In Elektra, een van de mooiste tragedies die de oude Grieken ons hebben overgeleverd, zit minstens één stuk tekst dat geschiedenis geschreven heeft. Het is het verslag van een paardenrace. Je ziet niks, maar de taal zet je verbeelding aan het werk. 25 eeuwen later hebben ze geprobeerd om de beschreven beelden om te zetten in echte beelden voor de film Ben Hur (ander verhaal, maar de oerscene komt van Sophocles). Het is een legendarische sequentie. Er waren miljoenen dollars nodig, 70 millimeter projecties, honderden figuranten een paar dode paarden om het effect van een enkele monoloog te evenaren.
Dat is wat kunst vermag. Die speelt zich namelijk in ons hoofd af, getriggerd door goed gekozen woorden.
Die paardenrace is zowel in woord als beeld gesneuveld in de productie Age of Rage, waarmee het Internationaal Theater Amsterdam zich de lockdown uit speelt. Het schrappen van die race is symptomatisch voor alles wat er mis is met deze bijna vier uur durende misvatting van wat de Grieken ons 2500 jaar geleden hebben nagelaten, en eigenlijk ook van wat je goed actueel theater zou kunnen noemen. Ik maakte het afgelopen zondag mee vanaf rij 1, gehuld in een cape tegen de modder en het nepbloed, dat in de tweede helft van het project de zaal in wordt geslingerd.
Boeiende mythologie
Age of Rage is een logisch vervolg op de eerste internationale succesproducties die regisseur Ivo van Hove heeft gemaakt op basis van een andere oude meester: Shakespeare. In Kings of War en Romeinse Tragedies lukte het glansrijk om de essenties van het werk van de Engelse bard, die alweer vierhonderd jaar dood is, naar de wereld van vandaag te halen. Het lag dus in de lijn der verwachting dat Van Hove ook met de klassieke Grieken aan de gang zou gaan. Meer nog dan in het werk van Shakespeare zijn die paar tragedies die ons zijn overgeleverd fragmenten uit een uitermate boeiende mythologie, waar bloedlijnen, goddelijke kleingeestigheid en menselijk heldendom tot eeuwenlange twisten en conflicten leiden. Ze gaven ons ook inzichten in de menselijke psyche die nog steeds actueel zijn.
De stukken, destijds geschreven voor festivals waar ze ten overstaan van soms 20.000 toeschouwers werden opgevoerd, waren een wonder van verbeelding en taal. Op school leerde ik dat ze, wegens gebrek aan techniek, allerlei dingen moesten vertellen die wij met moderne middelen gewoon kunnen laten zien. Dat kunnen laten zien zou dus een teken van vooruitgang zijn. In Age of Rage blijkt het omgekeerde. Als het beeld namelijk niet perfect is en geen inhoud heeft, verveel je je na een paar minuten dood, als dat sterven niet al eerder wegens plaatsvervangende schaamte is gebeurd.
Muppet
ITA laat in deze voorstelling ook nog eens precies de verkeerde dingen wél aan de verbeelding over. Zo moeten we ons verbeelden dat die enorm aardige Maarten Heijmans een tweede leven leidt als growler in een Death Metal-band. De band klinkt vooral een beetje luid, maar veel te gepolijst. Het growlen lijkt meer op de Muppetshow dan goed is voor een beetje effect. We moeten ons ook verbeelden dat echt heel erg goede acteurs als Gijs Scholten van Aschat, Hans Kesting en Chris Nietvelt iets voelen terwijl ze de longen uit hun lijf schreeuwen van emotie.
Het ergste dat we ons moeten inbeelden, is dat de toneelspelers van ITA, jong en beginnend en oud en gerijpt, overtuigend een choreografietje kunnen dansen van de grote naam Wim Vandekeybus. Zeker van dichtbij ziet dat er namelijk niet uit: er straalt geen overtuiging uit, het is technisch zwaar onvolmaakt en kost vooral heel veel, met inmiddels tot ITA-cliché verworden getrommel gevulde, tijd.
Dat de ‘koren’, die in de Griekse tragedies eigenlijk de hoofdact waren, voor moderne regisseurs vaak een breekpunt vormen, waar ‘iets’ op gevonden moet worden, is hier maar weer aangetoond. Een choreograaf van naam en faam invliegen is geen oplossing. Ik weet er wel een paar, maar daar vertel ik een andere keer wel weer over.
Ondergronds
Na de pauze speelt het stuk in bloed, regen en modder, waarin veel geklauwd wordt van wanhoop. Die modder komt, omdat de wraakgodinnen, die de klassieke moedermoordenaar Orestes aan het slot achtervolgen, ondergronds leven. Zijn zus, prinses Elektra, spendeert haar dagen als keuterboer, dus is de link met krijsende varkens snel gemaakt achter de regietafel.
Wat precies de boodschap is van deze voorstelling die voorbijgaat aan elke werkelijke kern van de Griekse tragedie, blijft onduidelijk. Dat de Griekse mythologie zich in een zompige, bloederige oertijd afspeelde waarin meisjes piemels opaten en ogen leegzogen, het altijd regende als het niet waaide en mensen met ongeveer een enkel argument overgingen tot massamoord onder de naasten? De Bloedbruiloft in Game of Thrones was een wonder van fijnzinnige subtiliteit in verhouding tot het zinloze geweld dat ITA pleegt ten opzichte van de bakermat van onze cultuur.
Dat we niet veel opgeschoten zijn sindsdien, qua menselijkheid en beschaving? Die boodschap is vastgelopen in de modder.
Misschien dat het New Yorkse publiek er iets mee heeft.