Het is hoog tijd voor collectieve actie, nu kunstorganisaties zijn gesloten en activiteiten stilliggen. Pleidooi voor een steunfonds voor cultuur, waaraan overheden, fondsen én bedrijven eensgezind bijdragen.
We merken het allemaal: het live culturele aanbod ligt stil als gevolg van het coronavirus. Er is de afgelopen weken veel geschreven en gesproken over het belang en de waarde van cultuur.
Dat behoeft geen uitleg: wij ondervinden dat zelf, nu we binnen moeten blijven. We merken dat muziek – pop of klassiek – dit huisarrest draaglijker maakt, we zijn dankbaar voor alle cultuuraanbod op internet dat makers en organisaties ons kosteloos aanbieden. Heel genereus, want hun eigen inkomsten zijn volledig weggevallen.
Veerkracht
We beseffen ook dat door de strenge bezuinigingen van de afgelopen tien jaar de sector te afhankelijk is geworden van die eigen inkomsten. Hoe zuur en oneerlijk is het, dat de veerkracht van organisaties en makers waarmee zij gedeeltelijke die tekorten compenseerden, hen nu kwetsbaar maakt. Wat hun kracht was, keert zich tegen hen: bezoekers brengen voorlopig geen geld in het laatje, sponsorgelden vallen deels weg- exposities, voorstellingen, concerten en evenementen zijn immers afgelast.
Daarom is het nu tijd om te handelen. Om te zorgen dat we na deze periode snel weer een bloeiend cultureel leven kunnen opbouwen en genieten.
Er is iets belangrijks dat we juist in deze periode kunnen organiseren: solidariteit. Dit is hèt moment om de handen ineen te slaan en de daadkracht te bundelen van alle spelers in en rond het culturele veld. Om over scheidslijnen en hokjes heen te stappen en één krachtige stem te laten horen, één visie te tonen en als één partij de sector overeind te helpen.
Hervorming
Dit betekent een aanzienlijke koerswijziging in het cultuurbeleid. Misschien wel een hervorming.
De noodzaak daarvan komt nu aan het licht. Veel cultureel aanbod is projectmatig: kortlopende exposities, eenmalige voorstellingen en concerten; financiering bij zowel fondsen als overheden is sterk gerelateerd aan zulke tijdelijke evenementen.
Begin dit jaar werd al door diverse musea aangekaart dat het almaar produceren van zogenaamde blockbusters een te zware personele en financiële belasting is, die vaak niet eens winstgevend blijkt.
Al langer wijzen organisaties erop dat er wel extra geld is voor nieuwe gebouwen en kunstaankopen, maar nauwelijks voor extra menskracht, onderzoek en educatie.
Deze koers van interessante, maar vluchtige projecten vormt eerder een probleem dan de oplossing om uit deze crisis te komen.
Volle breedte
Een levensvatbare strategie zal gericht moeten zijn op structurele steun voor de kunstsector in volle breedte. Dat betekent meerjarige subsidies, sponsoring en mecenaat gericht op het ondersteunen van kennis en vaardigheden en het onderhouden van cultureel erfgoed. Dat is het afgelopen decennium verwaarloosd en de gevolgen zien we nu: maar liefst zestig procent van alle werkenden in de sector is zzp-er, freelancer met een onzeker bestaan maar vaak met veel kunde en ervaring.
De oplossing zal moeten komen uit financiële ondersteuning door zowel overheden als private partijen samen, zodat de ergste nood snel wordt gelenigd. Want we beseffen allemaal dat de 300 miljoen extra die beschikbaar komt voor cultuur, maar een fractie is van wat er nodig zal zijn.
Eén loket
Eén loket voor zowel musea als podiumkunsten, voor kunsthistorici, musici, acteurs, beeldend kunstenaars en alle andere culturele ‘ondernemers’. Zo’n loket bespaart veel tijd en werk en kan snel, betrokken en efficiënt handelen. Zodat er geen organisaties omvallen en geen kostbaar talent en opgebouwde kennis verloren gaan.
Om dat te realiseren, is een collectief fonds nodig. Laten we het Steun onze Kunst! noemen.Zo’n fonds kan snel gevormd worden als de wil er is. Eén fonds waarin Rijk, provincies en gemeenten substantiële bijdragen storten, net als de semi-publieke fondsen voor de beeldende kunsten en de podiumkunsten, plus de BankGiroLoterij, particuliere vermogensfondsen en de vele stichtingen die cultuur ondersteunen.
Alleen als deze spelers gezamenlijk besluiten om de nadruk niet op projectsubsidies en -financiering te leggen, kan een duurzaam cultuurbeleid met een toekomstvisie tot stand komen. Dat betekent:
voorlopig geen uitbreiding van cultuurpanden (‘stenen’), geen peperdure blockbusters, geen kunstaankopen, maar eerst de mensen, de kennis en de collecties veilig stellen.
Bedrijfsleven
Uiteraard dient ook het bedrijfsleven zijn bijdrage te leveren. Bedrijven hebben enorm baat bij ons rijke cultuuraanbod, dat grotendeels wordt bekostigd door belastingbetalende burgers en bezoekers. In Nederland gevestigde bedrijven krijgen nu ruime steun uit de rijkskas en worden dus indirect door diezelfde burgers gesteund.
Het kabinet en de Tweede Kamer willen voorwaarden verbinden aan deze staatssteun. Laat één van die voorwaarden dan zijn dat KLM, Booking.com en andere multinationals de cultuur rechtstreeks steunen. Door één procent van hun terug te betalen lening direct te storten in het collectieve Fonds Steun onze Kunst!. Welverdiend voor de cultuursector, die immers zelf zeer ondernemend is.
Ik wed dat mecenassen, donateurs en bezoekers die hun kunstaanbod missen, daaraan dan graag ook hun steentje bijdragen.
Daarom, minister van Engelshoven, aan u de taak zo’n fonds te initiëren: u heeft korte lijnen met de cultuurfondsen en het ministerie van Financiën.
Niet alleen de cultuursector zal u er dankbaar voor zijn, ook de vele Nederlandse burgers die onze kunst koesteren- en missen.