Aller au contenu

Ceci est plus qu'un compte-rendu de l'ouverture du Holland Festival.

Le samedi 4 juin 2016, j'ai assisté à l'ouverture royale du Holland Festival et j'ai pu assister à . pas de commentaire Je n'ai pas pu écrire sur ce sujet, car j'étais assis au premier rang du Stadsschouwburg d'Amsterdam. Comme la scène était surélevée, je regardais contre un mur noir, au-dessus duquel on ne voyait que les acteurs de face. L'arrière et la moitié inférieure de la scène m'échappaient complètement.

Moi a écrit que surLe Festival de Hollande m'a généreusement offert la possibilité d'assister à nouveau à la représentation, à une meilleure place. En même temps, les organisateurs m'ont dit que les trois premiers rangs du Stadsschouwburg seraient compensés lors de cette représentation. Je suis donc allée à Amsterdam une fois de plus, le lundi 6 juin.

Avant la représentation, alors que je ne mangeais pas un hamburger noirci au restaurant du théâtre Stanislavski, j'ai appris par les personnes soignées de la petite table à côté de moi que les places de devant étaient proposées à un tarif fortement réduit, et que les personnes comme eux qui avaient déjà acheté des billets avaient le choix de se faire ainsi rembourser partiellement ou de s'inscrire sur la liste d'attente pour une place avec de meilleures lignes de vue. Je ne sais pas s'ils ont finalement réussi à obtenir l'une des places avec une meilleure visibilité. Le spectacle zat vol, tot en met die eerste rijen met hun beroerde zicht.

Hoe zat het nu met die verhoging?

Amsterdam is de laatste theaterzaal in Nederland waar de toneelvloer 10 graden richting de zaal helt. In alle oude theaters was dit gebruikelijk om zo het publiek in de vlak liggende stalles toch nog een beetje zicht op het hele toneel te bieden. Met de opkomst van het reizende toneel, in de loop van de twintigste eeuw, zijn alle nog overgebleven hellende toneelvloeren rechtgetrokken, omdat het voor decorbouwers onmogelijk was om een decor te bouwen dat geschikt was voor al die gradueel verschillende hellingshoeken.

Behalve dus in Amsterdam, omdat, nou ja, Amsterdam Amsterdam is en de zichtlijnen voor de stalles niet op een andere manier konden worden verbeterd.

Dat dat tot ellende kan leiden heb ik in 1991 aan den lijve kunnen ondervinden, toen ik regie-assistent was bij de tournee van Beckett’s Eindspel van Het Zuidelijk Toneel. In die voorstelling zit een personage (Hamm) op een rijdende stoel. In dit geval kon de acteur (Bert André) ook niet met zijn voeten bij de grond om de stoel op zijn plek te houden. Dat was ook nergens nodig, behalve, uitgerekend, in Amsterdam. Een half uur voor aanvang van de voorstelling in Amsterdam hadden de technici een rem op de stoel gemonteerd, die door het andere personage (Clov) bediend kon worden. Deze rem brak af tijdens de eerste handeling die Hans Kesting met de rolstoel deed. Hij is daarna anderhalf uur nauwelijks aan acteren toegekomen. Hij was uitsluitend bezig om te voorkomen dat Bert André van het hellende toneel af zou rijden, de eerste rij tegemoet.

De toneelopening van de Schouwburg, voorafgaand aan Die Stunde da, Duidelijk is de zwarte band te zien, bovenop het parket van de oorspronkleijke vloer, die nu dus een halve meter opgehoogd is. (foto: wijbrand schaap
De toneelopening van de Schouwburg, voorafgaand aan Die Stunde da, Duidelijk is de zwarte band te zien, bovenop het parket van de oorspronkleijke vloer, die nu dus een halve meter opgehoogd is. (foto: wijbrand schaap

Waarom deze uitleg? Welaan: het moge duidelijk zijn dat autonome decorstukken op wielen zich slecht gedragen op een hellende schouwburgvloer. En in Die Stunde Da Wir Nichts Voneinander Wussten staat een 12 meter brede, 6 meter hoge wand op het toneel. Op wieltjes. Daar zet je dus geen simpel remmetje op. Ik hoorde dat technici van de schouwburg en het bezoekende gezelschap sinds woensdag 1 juni bezig zijn geweest om de vloer waterpas te maken. Met dus die desastreuze gevolgen voor de eerste drie rijen.

