De bevlogenheid die Toer van Schayk en zijn generatie choreografen kenmerkte verdwijnt. Met het programma Hollandse Meesters eert Het Nationale Ballet een tijdperk.
Het succes van Toer van Schayk en zijn generatie
Als het aan het publiek ligt mogen de meesterballetten van de drie grote Van’s (Rudi van Dantzig, Hans van Manen en Toer van Schayk) nog wel even blijven. Als één man stond het tijdens de voorstelling op 22 september met luid applaus na het ballet Requiem op. Hollandse Meesters blijkt een hit. Wat de drie balletten Vier Letzte Lieder, Adagio Hammerklavier en Requiem kenmerkt is een autentieke liefde voor dans. En ook voor de muziek en componisten waarop ze gemaakt zijn (Strauss, Beethoven, Mozart).
Maar waarom is Requiem zo’n succes? Waarschijnlijk vanwege de centrale plaats die Toer van Schayk in het programma inneemt. Hij wordt in september tachtig. Mathieu Gremillet maakte een sfeervol filmportret van de choreograaf en kunstenaar/ontwerper, er verscheen een nieuw boek en hij werd op de première-avond bevorderd tot Officier In de Orde van Oranje-Nassau.
Requiem, zonde en oordeel
Requiem is wellicht Toer van Schayks magnum opus. Een monumentaal werk waarin de choreograaf volop gebruik maakt van de enorme ruimte. Bataljons dansers draven op maar er is geen hint van oorlog of geweld. Wel een verwijzing naar het geweld dat de mens de schepping aandoet: het misbruik van weerloze mensen (dansers geboeid aan touwen) en het omkappen van regenwoud of het neerschieten van olifanten (te zien op projecties).
Dat is de enige zonde die God nooit zal vergeven, aldus de choreograaf. Hoewel hij toegeeft dat een besef van zonde en oordeel nauwelijks nog bij mensen gevoeld wordt. Zo wordt ook de bevlogenheid in dans mistiger en maakt deze plaats voor beweging met maximale efficiency. De eerste dag dat Het Nationale Ballet intrek nam in de Stopera meldde artistiek leider Rudi van Dantzig zich bijvoorbeeld ziek. De overgang van een schilderachtig, karakteristieke Stadsschouwburg naar een massaal theaterpaleis was te groot voor een teergevoelige ziel.
Toer van Schayk, niet de minst ongevoelige onder ons, doorstond die verhuizing beter. Zijn 7e Symfonie en Requiem gedijen goed op het enorme toneel van Nationale Opera & Ballet. De geometrisch denkende Hans van Manen draait overigens ook zijn hand niet om voor moderniteit.
Bezieling
Maar het publiek mist, net als Requiem doet, misschien een beetje de tijd dat ballet een aanklacht kon uiten tegen actuele misstanden. Is Hollandse Meesters dan een weemoedige groet aan een voorbije tijd? Integendeel. Het programma laadt dansers met bezieling. Ook in het lyrische, nieuwe duet Episodes van Fragmenten van Van Schayk. En de bevlogenheid van Toer zie je ten slotte terug in zijn aandacht voor mensen. Zo danste ik vijfentwintig jaar geleden een klein rolletje in zijn Requiem, spreekt hij me er laatst nog op aan. Net zoals hij nu na afloop de jonge talenten Giovanni Princic en Sem Sjouke even een hart onder de riem stak. Toer van Schayk is een bevlogen mens.