Drie dagen klassieke muziek tussen de bomen en de koeien. Festival Wonderfeel presenteerde afgelopen weekend van 24 tot en met 26 juli, onder de rook van ’s-Graveland, een uniek klassiek muziekfestival. Topmusici uit binnen- en buitenland gaven tientallen concerten. Er werden lezingen gegeven en zoals dat hoort op een festival, viel er ook veel te eten, te drinken en te loungen.
Van de eerste dag van dit festival in de natuur een impressie. Die je geslaagd kunt noemen. Of het zwaar gesponsorde Wonderfeel een vervolg krijgt, is maar de vraag, want de tweede dag werd gecanceld door de zomerstorm en de derde dag was het ook niet zonder regenbuien.
Organisatoren van Wonderfeel George Mutsaerts (bekend van het Internationaal Kamermuziek Festival Schiermonnikoog) en Tamar Brüggemann van Holland Baroque Society hoopten met het festival een breed publiek aan te trekken. Het was bestemd voor bezoekers die al van klassieke muziek houden, maar ook voor beginnelingen. Een uitstekend concept. De concerten waren laagdrempelig; als het optreden je niet beviel, liep je eenvoudig door naar het volgende. Lang uitzitten hoefde je een optreden ook niet want een concert duurde niet langer dan drie kwartier. Zelfs tijdens de uitvoering kon je vertrekken. Heel ‘Lowlands-achtig’.
Impressie 24 juli. Automobilisten konden via het erf van een boer hun auto parkeren op zijn weiland. Even oversteken en je kwam bij de ingang van Wonderfeel op landgoed Schaep en Burgh. Ik kreeg een festivalbandje. Nu hoorde ik er helemaal bij. Op locatie Het Veld was muziektheatergezelschap Sax & Stix en Toeac bezig. Een fantastische combi van acrobatiek, accordeonmuziek, klarinet, saxofoon en een slagwerker verkleed als kok die zijn ding deed achter zijn ‘kookfornuis’. Het zag er leuk dynamisch en vooral zweterig uit.
Via kurkdroge en stoffige wandelweggetjes door het bos naar de Kwartettentent voor het optreden van het Dudok Kwartet. Deze ronde tent heeft een houten vloer en in het midden een rond, verhoogd podium. Ontworpen door Dré Wapenaar. Zat je langs de kant dan keek je omhoog. Zat je rondom het podium, dan zat je met je rug naar de musici en kon je niets zien.
Nog voordat het viertal begon werd het publiek toegesproken dat het concert live werd geregistreerd voor Radio4 en dat het stil moest zijn. Een vreemde en tegenstrijdig gewaarwording. Het is toch de bedoeling dat deze muziekuitvoeringen in de natuur geen beperkingen kennen? ‘Dudok’ speelde delen uit het Vijfde strijkkwartet van Dimitri Shostakovich. Een zwaar en gewichtig stuk met wrange noten dat vakmatig werd gespeeld. Vervolgens twee bewerkte intermezzi van Johannes Brahms. De houten vloer werkte als versterkende klankbodem voor de strijkinstrumenten; toch bleef de klank wat droog.
Op naar locatie De schuur. Een houten gebouw voor lezingen en IDFA-documentaires onder de noemer Flessenpost. Wetenschapper Abel Streefland, verbonden aan de Leidse Sterrenwacht, hield een lezing over uraniumverrijking in Nederland na WOII. Hij deed het leuk, al waren er geen dia’s en had het niets met muziek te maken. Niemand liep weg. Veel exacte wetenschappers houden van klassieke muziek en deze lezing paste er dus goed in.
Er was een aantal zogenaamde ‘thema-tenten’, zoals Fusion of Arts. In deze tent specifiek klonk cross-over muziek. Het bleek één van de populairste plekken van het festival. De tent was flink bezet bij het optreden van Stargaze. Dit gezelschap speelde een strijkkwartet van de moderne componist Bryce Dessner, dat weer geïnspireerd was op het strijkkwartet Tenebrae van Steve Reich. Een mysterieus stuk. Kriegelmuziek. Repeterende noten met een mooie melodielijn van de cello. Uit het niets kwamen gezongen stemmen. Een oprecht Wonderfeel-momentje.
In de tent Nooit van gehoord met muziek van eigenzinnige musici zong countertenor Kaspar Kröner. Even wat anders. Hij kondigde aan dat hij een caleidoscoop van liefdesliederen ging zingen. Met een stevige uitspraak en een voorzichtig vibrato zong hij zoete romantische liederen van onder meer Ralph Vaughn Williams, Thomas Dunhill en Peter Warlock. Een tent verderop schalde over het droge grasland een sopraan mee. Een grappig toeval.
In die tent verderop, het zogenaamde Weeshuis van de Hits traden solisten van de Nederlandse Reisopera op. Veel pers met camera’s had zich verzameld en het was propvol. Er klonken onder meer aria’s van Mozart uit Cosi fan tutte, de mooie aria van vorst Lenski Kouda Kouda uit Eugene Onegin en gepassioneerde vocale stukken uit Carmen. Hits dus en allemaal netjes gezongen.
Terug in de Kwartettentent voor het Ragazze quartet waar het inmiddels flink warm was geworden. Ik had medelijden met de dames. Strak in een modieus jurkje gestoken moesten ze hoog op het podium spelen, waar het nog warmer was. Presentator Hans van den Boom van Radio4 was met zijn microfoon duidelijk aanwezig. Hij gaf de jonge vrouwen allerlei opdrachten. Het leidde af. Met mijn rug naar het podium hoorde ik unheimisch strak gespeelde noten uit het strijkkwartet 3 pieces van Stravinsky. Ik bedacht dat het misschien een idee was geweest om langs de muren spiegels op te hangen, zodat iedereen had kunnen meekijken wat er gebeurde op het podium. In ieder geval buiten was het beter vertoeven.
Even nodig. De mobiele wc’s waren schoon, maar geen toiletpapier. Jammer. Etenstijd. Ik kocht plastic munten om weer een maaltijd te kopen. Aan een lange tafel nam ik tussen de medebezoekers plaats. Aanspraak genoeg. Er waren opvallend veel mensen die dit festival solo bezochten, en het publiek was in het algemeen niet jong, terwijl de organisatoren dat wel graag hadden gezien. Voor de Drijvende Diva zat ik op de juiste plek. Een sopraan omgeven met paraplu’s zat op een bootje dat voortgetrokken werd door twee mannen in duikerspak. Versterkt zong ze aria’s uit de bekende opera’s. Een wonderbaarlijke act die veel toeschouwers konden waarderen.
Het begon te regenen. Onder de grote tent op Het Veld vond een hoogtepunt plaats: de internationale bekende violiste Isabelle van Keulen en pianist Hannes Minnaar speelden de Kreutzersonate van Ludwig van Beethoven. Presentatrice Maartje Stokkers vond het maar grappig: de woordspeling Van Keulen en Minnaar. Ze werd aan het werk gezet om de bladmuziek van de violiste om te slaan. Met wat bijschaven van het volume door de techniek, reikte het geluid verder dan onder de tent. Van Keulen en Minnaar daagden elkaar uit in het spel en ondanks het verschil in levensjaren waren ze aan elkaar gewaagd. Een mooi recital om de eerste dag van een goed georganiseerd festival af te sluiten.
Hoofdfoto: Foppe Schut. Overige foto’s: Rudolf Hunnik
https://www.facebook.com/laia.falcon.3?fref=tl_fr_box&pnref=lhc.friends
Reacties zijn gesloten.