de krant haalde, wat hoogst ongebruikelijk is bij kunstjournalisten.
Het gaat om de beleving
Hoezeer dit ook een tijdelijke faux pas mag blijken te zijn van de Amsterdamse poptempel, is het duidelijk dat de sector als geheel veel harder moet gaan werken aan de beleving voor de bezoeker. Meer service, meer ruimte, meer voor- en nazorg, en minder nadruk op geld. Dat is moeilijk voor een bedrijfstak waar het de afgelopen jaren over niets anders ging, maar wel noodzakelijk.
Minder voorstellingen, misschien, maar meer service.