De Amerikaans-Nederlandse violist Joseph Puglia is een hartstochtelijk pleitbezorger van eigentijdse muziek. Vorig jaar gooide hij hoge ogen met zijn vertolking van het Vioolconcert van Anders Hillborg, samen met de jonge musici van het NJO Symfonieorkest. Hij is eerste violist van Asko|Schönberg, waarmee hij eerder dit jaar de wereldpremière presenteerde van het speciaal voor hem gecomponeerde vioolconcert Roads to Everywhere van Joey Roukens.
Ook de Australisch-Nederlandse Kate Moore schreef een concert voor hem en dit ensemble, Synaesthesia Suite. Nu presenteert Puglia zijn eerste cd bij het label Attaca, de nummer 14 in hun onvolprezen reeks ‘Ladder of Escape’. Eerder schreef ik hier al over nummer 11, waarop de (bas)klarinettist Fie Schouten onder andere een stuk van Unsuk Chin speelde.
Aandoenlijk gezaag van 8-jarige
Puglia’s eersteling is geheel gewijd aan muziek van de Italiaanse modernist Luciano Berio. Hij opent met het veeleisende Duetti per due violini, een reeks miniaturen die zijn gewijd aan vrienden en door Berio bewonderde componisten. Elk stuk vertelt een eigen verhaal en maakt gebruik van andere technieken, zo hebben de vierendertig portretten ook een educatieve functie. Het is de bedoeling dat ze worden uitgevoerd door een combinatie van professionals en jonge musici – bijvoorbeeld door een docent en zijn leerlingen.
In sommige duetten verschilt de moeilijkheid per partij nogal. In nummer #17, ‘Leonardo Pinzauti’, speelt de een bijvoorbeeld alleen maar een toonladder, terwijl de ander hier sierlijke tierlantijnen doorheen weeft. Puglia voert het uit met zijn achtjarige leerling Sebastian Cynn, wiens aandoenlijke gezaag de muziek een ontwapenende breekbaarheid geeft. Puglia’s oudste partner is Vera Beths, met wie hij nummer #6 uitvoert, vernoemd naar Berio’s collega Bruno Maderna. Berio treft diens joyeuze persoonlijkheid met speelse muziek, die soms neigt naar een gemankeerde wals.
Het mooist is misschien nog wel nummer #20, ‘Edoardo Sanguineti’, waarmee de cyclus wordt besloten. De twee partijen worden op Berio’s verzoek gespeeld door een orkest van violen, in deze versie bestaande uit begaafde studenten van de NJO Zomeracademie en uit collega’s van Puglia als Peter Brunt en Emmy Storms. Even denk je in een van Vivaldi’s Vier Jaargetijden te zijn beland, maar al snel maken de opzwepende patronen plaats voor meer introverte lijnen, soms gespeeld met demper.
Hoorbaar speelplezier
Wie een cd aan Berio wijdt, kan niet om diens vermaarde Sequenze heen, solostukken waarin hij de mogelijkheden van het onderhavige instrument tot in het uiterste verkent. Tijdens het afgelopen Holland Festival maakte de Franse fagottist Pascal Gallois nog grote indruk met de speciaal voor hem gecomponeerde Sequenza XII.
Puglia vertolkt Sequenza VIII, die Berio in 1976 componeerde voor de violist Carlo Chiarappa. Deze is gebaseerd op twee tonen (A en B), die het uitgangspunt vormen voor een meeslepende verkenning van het instrument. Van lieflijke cantilenen tot woeste uithalen, en van fluisterzachte flageoletten tot dartelende, schijnbaar meerstemmige loopjes en terloopse versieringen. Puglia speelt loepzuiver en moeiteloos, met een indrukwekkend verfijnde dynamiek en hoorbaar plezier.
Ook de twee overige stukken op de cd zijn zeer de moeite waard. De pianist Ellen Corver toont zich een invoelend begeleider in Due Pezzi per violine e pianoforte, met een bewonderenswaardig fluwelen aanslag. De Nieuwe Philharmonie Utrecht maakt de gedreven, soms bijna angstaanjagende Corale su Sequenza VIII samen met Puglia tot een enerverende luisterervaring.
Joseph Puglia geeft met deze cd een bijzonder overtuigend visitekaartje af. Hij bewijst andermaal dat ‘moderne’ muziek niet a priori gortdroog en ongenaakbaar is, maar ook vurig en emotioneel kan zijn. Van harte aanbevolen!