Eigenlijk was het te erg om vol te houden. Misschien had ik inderdaad mijn impuls om hard weg te lopen moeten volgen, maar ik ben blijven zitten bij Kein Licht. Dit stuk, geschreven door Elfriede Jelinek, gecomponeerd door Philippe Manoury en geregisseerd door Nicolas Stemann, was namelijk technisch best goed. Alleen dat hondje, dat trok ik dus niet.
Dieren en kinderen op het toneel zetten wordt over het algemeen gezien als een artistiek zwaktebod. Immers, hun onschuld is niet gespeeld, maar echt, en echt trekt altijd meer aandacht dan nep. En een dier of kind op het toneel verandert alles wat je er als kunst omheen zet dus in slechte namaak.
Door merg en been
Het hondje in Kein Licht is een schattige Franse terriër, type Bobby van Kuifje, dat alleraandoenlijkst kan zingen. Ik heb zelf een één jaar oude pup, Fonzie, die dat ook kan. Een goed zingend hondje weet hoe hij door merg en been kan gaan, en door merg en been gaat dat, als hij uit wil, of eten, of naar het loopse buurteefje, of gewoon weltschmerz heeft. De Franse Bobby in Kein Licht kan het op commando, vindt dat enorm leuk, omdat er ook altijd een snoepje volgt op een van zijn aria’s.
Tot zover lief en hartverwarmend. Philippe Manoury, de veelgeprezen Franse componist die Jelineks niet zo optimistische stuk over onze dodelijke verslaving aan energie, op muziek heeft gezet, heeft snode plannen met Bobby. Want nadat elektronica het hondje heeft vermenigvuldigd, het orkest en een koor de boel nog wat dramatische kracht bijzetten, is er plots dat beeld van Fukushima. U weet nog wel, die kerncentrale die ontplofte na de tsunami na die aardbeving in 2011. En dat 170.000 mensen halsoverkop hun huis moesten verlaten. En dat veel huisdieren achterbleven. Huilend, eenzaam, hongerig.
Drie jaartallen, een eeuwigheid geleden
Noem me een watje, maar daar kan ik dus niet tegen. Dan wil ik van pijn de zaal uit, omdat het echt pijn doet en die pijn mij murw maakt voor wat er verder nog gebeurt. Dan wil ik naar huis en Fonzie aaien tot hij het zat is (zelden).
Blijft er dan nog wat over? We kunnen aan de no-go’s voor kunstenaars nu ook het lemma ‘actualiteit’ toevoegen, naast dieren en kinderen. Want van de actualiteit win je het als kunstenaar ook niet, als die te dichtbij komt.
Er staan drie jaartallen in de officiële titel: 2011, 2012 en 2017. Jelinek schreef de eerste twee in reactie op de ramp in Fukushima (tijdens en een jaar later, met die arme hondjes). Deel drie is een reactie op de verkiezing van Trump in 2016. De herneming voor dit Holland Festival, in 2022, na vijf jaar niet gespeeld te zijn, kon niet zonder een epiloog die over 2022 ging, vertelde Steman voorafgaand aan de voorstelling. Immers crisis, pandemie, oorlog. Er is sinds 2017 nogal wat gebeurd.
De actualiteit is altijd vlugger
Die update maakte de hele voorstelling eigenlijk opeens gedateerder dan hij al was. Je kunt immers nooit echt de actualiteit pakken, omdat die altijd vlugger en dichterbij is dan je kunt schrijven. De waterbakken (die eerst voor de 300 ton radioactief water stonden die elke dag uit de centrale in Fukushima wegstroomt) veranderden in de tweekleur van Oekraïne, de tekst over Trump bleek te getuigen van achterhaald inzicht (‘hij heeft er geen zin meer in’) en dat we er allemaal aangaan hoef je er op zich niet nog een keer in te hameren.
De Oekraïense soliste die na het slotapplaus nog mocht smeken om blijvende aandacht voor de voortdurende oorlog in haar vaderland, zei dat niet aan dovemansoren. Echter, een stuk als Kein Licht, waarin elke noot en elke letter is bezwangerd van de onafwendbare ondergang van ons allemaal, overschreeuwt zichzelf uiteindelijk, juist omdat de beschreven doem inmiddels over ons aan het neerdalen is.
Eenmaal thuis kreeg Fonzie nog een extra lekker snoepje. Ook voor Oekraïne.