Even een adempauze in de stress. Vandaag praat ik met Yolande Melsert. Zij is cultureel attachée van de Nederlandse ambassade in de Indonesische hoofdstad Jakarta. Vanwege de corona-lockdown is ze tijdelijk terug in Nederland. Redenn om terrug te blikken op een bewogen jaar in de verhoudingen tussen Nederland en zijn voormalige kolonie.
‘Indonesië is nog een jong land. Je merkt dat het nog heel erg bezig is zijn eigen dna te ontdekken. Het is mooi dat nu in Nederland de musea de bordjes verhangen worden. De verhalen over onze gemeenschappelijke geschiedenis worden op een andere manier verteld. Dat is daar ook zeker zo. Maar ze kijken vooral vooruit. Dat gaat zelfs zover dat ze, toen ik het koloniale verleden ter sprake bracht, zeiden: nu moet je niet een al te grote broek aantrekken, want we hebben in het verleden heel wat andere overheersers gehad dan alleen jullie.’
Luister hier naar de podcast!
Natuurlijk gaan de toestanden hier, over de compensatie voor de totale stilval van de cultuursector in Nederland, niet aan haar voorbij: ‘Ik zie iedereen enorm hun best doen om dingen in kaart te brengen. Ik val er zelf ook onder, want het Erasmushuis krijgt subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is een groot zwart gat waar we nu in kijken, als we willen weten hoe lang dit gaat duren en hoe we er uit zullen komen. In Indonesië is het simpel: daar gebeurt helemaal niks. Er is som op projectbasis wat geld, maar vaak is dat verhulde staatspropaganda.’
Zonder subsidie regelt de kunstwereld het in Indonesië op een andere manier: ‘Er zijn heel veel kunstenaars die in community’s samenwerken. Dan delen ze alles met elkaar. Verkoopt er één een werk, deelt hij de opbrengst met alle anderen.’