Raad voor Cultuur: omroeporkest moet meer uitzenden, minder optreden

Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor moeten zich meer op de omroep, en minder op de concertpraktijk gaan richten. Dat stelt de Raad voor Cultuur in een vandaag uitgebracht advies over het beleidsplan van de Stichting Omroep Muziek (SOM), waar koor en orkest onder vallen.

Hoewel de Raad zeer te spreken is over de Zaterdagmatinee, zijn de twee andere series die de Stichting brengt een beetje overbodig in hun huidige vorm. Het Vrijdagavondconcert, in samenwerking met AVROTROS , is niet vernieuwend genoeg. Het Zondagochtendconcert, net als de Zaterdagmatinee gepresenteerd in samenwerking met de NTR, kan volgens de Raad net zo goed door andere orkesten worden uitgevoerd.

Omroeptaak

Hoe dan verder? De raad zegt het zo: ‘de SOM mag haar taak breder opvatten dan alleen het in opdracht van publieke omroep produceren van de huidige drie omroepseries en moet prioriteit geven aan de invulling van de omroeptaak.’ Die taak zouden koor en orkest kunnen invullen door meer te spelen voor radio- en televisie, maar ook door het bieden van uitzendingen via internet, opgenomen met eenvoudige camera-apparatuur.

De commissie van vijf mannen en twee vrouwen, bestaande uit Nanette Ris, Wim Jansen, Bernard Kobes, Michael Nieuwenhuizen, Oswin Schneeweisz, Bert Schreurs en Lonneke Regter, ‘meent dat de SOM de komende periode moet uitgaan van in opdracht van Publieke Omroep gemaakte producties met onderscheidend symfonisch en vocaal repertoire die primair bedoeld zijn voor radio, tv en andere mediaplatforms, en secundair van belang zijn als concertserie.’

Internet

Dat daar nog het een en ander te winnen valt, blijkt volgens de raad uit de dalende luistercijfers, waartegen het uitzenden via internet, en het bedenken en uitwerken van nieuwe formats een goed medicijn zou zijn.

Dat innovatieve karakter is wel een dingetje, zo stelt de raad. We citeren: ‘De SOM geeft in het beleidsplan aan dat zij binnen het huidige budget weinig ruimte kan vrijmaken voor innovatie. De raad vindt dit standpunt onbegrijpelijk en is van mening dat de SOM ook binnen het bestaande budget vernieuwing kan bewerkstelligen, maar dan wel scherpere keuzes moet maken.’

Omdat de huidige directie nog maar kortgeleden is aangetreden, geeft de Raad voor Cultuur de SOM nog tijd om het plan aan te passen. Tot eind van dit jaar, om precies te zijn. Mocht het dan ok zijn, wil de raad ook nog tussentijds evalueren, in 2018, ‘om de voortgang van de innovatie te kunnen toetsen.’