Een Koreaan in een militair pak die karaoke zingt, een krolse danseres die miauwend met haar knieën de vloer kneedt, acht bejaarden die vegend binnenschuifelen en een zoon die de vader blijkt te zijn. Probeer deze voorstelling niet te duiden, de grens van het geloofwaardige ligt mijlenver achter je. Welkom bij Vader.
‘Niets is meer vanzelfsprekend, grenzen vervagen, het oude schudt op haar grondvesten.’ Dat is de dynamiek die het Nederlands Theater Festival dit jaar bezighoudt. Vader van Peeping Tom (gluurder) past er perfect bij. Het Brusselse gezelschap gunt graag een blik op een ‘kantelend universum dat de gangbare logica van tijd, ruimte en sfeer verstoort’. Maar het maakt je er ook deel van. In Vader word je als het ware veroordeeld tot aanwezigheid in de treurige aula van een verzorgingstehuis met een toneel op het toneel. Tot je opgelucht en weer wat wijzer de vrijheid in mag.
Hoort de verzorger die stil in het licht van de deuropening verschijnt de vraag van de jonge bezoekster wel? Hij buigt langzaam zijn hoofd om plots te antwoorden. De klik in je hoofd (hij hoorde het dus toch) wordt gemaakt waar het beeld eerst niet klopte. Peeping Tom laat je graag van de linker- naar de rechterhersenhelft springen. Vader verraadt vanaf het begin een fijnzinnige humor en gevoel voor detail.
Precies wanneer een van de bewoners meegenomen wordt (volgens de monotone stem op een rottige intercom stal iemand een bos sleutels) komt hoofdpersoon Leo De Beul binnen. Er is vaker een tegenbeweging in de handeling. Het mooiste voorbeeld daarvan is de jonge danseres die de zoon van de vader, een prachtige rol van Simon Versnel, aanspreekt en wanneer deze begint te keuvelen, knakt ze, om stuiptrekkend over de vloer schuin achteruit onder een tafellaken te kruipen. Wie wil niet af en toe een gesprek zo ontwijken?
Interessant is dat regisseur Frank Chartier een gedegen achtergrond heeft in klassiek ballet. Aan de eliteschool van Rosella Hightower zal hij gedrild zijn de hoogte in te denken en te dansen. In Vader zijgen zijn dansers echter naar de grond en doen op hun knieën wat dansers staand doen: lopen, vooruitsnellen en zelfs pirouettes maken. Razendknap en ongekend mooi. Vooral Yi-Chun Liu die met haar zwiepende haren over de grond de brushes volgt van de jazzdrummer.
Het is wel moeilijk de spanning de gehele voorstelling vol te houden. Sommige frasen lijken ook ingevoegd op basis van de talenten van de performers. De Braziliaanse Maria Carolina Vieira zingt bijvoorbeeld zonder aanleiding niet onverdienstelijk Águas de Março, om daarna een acrobatische schoenenfetisjsolo te dansen. De muziek is sowieso behalve een dreigende geluidscompositie opvallend licht (Feelings, What a Difference a Day Makes), misschien een overblijfsel uit de tijd dat Chartier bij Maurice Béjart danste.
Maar eigenlijk gaat Vader over relaties en de onttakeling tijdens het ouder worden. En over een vader-zoonrelatie. Dat blijkt vooral uit de volle tirade van Jos Baker op het eind tegen zijn vader, in dit beklemmende Brusselse huis dat aan Hermans’ De tranen der acacia’s doet denken. Het is hier everyone flew over the cuckoo’s nest. Behalve aartsvader Leo De Beul. Hij is eigenlijk het enige rustpunt in dit moeras van zinkende oudjes en overige personages. Een schemerzone waarin we uiteindelijk allemaal terecht kunnen komen.
Tip: op 1 oktober beleeft een werk van Frank Chartier een wereldpremière bij Nederlands Dans Theater.