Er bestaat dus figuratieve muziek. Muziek die, net als een figuratief schilderij, een tamelijk accurate afbeelding van de werkelijkheid biedt. De compositie ‘Hurricane Transcriptions’ van Sonic Youth-gitarist Lee Ranaldo is zo’n plaatje: 17 strijkers van het tamelijk weergaloze ensemble Kaleidoskop doen een aardige impressie van de orkaan Sandy die New York vorig jaar trof, en Lee Ranaldo zingt daar een liedje bij.
Teleurstellend? Best wel. Eigenlijk net zo teleurstellend als het optreden van Greenwood & Dessner tijdens het Holland Festival vorig jaar, met Amsterdam Symfonietta. Ook toen ontstond er eigenlijk niets moois tussen de elektrische gitaren van de popmuzikanten en de klanken van het klassieke ensemble.
Sterker nog: de toch nog beperkte hoeveelheid effectpedalen van Lee Ranaldo en het nogal gedateerde instrumentarium (een oude Fender Rhodes, een afgebladderde Strat en een akoestische gitaar) deelt één en dezelfde versterker. Het indrukken van zo’n effectpedaal levert dus een nogal luide klik op, en in de ambiance van het Muziekgebouw aan het IJ stoort dat. De muzikanten van Kaleidoskop hebben bovendien al die apparatuur niet nodig om voller, angstwekkender en stiller te klinken dan Lee Ranaldo. Met zijn snoertjes.
Hoe goed Kaleidoskop is, lieten ze eerder die avond horen in een drietal composities waarmee de veelzijdigheid van dit ‘solistenensemble’ werd aangetoond. Of het nu een musicologisch uiterst verantwoord stuk atonale vioolstoten en glijnoten is uit de koker van Sebastian Claren, of een stuk minimal drone van Julia Wolfe waarmee ze een timelapse film van havenkranen begeleidden (over figuratief gesproken): deze hipsters kunnen het allemaal, in hun zorgvuldig individueel uitgekozen zomeroutfits.
Vreemd genoeg ging het dak van het Muziekgebouw er pas af bij een stuk onvervalst barokke virtuositeit: een Scarlatti-bewerking door componist Charles Avison. In hun houding, hun bewegen, hun onderlinge contact en hun uitstraling veerde het totale ensemble opeens op, waar ze bij de eerdere werken vooral moeilijk keken.
Dat moeilijk kijken kwam dus helemaal terug bij de wereldpremière van dat Sandy-schilderij van Lee Ranaldo. Keek het Kaleidoskop ensemble bij dat sluitstuk van de avond al moeilijk, helemaal moeilijk keek Ranaldo zelf. Ook in de passages waarin hij als singer-songwriter, staand met gitaar, in de microfoon zong, hield hij vooral nauwgezet dirigent André de Ridder in de gaten. Logisch, want hij had Iets Heel Moeilijks geschreven.
Hij was niet bezig met het vertellen van zijn verhaal, maar met het op de juiste tel zingen van zijn woorden. Dat zorgde ervoor dat de inhoud van zijn schilderijtje op het podium bleef hangen, en de sprong naar de zaal niet maakte.
En ik mag dan zelf een enorme liefhebber van rock en pop zijn, het moment dat Ranaldo met een strijkstok zijn vintage Stratocaster te lijf ging, werd het even echt gênant: daar stond hij, strijkstok in de knuist, een beetje zinloos over de ijzeren snaren te wrijven, terwijl om hem heen de storm raasde van Kaleidoskop. Als een kleuter met te grote voetbalschoenen op de middenstip van de WK-finale.
Wat overblijft is een kennismaking met een virtuoos ensemble. Want dat is Kaleidoskop zonder meer.