Voor het eerst in bijna een jaar heb ik zin om weer naar het theater te gaan. Ik sta te trappelen, straks, als de zalen weer vol zijn. Dat is te danken aan de nieuwsbrief van deze site die ik gisteren in mijn mailbox ontving.
Tot nu toe zag ik een terugkeer naar een volle theaterzaal niet zitten. Bang voor het virus, te veel mensen bij elkaar, te weinig afstand, te weinig beenruimte, gehoest en gekuch.
Maar in zijn nieuwsbrief schetst Wijbrand Schaap een toekomst waardoor voor mij de (theater)zon weer ging schijnen. Hij schrijft de oude theaters vaarwel en verwelkomt de kleinschaligheid, bij voorkeur in de buitenlucht. ‘Het zwaartepunt van het seizoen gaat definitief naar de zomer en binnenconcerten en -voorstellingen zullen in een meer salonachtige setting plaats gaan vinden.’
gimOp hetzelfde moment was mijn vrees voor de volle zalen voorbij.
Bepruikte en bepoederde Franse edelen
Niet dat ik het met Schaap eens ben. Ik denk dat mensen nog steeds het liefst in het najaar, de winter en het vroege voorjaar naar het theater zullen gaan. Simpelweg omdat er dan buiten niets te doen is. Geen fietstochtje, wandeling of lekker werken in de tuin. En theaterbezoek in het donker heeft nu eenmaal iets magisch.
Ook over de ‘salonachtige’ setting heb ik zo m’n twijfels. Misschien ligt het aan de formulering, maar dan zie ik bepruikte en bepoederde Franse edelen voor me die een stijf dansje wagen.
De luxe die ik nu al in de bioscoop ervaar
Mijn volle theaterzaal ziet er – terwijl het buiten donker is – heel anders uit, maar breekt tegelijkertijd wel radicaal met het verleden. Wat dat betreft is Schaap op de goede weg. Gebrek aan beenruimte, geschuifel om je krakerige stoel te bereiken en rijen voor het pauzedrankje zijn definitief voorbij.
In het theater van de toekomst leun ik behaaglijk achterover in mijn fauteuil, terwijl op het podium acteurs, actrices en/of muzikanten zich in het zweet werken. Ik neem een slok uit mijn drankje dat naast m’n brede armleuning staat en druk op het knopje om mijn benen iets omhoog te bewegen, zodat ik nog wat comfortabeler zit.
Naar het theater gaan wordt het nieuwe filmbezoek. Ik geniet van de toneelvoorstelling of het klassieke concert met de luxe die ik nu al in de bioscoop ervaar.
Dankzij mijn testbewijs en de uitstekende ventilatie blijft het virus buiten de deur. Sowieso wordt iedereen die hoest of kucht onopvallend de zaal uitgezet.
Volle zalen: ik ben er helemaal klaar voor. Het is nog even wachten tot de deuren open mogen en de theaters zijn verbouwd. Dan kan de voorstelling weer beginnen.