De Bijlmermeerpolder staat nog steeds bekend als een stadsdeel waar je niet heen gaat als iets of iemand je daar niet toe dwingt. Een stigma dat de flatwijk in de jaren tachtig kreeg toen hij diende als afvoerputje van de samenleving. En nog steeds is de reputatie slecht. Een enkel geweldsincident beschadigt steeds weer het hele stadsdeel, al is dat nog zo groot en divers. Er wonen zelfs meer mensen dan in de hele provincie Zeeland. En alles in de wijk, het vele groen, de fijne winkelcentra, de muziek, de ruime huizen, vertelt een ander verhaal dan dat van no-go-zone.
Ik ging er zaterdag 1 juni heen voor Parlement Debout, een project van de Congolese kunstenaar Faustin Linyekula, die dit jaar associate artist is van het Holland Festival. Parlement Debout is bedoeld als ode aan de onbekende en onvertelde verhalen van een stad. Linyekula zag tijdens zijn kennismakingsrondje door Amsterdam de Bijlmer en wist dat hij hier, in deze niet bepaald witte wijk, de perfecte plek had voor zijn straathoekparlement. Dus zocht hij mensen en hun verhalen op, om die dan weer te laten zien aan het Holland Festival-publiek.
Lokaal publiek
Dus stonden we daar, in de achtertuin van Streetcornerwork Zuidoost, heel erg wit en van middelbare leeftijd te zijn, onze ogen uitkijkend naar mensen met een andere huidskleur en een andere levensstandaard dan wij. Vanuit de huizen rond het binnenterrein was nauwelijks aandacht voor ons of de muzikanten en dansers van Studios Kabako. Daarna kwamen lokale drummers en gingen we op pad door de wijk, waar we voorzien werden van de nodige inhoud door een spoken word artiest, die zelf niet uit de wijk kwam maar wel goed kon vertellen.
Er was dans, er waren zangeressen, er was gelukkig iets meer lokaal publiek en er was, tegen het einde, de stop en minuut stilte rond de boom die alles zag: het monument voor de Bijlmerramp van 1992, toen een Boeing 747 een flat, tientallen levens en het laatste restje zelfvertrouwen van de wijk verwoestte.
Voorhoede
Met dat zelfvertrouwen van de Bijlmer zit het bijna dertig jaar na die ramp wel goed. Er is veel veranderd: Amsterdam Zuidoost begint zelfs voorzichtigjes aan te gentrificeren. Die veryupping is bijna onvermijdelijk, en wij, die weinig bonte stoet van liefhebbers van de hoge kunsten, waren deze zaterdagmiddag de voorhoede. Geen wonder dat niet de hele wijk voor onze optocht uitgelopen was. Na afloop was er geen witte wijn en bitterballen, maar schaafijs en dingen van de grill, onder parasols en onder de nu als indrukwekkend monument van moderniteit oprijzende metrobaan naar Station Ganzenhoef, ooit één van de gevaarlijkste plekken van de Bijlmer.
‘Oerol’, mompelde een van de weinige niet-witte bezoekers later, op station Amstel, en hij bedoelde dat niet positief. We hebben best nog een kloof te overbruggen, met zijn allen.