Had Anton Tsjechov nu geleefd, had hij voor televisie geschreven. Geen toneel, en zeker geen film. Sterker nog, vernieuwend als de grote Russische toneelschrijver tijdens zijn korte leven (1860-1904) al was, had hij nu iets gedaan met selfiesticks en contactmicrofoons. Het resultaat was waarschijnlijk zoiets geweest als wat de Braziliaanse kunstenares Christiane Jatahy nu gemaakt heeft. Zij nam de tekst van Tsjechovs meest intieme stuk ‘Drie Zusters’ (1901) en maakte er een heel speciaal ding van. Of liever gezegd: twee heel speciale dingen. Een film en een ‘making of’, grotendeels live en simultaan opgenomen, maar deels ook niet. En dat je dus als publiek eerst naar de film gaat kijken, en dan naar de ‘Making of’, of andersom, en dat dat totaal verschillende ervaringen oplevert.
Ik zag zelf de film het eerst. Was op die manier getuige van een dicht, tot zeer dicht op de huid gefilmd beeldverhaal met referenties naar Tsjechov. Drie jonge vrouwen, elk individueel gevolgd door onzichtbare cameramannen. En wij, als door de lens toegesproken vrienden, minnaars, onbekenden. Heel fragmentarisch allemaal, en omdat het allemaal zo dicht op de huid zit, ook zinnelijk en beklemmend. Dat de drie dames, in leeftijd en levensvreugde verwant aan Tjechovs verdwaalde officiersdochters, nooit naar Moskou zouden gaan, is even duidelijk als het web van zorgen, intriges en frustraties waarin ze zitten opgesloten.
Na een ruime pauze zag ik het toneeldeel, de ‘making of’. Hier begon alles licht en vrolijk. Het verjaardagsfeest dat Tsjechovkenners herkennen van het originele stuk, maar dan fris en modern uitgewerkt. De drie dames houden de vrolijkheid lang vol, maar wij, de toeschouwers die eerst de film zagen, zijn op onze hoede, want we weten wat eronder allemaal kookt en borrelt. En nu zien we ook die cameramannen, jongens eigenlijk nog, die in de filmversie soms als schimmen zichtbaar waren, maar hier een prominentere rol spelen.
Het zijn die kleurloze mannen die de handeling vastleggen, volgen en soms sturen, en die het de flamboyante vrouwen steeds moeilijker maken flamboyant te blijven. Het wordt technisch, maar daardoor ook steeds schrijnender, hoe harder ze op het toneel hun best doen om de stemming erin te houden.
Het resultaat is uiteindelijk toch een beetje wisselend. In zowel de film als de theaterkant van de voorstelling weerhoudt veel je van totale onderdompeling in het verhaal. Niet dat dat en vereiste is voor een goede ervaring, maar toch. Ik betrapte me erop dat ik veel technischer zat te kijken dan me lief was. Het was lastig een band met de drie zussen op te bouwen, ondanks het prachtige Portugees dat ze spraken en de buitengewoon ontwapenende en toeschietelijke manier van spelen.
Maar misschien was dat ook wel juist het mooie. Want wast overbleef, na twee keer anderhalf uur kijken, was een beeld van eenzame en reddeloze vrouwen, in een wereld waar de mannen onzichtbaar, maar allesbepalend waren. En dat is best wel weer indrukwekkend.