Was het stuk nu beter te genieten?

Ik was door de organisatie nu op een plaats gezet naast de koninklijke loge op het eerste balkon van de Stadsschouwburg. Veel beter dan dat is er in Amsterdam niet te krijgen. Ik had perfect zicht op de kijkkast die het toneel in deze historische schouwburg is, en in die kijkkast zag ik inderdaad hoe mooi de Estse regisseurs het stuk in beeld hadden gezet. Het overzicht dat ik nu had zorgde voor een veel grotere impact van het getoonde, wat vooral werkte bij de massale, verstilde choreografieën, die gelukkig ruim voorhanden waren. En die inderdaad het hele toneel besloegen, iets wat ik tijdens mijn eerste bezoek alleen maar had kunnen vermoeden.

Bleef overeind dat de scenes die door het regieduo aan Peter Handkes origineel waren toegevoegd nog steeds uitblonken in overbodigheid. Wat door de auteur ooit bedoeld was als réalité scénarisée verwerd hierdoor tot een nogal platte revue, een dance macabre van Europese geschiedenisfeiten en koddige verwijzingen naar de actualiteit: Sinterklaas en Zwarte Piet, vluchtelingen, terroristen, en uiteindelijk de Chinezen die de plaats innemen van de tot carnavalsfiguren verworden vergrijsde westerse mens: met Mickey Mouse als hoofdgast.

Ook vanaf het eerste balkon werkte de gregoriaanse zang overigens perfect.

Blijft de vraag waarom een stuk dat het zo van die gefocuste blik moet hebben in zo’n zaal getoond wordt. Ook de premièrezaal in Hamburg heeft de hoefijzervorm met platte stalles die in Amsterdam voor zulke slechte zichtlijnen zorgt: toeschouwers op de zijbalkons zien vooral zich haastig omkledende acteurs, wat afleidt van het plaatje op het toneel. De makers lijken op de koop toe te nemen dat alleen kopers van de middelste stoelen zien wat zij ook zien.

Het Hamburgse Thalia Theater heeft bijna dezelfde vorm als de Amsterdamse Stadsschouwburg
Het Hamburgse Thalia Theater heeft bijna dezelfde vorm als de Amsterdamse Stadsschouwburg

Wat moeten we nou met die schouwburg?

De halfronde schouwburgzaal, met zijn al dan niet scheve vloer, ook wel ‘bonbonnière’ genoemd, is ontstaan in de negentiende eeuw. Hij was een voortzetting van de barokzalen uit de tijd van de grote monarchieën in Europa: zalen waarbij het toneel feitelijk bijzaak was, en men vooral kwam om te kijken naar elkaar en om gezien te worden. Eigenlijk waren die theaters, waar koning, koningin en andere notabelen niet eens in een koninklijke loge zaten, maar vanaf een plek naast de toneelspelers de zaal in keken, een soort massale selfiesticks avant-la-lettre.

Baroktheater met volledig op de zaal gerichte loges waar de notabelen zich lieten bekijken tijdens de voorstelling
Baroktheater met volledig op de zaal gerichte loges waar de notabelen zich lieten bekijken tijdens de voorstelling

De eerste die zich echt bekommerde om de zichtlijnen voor het publiek was Richard Wagner, die met zijn opera’s een totaalervaring wilde bereiken, waarbij iedereen in de zaal perfect uitzicht had op de perfecte illusie: hij bouwde speciaal voor zijn Gesammtkunstwerke een theater zonder koninklijke loges, zonder praalzetels, maar met perfecte zichtlijnen voor iedereen: totale onderdompeling.

Stoelenplan van het theater dat Wagner ontwierp voor Bayreuth
Stoelenplan van het theater dat Wagner ontwierp voor Bayreuth

Korte tijd daarna werd de bioscoop uitgevonden, die dit alles dankzij de film voor een veel lagere prijs wist te realiseren.

