“We hebben goede hoop”, is het antwoord als ik vlak voor de start van het filmfestival in Berlijn een collega aanspreek. Want nieuwsgierig hoe de keus voor Carlo Chatrian als nieuwe artistiek directeur gevallen is bij de Duitse kritiek. Chatrian, hiervoor directeur van het toonaangevende arthousefestival in Locarno, ligt goed, begrijp ik. Of deze 70ste Berlinale al dat nieuwe elan en de gehoopte kwaliteitsboost heeft zal moeten blijken. Beetje jammer wel dat de openingsfilm My Salinger Year aan de brave kant is.
Chatrians voorganger, Dietrich Kosslick, was 16 jaar aan het roer. Te lang, alweer volgens mijn collega. Fris bloed is van tijd tot tijd nodig. Wat ook nieuw is deze editie is dat de leiding vanaf nu tweehoofdig is. Artistiek en zakelijk – Carlo Chatrian en Mariette Rissenbeek.
Hanau
Berlijn had altijd de reputatie een politiek en maatschappelijk betrokken festival te zijn, een publieksfestival ook. Vrijwel iedereen vindt dat dat zo moet blijven. Ook Chatrian zelf, zo maakte hij op de openingsavond duidelijk. Film verbindt mensen en laat ons dromen wanneer het moeilijk wordt, zo stelde hij. In zijn energieke openingsconference legde de acteur Samuel Finzi menigmaal de relatie met wat er gaande is in de samenleving. Waar iedereen natuurlijk ook aan dacht was de aanslag in Hanau. Het publiek in het Berlinale Palast herdacht de slachtoffers met een minuut stilte.
Maar bij dat al zou Chatrian ook de persoon kunnen zijn die de Berlinale artistiek spannender en avontuurlijker kan maken. Zonder het hele festival op z’n kop te gooien. De programmering van deze editie laat zien dat hij eerder het vertrouwde profiel wil stroomlijnen en nieuwe accenten toevoegen. Zo is bijvoorbeeld het onderdeel culinaire cinema – een hobby van Kosslick – verdwenen en heeft Chatrian aan de hoofdcompetitie een nieuwe competitie toegevoegd. Encounters. Bedoeld voor uitdagende cinema of ongebruikelijke benaderingen in alle soorten en maten. Zou dit kunnen zijn wat Chatrian uit Locarno heeft meegebracht? ‘Vitaliteit van de cinema in al zijn vormen’ is de slogan. Een voorbeeld is Gunda, de nieuwe documentaire van de altijd verrassende Victor Kossakovsky (Aquarela). Ons voorgespiegeld als een filosofische medidatie met dieren in de hoofdrol.
Competitie
De hoofdcompetitie oogt op het eerste gezicht solide, met een mix van nieuwkomers naast gevestige namen uit het arthousedomein. Waaronder Christian Petzold, Rithy Panh, Tsai Ming-Liang, Sally Potter en ook de naar duister werk neigende Amerikaan Abel Ferrara. Daarnaast veel werk van betrekkelijk onbekende makers. Veel aandacht trekken bij voorbaat het spectaculaire Duits-Oekraïens-Russische project DAU.Natasha. De afgronden van de menselijke geest gesitueerd in een compleet nagebouwd wetenschappelijk onderzoekscentrum uit de Sovjet-tijd. Veel valt te verwachten van de Duits-Nederlandse productie Berlin Alexanderplatz, Een nieuwe, eigentijdse bewerking van de eerder al eens door Fassbinder verfilmde roman van Alfred Döblin.
Betrekkelijk weinig geflirt met sterren of andere beroemdheden dit jaar. Die vinden we in bescheiden mate in de op breder publiek mikkende Berlinale Specials en Panorama. Sigourney Weaver (My Salinger Year) bijvoorbeeld.
Wat betreft de Nederlandse aanwezigheid in Berlijn moeten we vooral denken aan het rauwe coming-of-ageverhaal Paradise Drifters, de eerste lange speelfilm van Mees Peijnenburg. Beleefde vorige maand zijn première in Rotterdam en is in Berlijn geselecteerd voor Generation, de sectie voor jong publiek. Met in een van de hoofdrollen Bilal Wahib (De Libi). Hij is hier ook een van de tien zogenaamde Shooting Stars, de jaarlijks door European Film Promotion gepresenteerde meestbelovende jonge Europese acteurs.
Kwesties
Om de zeventigste editie luister bij te zetten is er het programma On Transmission. Zeven filmmakers van faam gaan in gesprek met een collega die ze bewonderen. Geïllustreerd met een film van ieder. Bijvoorbeeld: Claire Denis laat haar diep menselijke voorstadsdrama 35 Ruhms zien en koos voor Olivier Assayas met diens vampierfilm Irma Vep.
Dat de entree van Chatrian en Rissenbeek samenvalt met de viering van de 70ste Berlinale is natuurlijk een cadeautje. Toch is niet alles feest. In de aanloop naar hun debuut kregen ze een paar vervelende steentjes in de schoen.
