Onze koning staat nog niet bekend als een liefhebber van cultuur van de minder hapklare soort. Het soort voorstellingen, zoals de opera Quartett, waarmee het Holland Festival op 1 juni opende. Het was dus wellicht even afzien voor hem, zijn vrouw en alle genodigden bij dit technisch prachtige, en dramaturgisch tot in de puntjes doordachte, stuk moderne muziektheaterkunst. Kunst van de hoge soort, op basis van een werk van Heiner Müller, die in de vorige eeuw furore maakte onder liefhebbers van weerbarstige, multi-interpretabele en zeer tekstuele bewerkingen van klassiekers.
Of koning Willem Alexander na deze openingsvoorstelling fan geworden is, blijft het Geheim van Wassenaar, maar het niet al te daverende applaus na afloop zou wellicht een indicatie kunnen zijn van de stemming in de auto terug.
Niet dat dit stuk, waarover wij al een aparte cursus hebben aangeboden, niet van internationale klasse is. Sinds de première in de beroemde Scala van Milaan trekt het wereldwijd volle zalen. En, zoals we al aangaven: alles is tot in de puntjes verzorgd. De regie heeft bovendien zijn uiterste best gedaan om het door Heiner Müller flink ingedikte verhaal van Liaisons Dangereuses te verduidelijken. Dat doet hij zo goed, dat het voor de kenners van het werk van Müller zelfs een tikje te duidelijk werd. Spreekt de schrijver van ‘een gat waar de hele mensheid in past’, zien we op de computergraphics op het achterdoek ook een gat ontstaan, waar, inderdaad, allemaal mensen in te zien zijn.
Zo laat de regie op meer plekken weinig aan de verbeelding over. Beschrijven de twee geliefden in hun complexe rollenspel de drievoudige verkrachting van een jonge novice door de mannelijke hoofdfiguur, dan zien we die ook uitgevoerd worden. Met onderkleren aan, maar toch. Het doet je even schrikken, want de eerdere handen in het kruis en op de borsten van het misschien wel net iets té aantrekkelijke stel solisten begonnen een beetje te vervelen.
De tekst van Heiner Müller wordt algemeen als onspeelbaar geacht voor acteurs. Een paar jaar geleden lieten Barbara Sukowa en de nog immer betreurde Jeroen Willems een dappere en ook geslaagde poging zien, maar het blijft lastig om van zinnen die via drie inbeddingen en bijzinnen soms een halve pagina voortmeanderen levende spreektaal te maken. ‘Die tekst zingen is misschien nog wel het beste’, sprak een toeschouwer na afloop, en daar had hij best een punt. De frasering, lading en timing wordt dan voorgeschreven door de muziek in plaats van door de combinatie van intellect en inleving die een acteur ervoor nodig heeft.
Blijft de vraag of ons koninklijk paar na het zien van deze voorstelling net zo’n ambassadeur zal worden voor de hogere kunsten als ze dat zijn voor de sportbeoefening en het toiletpotwerpen. Het Holland Festival houdt in ieder geval vast aan de missie om in Nederland te laten zien op welk hoog niveau wereldwijd de podiumkunsten beoefend worden.
Dat is best dapper.