Overal in Europa staan nu echter nog van die schouwburgzalen met die best mooie, monumentale vormgeving, waarbij de kunstenaars die er voorstellingen maken, samen met het publiek al de afspraak hebben dat er eigenlijk maar een paar stoelen zijn vanwaar je goed zicht hebt op de handeling.

Steeds vaker verzetten makers zich tegen die strakke vormeis, en feitelijk ondemocratische zichtlijnenterreur. Ze breken ‘uit de lijst’, zoals Ivo van Hove regelmatig doet, maken ‘toneel op toneel’ of ze keren zich helemaal af van die historische gebouwen, om op locatie of in modernere zalen te gaan spelen.

En nieuw publiek dat voor het eerst in zo’n zaal met zijn beroerde zichtlijnen komt, raakt maar moeilijk overtuigd van de noodzaak om vaker naar zo’n verouderd gebouw te komen.

Het alternatief: trek het podium door, de zaal in.

Toneelgroep Amsterdam heeft het al een keer gedaan, voor ‘A perfect wedding’: de stoelen uit de stalles weghalen en podium gewoon doortrekken de zaal in. Hetzelfde deed de legendarische toneelvernieuwer Peter Brook met het oude boulevardtheater dat hij in Parijs bezit, Les Bouffes du Nord. Ook die zaal is verhoogd, en het is een genot om er vlakbij de acteurs, op gelijk niveau, hun verhalen te beleven. Het betekent feitelijk een terugkeer naar het Shakespeareaanse theaterontwerp: wie in Londen het herbouwde Globe Theatre bezoekt, snapt opeens waarom Shakespeare’s stukken gefluisterd kunnen worden in een zaal die ruimte biedt aan 2000 toeschouwers (twee keer zo groot als de Amsterdamse Stadsschouwburg): het toneel staat hoog midden in de zaal, waardoor zelfs iemand op de achterste rij van het bovenste balkon niet verder dan een meter of zes van de acteurs verwijderd is. Kom daar maar eens om in een normale schouwburg.

Ce diaporama nécessite JavaScript.

Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar andere suggesties: deel ze met onze lezers, hieronder!

Wijbrand Schaap

Journaliste culturel depuis 1996. A travaillé comme critique de théâtre, chroniqueur et reporter pour Algemeen Dagblad, Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Parool et des journaux régionaux par l'intermédiaire d'Associated Press Services. Interviews pour TheaterMaker, Theatererkrant Magazine, Ons Erfdeel, Boekman. Auteur de podcasts, il aime expérimenter les nouveaux médias. Culture Press est l'enfant que j'ai mis au monde en 2009. Partenaire de vie de Suzanne Brink Colocataire d'Edje, Fonzie et Rufus. Cherche et trouve-moi sur Mastodon.Voir les messages de l'auteur

Adhésion privée (mois)
5€ / Maand
Pour les personnes physiques et les travailleurs indépendants.
Pas de bannières gênantes
Une lettre d'information spéciale
Propre compte mastodonte
Accès à nos archives
Petite adhésion (mois)
18€ / Maand
Pour les institutions culturelles dont le chiffre d'affaires/subvention est inférieur à 250 000 € par an.
Pas de bannières gênantes
Un bulletin d'information premium
Tous nos podcasts
Ton propre compte Mastodon
Accès aux archives
Publie toi-même des communiqués de presse
Une attention particulière dans la couverture médiatique
Adhésion importante (mois)
36€ / Maand
Pour les institutions culturelles dont le chiffre d'affaires/subvention est supérieur à 250 000 € par an.
Pas de bannières gênantes
Une lettre d'information spéciale
Ton propre compte Mastodon
Accès aux archives
Partager les communiqués de presse avec notre public
Une attention particulière dans la couverture médiatique
Bulletin d'information Premium (substack)
5 abonnements d'essai
Tous nos podcasts

Les paiements sont effectués via iDeal, Paypal, carte de crédit, Bancontact ou prélèvement automatique. Si tu préfères payer manuellement, sur la base d'une facture établie à l'avance, nous facturons des frais administratifs de 10€

*Uniquement pour l'adhésion annuelle ou après 12 paiements mensuels

fr_FRFrançais