Lijstjes doen het altijd leuk aan het einde van het jaar. De beste zus, de mooiste zo, en dan een toptiennetje of topvijfje erbij. Wij zouden nog geen lijstje kunnen maken van mee te nemen boeken naar een onbewoond eiland, maar we hebben ons best gedaan een (kleine) keuze te maken uit de stapel boeken die we het afgelopen jaar lazen en die ons aan het lachen maakten, ontroerden, verrasten of om een andere reden indruk maakten. Vooropgesteld dat nu eenmaal veel prachtige titels onvermeld moeten blijven, voilá, hier een paar van onze persoonlijke favorieten van 2015: boeken die, mocht u ze nog niet gelezen hebben, een aanrader zijn om het het nieuwe jaar mee te beginnen. In alfabetische volgorde:
1. José Eduardo Agualusa – De handelaar in verledens (Meulenhoff)
Weliswaar geen boek dat het afgelopen jaar is uitgekomen, maar wel een dat we lazen en niet mag ontbreken op ons lijstje favorieten: De handelaar in verledens is een boek even wonderlijk en origineel, als mooi geschreven en knap geconstrueerd. In deze kleurrijke, zinnelijke, magisch-realistische roman geeft hoofdpersoon Félix Ventura mensen een vals verleden. Een boek dat zich maar moeilijk laat wegleggen. Zijn nieuwe roman, die in januari uitkomt, staat al op ons verlanglijstje.
2. Alex Boogers – Alleen met de goden (Podium)
De dikte van deze coming-of-ageroman zal misschien niet voor iedereen aanlokkelijk zijn, maar Alex Boogers leidt je met een razende vaart door het leven van de opgroeiende Aaron Bachman. Wanneer de vader van Aaron een man neerslaat in de deuropening en het gevang in draait, begint voor zijn moeder Jo en hem een heel ander gevecht. Aaron zoekt zijn toevlucht in het kickboksen, maar moet uiteindelijk nog veel harder knokken om de liefde toe te laten in zijn leven. Rauw, overrompelend, gevoelig – een boek dat je in je hart sluit.
3. David Grossman – Komt een paard de kroeg binnen (Cossee)
Een roman als een onemanshow: de Israëlische schrijver David Grossman kluistert zijn lezers aan hun stoel met deze adembenemende roman, waarin cabaretier Dov Grinstein zijn publiek op iets heel anders trakteert dan op tranen van het lachen. Een boek dat schuurt en schrijnt, en dat je niet snel meer zult vergeten.
4. Auke Hulst – Slaap zacht, Johnny Idaho (Anthos)
De Nederlandse literatuur heet nog weleens weinig geëngageerd te zijn, maar met Slaap zacht, Johnny Idaho schreef Auke Hulst een maatschappijkritische roman, die zich afspeelt in de nabije toekomst die helemaal niet zo ver meer van ons vandaan ligt als we wel willen denken. De Archipel, een eilandstaat in de Stille Oceaan, is een gesloten wereld waarin mensen zich identificeren met hun vingerafdruk en er geen privacy meer bestaat. Een ingenieuze, spannende roman met drie heerlijke personages.
5. Tjitske Jansen – Voor altijd voor het laatst (Querido)
‘Beschreven gebeurtenissen’, zo noemt Tjitske Jansen ze zelf, de prozafragmenten in Voor altijd voor het laatst. Gebeurtenissen uit haar eigen leven, herinneringen aan mooie en pijnlijke momenten uit haar leven, opgetekend met die herkenbare, lichte en geestige toon die haar eigen is. Jansen weet veel te zeggen met weinig woorden en drukt zich heel precies uit. Ontroerend, maar vaak ook heel grappig. Wonderschoon.
6. Patrick Modiano – Om niet te verdwalen (Querido)
De nieuwe roman van Nobelprijswinnaar Patrick Modiano was er weer een om te onthouden. De teruggetrokken schrijver Jean Daragane wordt op een dag gebeld door een man die zijn adresboekje heeft gevonden. Hij legt een opmerkelijke interesse aan de dag voor een bepaalde naam in het boekje. Dit rakelt bij Daragane allerlei herinneringen op aan een verleden dat hij liever was vergeten. Suggestief, intrigerend en spannend.
7. Connie Palmen – Jij zegt het (Prometheus)
Wie anders dan Connie Palmen kan zo betoverend schrijven over een hartstochtelijke, verscheurende liefde als die tussen dichters Ted Hughes en Sylvia Plath? Het is een onderwerp dat haar op het lijf is geschreven, want tweemaal weduwe geworden na een grootse liefde, weet Palmen als geen ander de woorden te vinden voor passie, verlies en rouw. Met het roerende Jij zegt het heeft ze zichzelf overtroffen. Een roman met zinnen die smelten op je tong.
8. Rutger Pontzen – Nu ik (Querido)
By far de meest gewaagde roman van 2015 (en de jaren ervoor): Nu ik van Rutger Pontzen. Wie het aandurft om zijn roman – een debuut nota bene! – te gieten in een monoloog bestaande uit één lange zin, heeft lef. Alleen al daarom verdient dit boek het om op dit lijstje te staan. Daarnaast is het ook nog eens een goed verhaal over talent en (te) hoge verwachtingen, hoogmoed, vergetelheid en dood.
9. David Vann – Aquarium (De Bezige Bij)
De Amerikaanse schrijver David Vann weet als geen ander menselijke trauma’s bloot te leggen en zo te beschrijven dat het pijn doet. Aquarium is opnieuw een indringende, maar hoopvol eindigende roman over het meisje Caitlin en haar moeder Sheri, wier leven onverwacht op zijn grondvesten begint te schudden wanneer Caitlins grootvader opduikt. De lezer blijft naar adem happend achter.
10. Thomas Verbogt – Als de winter voorbij is (Nieuw Amsterdam)
Een prachtig verhaal over herinneringen en welke personen en momenten er uiteindelijk toe doen in een mensenleven. De tastende manier waarop Verbogt schrijft is gevoelig, ontroerend en one of a kind.
Nu dachten we ons in dit eindejaarslijstje voor het gemak maar even te beperken tot fictie, maar één non-fictietitel kunnen we toch niet onvermeld laten:
11. Brenda van Osch – Het onvoltooide kind (Balans). Een prachtig geschreven, gevoelig portret van de wereld waarin te vroeg geboren kinderen en hun ouders terechtkomen en alle vraagstukken en dilemma’s waarvoor zij en de artsen tijdens de behandeling komen te staan. Inmiddels ligt de behandelgrens op 24 weken. Journaliste Brenda van Osch, zelf moeder van een te vroeg geboren, meervoudig gehandicapte dochter, verweefde haar eigen verhaal met haar ervaringen op de afdeling neonatologie, die vragen stelt over de ethische en technische grenzen van pril leven. Een belangrijk boek, en zo opgetekend dat het bijna leest als een roman. Wij hielden het niet droog.