Op Art (optical art) is minder bekend dan Pop Art. Totdat je de werken in kwestie ziet. Er zijn weliswaar geen Op Art sterren van Andy Warhol-status, maar hun creaties resoneren direct met beelden die je uit de kunstgeschiedenis kent. Zaterdag 25 februari opende in het Stedelijk Museum Schiedam een grote expositie[hints]In samenwerking met het Louisiana Museum in Denemarken[/hints] over deze kunststroming, die vooral over zogenaamde “mindfucks” gaat.
Je gaat het pas zien als je het doorhebt
Iets netter heet dat de ‘psychologie van de waarneming’ en welbeschouwd is dat zo oud als de Venus van Willendorf, want ook de noeste beitelaar die meer dan 20.000 jaar voor Christus van een steentje een vrouw besloot te maken stuurde natuurlijk onze waarneming. Die protokunstenaar verlangde immers van zijn toeschouwers daar geen steentje in te zien, maar een wulpse vrouw, op zoek naar vertier.
Geen cult
Zo in de jaren vijftig van de twintigste eeuw werd het menselijke streven om dingen anders te bekijken ook een veelbesproken stroming van kunstenaars die het sturen van de waarneming nog veel letterlijker namen. Met duizelingwekkend resultaat. Dit is Op Art: draaiende rasters vuren steeds wisselende impulsen af op de oog- en hersenconfiguratie. Hallucinante, veelkleurige, caleidoscopische installaties zorgen nog immer voor duizeligheid en andere ervaringen. Een artistiek signatuur is op prettige wijze vaak geheel afwezig, niet voor niks zijn er geen sterrencultussen zoals Warhol voortgekomen uit de Op Art. Dit zijn werken om te ondergaan, niet om te bewonderen.
Eeuwige ‘rebel with a cause’ Willem de Ridder opende de expositie met een klinkende rede van zeventien minuten[hints]*De opname heeft een wat suboptimale geluidskwaliteit, ik was mijn hd-recorder vergeten dus u moet het doen met de opname van mijn telefoon. Met een hoofdtelefoon op en wat toegevoegde baswaarde is het enigszins te beluisteren. De passages die u niet verstaat mag u – geheel volgens de filosofie van de Op Art beweging – zelf invullen. Beter nog is gewoon een bezoekje aan Schiedam.[/hints] die lange tijd weliswaar wat al te anekdotisch leek. Uiteindelijk bleek die wel degelijk een verrassend actuele relevantie te bevatten. Om de lezer te gerieven: hierover zal ik later meer schrijven voor het cultureel persbureau.
Dwars
Bij die heerlijke verhalen van De Ridder blijft het altijd lastig om hem los te zien van de gezegende babyboomersgeneratie waartoe hij behoort. Maar de man heeft nog steeds een gedrevenheid die geen centimeter gearriveerd of gedateerd klinkt. Het is een montere dwarsigheid die zich pontificaal keert tegen die achterhaalde notie van kunst als een hogere vorm van zijn waartoe je, om ervan te mogen genieten, door een ballotage moet van kenners en poortwachters. Om vervolgens op je lauweren te rusten als je dat eenmaal gelukt is.
Handeling en flux
Kunst is in de optiek van De Ridder een handeling, een actie. In ieder geval geen passieve belijdenis in een seculiere kerk, eerbiedig knielend voor een pauselijk figuur. Mooi was het citaat van Umberto Eco, waarin kunstbeschouwing, of minder chic gesteld: het ondergaan van kunst, wordt vergeleken met planetenstelsels. Iedere samenstand geeft weer een ander beeld te zien en werkelijk niets mag gelden als een eeuwig, statisch gegeven. Wat een prachtige beeldspraak van de grote, dode Italiaan! Note to self: eindelijk ook eens die andere boeken van Eco lezen.
Uiteraard kennen we de relatieve betrekkelijkheid van kunstexperts al langer, maar het kan zeker geen kwaad om dit weer even vast te stellen. Reputatie van de kunstenaar, belang van een stroming – alles is eeuwig in flux en pogingen om dit dicht te timmeren in een strenge canon zijn tuttig – en bovendien irrelevant en imperialistisch in een cultureel diverse samenleving.