In de eerste plaats de onthulling door Die Zeit van materiaal dat suggereert dat Alfred Bauer, de allereerste festivaldirecteur van de Berlinale, tijdens de Tweede Wereldoorlog een overtuigd Nazi was. De naar hem vernoemde prijs, de Alfred Bauer Zilveren Beer, is door het festival per direct geschrapt. In plaats daarvan nu een nieuwe Zilveren Beer ter ere van de 70ste Berlinale. Daarnaast ondersteunt het festival verder historisch onderzoek naar deze kwestie.
Jeremy Irons
Dismiss | Remind me later
This post will be shared into your social media from 2020-02-21 show details
Een andere affaire was lastiger te pareren. Nauwelijks was de gerenommeerde en veelzijdige Britse acteur Jeremy Irons (71) als juryvoorzitter benoemd of er ontstond rumoer. Verschillende Duitse media haalden aan dat Irons nog geen tien jaar geleden het seksueel lastig vallen van vrouwen had vergoelijkt en rare dingen over het homohuwelijk had gezegd kwam. Een relletje mag je het niet echt noemen, maar het kwam natuurlijk heel slecht uit. Hadden Chatrian en Rissenbeek soms zitten slapen? Chatrian wees erop dat Irons zich al jaren geleden publiekelijk had verontschuldigd voor die uitspraken, maar het bleef knagen. Ook al konden er tegenvoorbeelden worden aangedragen. Bijvoorbeeld dat Irons het steun had betuigd aan mensen met HIV en solidair was met slachtoffers van rechts-extremistisch geweld.
Vrouwen en mannen
Dubbel vervelend voor het festival omdat het zich juist wil inzetten voor het verbeteren van de vrouw-manverhouding in de filmwereld. Ik ken geen festival dat zo’n uitvoerige statistiek bijhoudt van aantallen mannen en vrouwen in allerlei onderdelen van de filmselectie. Zonder dat het, zo te zien, tot al te dwangmatige keuzes leidt. In de hoofdcompetitie hebben 6 van de 18 films een vrouwelijke regisseur. Dat kan dus beter, maar het weerspiegelt wel vrij goed de situatie zoals die tegenwoordig in de Europese filmindustrie is.
Niet heel verrassend dus dat Irons de persconferentie van de jury opende met een persoonlijk statement. Zonder omhaal maakte hij daarmee duidelijk dat hij een vurig supporter is van vrouwenrechten, waaronder bescherming tegen ongewenste seksuele bejegening en het recht om voor abortus te kiezen. Plus dat hij wetgeving die huwelijk tussen leden van gelijk geslacht mogelijk maakt een voortreffelijke zaak vindt. Hij kreeg applaus.
My Salinger Year
Daarna was het donderdagavond tijd voor de openingsfilm, Philippe Falardeau’s My Salinger Year. Het is de vermakelijke geschiedenis van een aanvankelijk naïeve jonge vrouw met literaire ambities die een baantje krijgt als assistent van de literair agent van de beroemde cultschrijver J.D. Salinger. Alles gebaseerd op de ware belevenissen van Joanna Rakoff, die het vastgelegde in het boek waar de film naar vernoemd is.
Er zitten veel sympathieke kanten aan dit tijdsbeeld (New York jaren negentig) en ironisch getint inkijkje in de literaire wereld. Nieuwkomer Margaret Qualley en oudgediende Sigourney Weaver als haar baas vormen een mooi contrast. Falardeau heeft de vooral op dialoogscènes gebaseerde vorm een laconieke inslag gegeven. Plus dat de ouderwetsigheid die de film uitstraalt heel goed een bewuste keus kan zijn.
Joanna (ook in de film heet ze zo) krijgt daar de opdracht Salingers overvloedige fanmail te beantwoorden. Iedereen moet een standaardbrief terug krijgen die laat weten dat de zich als kluizenaar verschuilende Salinger geen fanmail leest. Maar kan Joanna dat over haar hart verkrijgen? En hoe gaat het met haar schrijversdromen, met haar eerste vriend die haar nauwelijks meer ziet, en met haar nieuwe liefde? En zal ze ingekapseld worden door dat rare wereldje waar ze in terechtgekomen is?
De Canadees Falardeau, die ooit veel indruk maakte met de aangrijpende en gedurfde jeugdfilm It’s Not Me I Swear, bewandelt deze keer een pad dat uiteindelijk weinig verrassingen biedt, een paar speelse vondsten ten spijt. Een geestig ingekleurde, maar toch te vluchtige kroniek van ongemak en volwassen worden. Alsof hij te trouw aan het boek wilde blijven. Of heeft hij zich te veel gespiegeld aan het werk van Woody Allen? Een openingsfilm waar een feestpubliek zich geen buil aan valt, maar die als statement van een zich vernieuwend festival te kort schiet.
[De 70ste Berlinale vindt plaats van 20 februari t/m 1 maart. Op zaterdag 29 februari worden de Gouden Beer en andere prijzen bekendgemaakt.