Bevrijding
Die gedachte van Eco sluit mooi aan bij deze Op Art expo, die vanuit Denemarken naar de jeneverstad werd gebracht en gecompleteerd met Nederlandse representanten van de internationale stroming. Op Art, dat zijn mindfucks in alle kleuren, vormen en maten. Met een beroep op de hedendaagse games-industrie en hoogwaardig 3D beeldvertier in je persoonlijke huiscinema zou een cynicus kunnen vaststellen dat deze kunststroming misschien ergens wel verouderd is. Ik keer me tegen dergelijke kortzichtigheid, want de materialen mogen dan misschien wel vrij analoog overkomen, het beoogde effect is dat in het geheel niet. Wat een bevrijdende, vrolijke tentoonstelling! Je ziet bovendien ook de oorsprong van vele uitingen die aan Op Art zijn ontleend, zoals een elpeehoes van David Bowie, en de effecten van deze stroming op fashion en design.
Intermezzo
De lezer staat me hopelijk even een intermezzo toe, ik kom later tot een punt. Mijn verhouding met musea is als volgt: ik ben een podiumkunstjunkie en trots inwoner van het stadje Cineville. Daarom hou ik vaak helaas te weinig tijd over voor grondig galerie- en museumbezoek, maar de museumkaart blijkt een effectief middel tot een hogere bezoekfrequentie. Zeker in de voorjaarsvakantie: museumbezoek doet men bij voorkeur met jonge, schrandere kids die nog heel precies zien dat waar jij je allang niet meer over verbaast.
To do
Zo bezocht ik afgelopen week met J. (7 jaar oud, half-Koreaans, kind van een journalist en een taaldocente) het Teylers Museum in Haarlem en daarna met L. (9 jaar oud, kind van twee lieve kunstenaars) het Stedelijk Museum in Amsterdam, om tenslotte, slechts vergezeld door mijn innerlijke demonen, het Stedelijk Museum in Schiedam voor het eerst te bezoeken. Dit in het kader van mijn steeds langer wordende To Do List. (Volgende stad waar ik nog nooit geweest ben: Dordrecht. Culturele tips zijn welkom, beste lezer.)
Geen examen
Woordenloos
Terug naar Schiedam. Curator Colin Huizing zei het kort na de inspirerende woorden van De Ridder zo: ‘Onze motivatie om deze tentoonstelling te maken? Het is een kunstvorm die toentertijd al heel snel ter discussie werd gesteld, maar toch, of juist daarom heel populair werd. De discussie over zogenaamde hoge en lage kunst is vermoeiend, maar Op Art is een bevrijdende middenweg. Mensen vinden veel kunst onbegrijpelijk, maar dat hoeft helemaal niet. Je kan kunst ook woordenloos ervaren, je hoeft niet het juiste antwoord te geven.’
Huizing praat helder en heel enthousiasmerend over deze nieuwe grote expo in het Schiedams Stedelijk, dat in de laatste jaren al vaker serieuze aandacht schonk aan goede kunst. Huizing: ‘In vergelijking met de originele Deense expositie, de drukst bezochte in de geschiedenis van het Louisiana, hebben we Nederlandse kunstenaars toegevoegd. Van de Denen kregen we volledige vrijheid, een prettige manier van samenwerken. Ze hadden natuurlijk vooraf wel gecontroleerd wat voor museum wij zijn, en zagen dat onze wens om aan Op Art een expo te wijden niet zomaar een incident is, maar dat het goed past binnen onze programmering van de afgelopen jaren.’
Eye Attack – Op Art en kinetische kunst is tot 18 juni te zien in het Stedelijk Museum Schiedam. Over dit museum schreef Niek Hendrix in 2013 voor Cultureel Persbureau dit artikel. Verder, sta me toe u nogmaals te tippen, verscheen onlangs de nieuwe editie van het tijdschrift Kunstlicht, dat weliswaar niet over Op Art gaat, maar met Translation as Method als thema genoeg (Engelstalig) leesvoer over kunstbeschouwing biedt voor een aangename reis naar Schiedam – dit voor het geval u niet in de buurt mocht wonen. De Tinguely expo is nog tot 5 maart te zien in het Amsterdamse Stedelijk.