Een festival is nog steeds de beste manier om met nieuwe kunst kennis te maken.
Gisteren brak, na zes dagen van aanhoudende mot- en stortregens, eindelijk de zon door boven het Bossche Zuiderpark. Barmensen die de eerste dagen gewend waren geraakt aan het rustig bedienen van die paar klanten die de regen trotseerden voor een witte wijn (omdat het zomer is, potverdorie!) of een speciaalbiertje, moesten plots vol aan de bak. Voor de tenten werden de rijen weer langer, maar niet eens zo gek veel langer. In de week dat ik er bijna iedere dag was, zaten de voorstellingen al opvallend vol.
Het publiek weet Theaterfestival Boulevard al jaren goed te vinden. Maar dat niet alleen: ik zie er al jaren een combinatie van makers en toeschouwers die je in het normale theaterseizoen zelden samen aantreft. Het besluit om, na het regelen van oppas en het zoeken van een parkeerplek voor de fiets, apart naar een theatergebouw te gaan voor een enkele voorstelling van makers die je niet kent, in een stijl die vreemd is en over een onderwerp waar je weinig mee hebt, is moeilijker dan bij een tent langslopen en tussen wijn en hamburger door iets mee te maken wat je nog nooit meemaakte.
Een doorgecomponeerde woedeuitbarsting
Samen in de regen staan met volslagen onbekenden helpt ook. Weglopen als je (het) zat bent is minder lastig dan tussen het pluche en goud van een theatergebouw.
Niet alles is hapklare kost. Dat geldt voor het aanbod van de soms wel erg compacte (vega)happen evengoed als voor sommige voorstellingen.
Neem ‘Concerto’ van het Italiaans-Baskische duo IgorxMoreno. Een concert inderdaad, uitgevoerd door een DJ en een danser die kan zingen, maar vooral ook een doorgecomponeerd, anderhalf uur durende track vol Italiaanse electropopklanken, slechts onderbroken door verkleedacties van danser en zanger Moreno. Op die track zingt Moreno een tekst die nergens een liedje wordt, maar toch alle kenmerken van liedjes heeft.
Het is eerder een zes kwartier durende speech, een tirade soms, een politieke redevoering op muziek die soms pornografisch is, vaak politiek woedend en nergens poëtisch. Omdat het Italiaans zo mooi klinkt en de muziek zo aan de zomer doet denken blijf je bij de les. Inhoudelijk was het overkill, al is het in Europa slecht gesteld met de seksuele vrijheid, zeker in Italië.
Hallucinante oermoeder
Een klein kwart van de mensen op de uitverkochte tribune in de magische ‘Populierencirkel’ van het Bossche Zuiderpark vond het allemaal te lang duren en te plat. Zij gingen door naar de bitterballen. Ook dat kan dus, op een festival.
Er waren ook een paar weglopers bij ‘Maria, Maria, Maria’ van de Veenfabriek. Dat prachtige concert, gewijd aan de moeder aller moeders in een paar wereldgodsdiensten, wist de aandacht echter beter vast te houden, dankzij de waanzinnige zang- en acteerprestatie van Jakobien Elffers. Op een al even briljante, hallucinante tekst van Joeri Vos neemt ze de volle zaal mee op een reis, kriskras door de geschiedenis en de Middellandse Zee. Het gaat over moederschap, maar ook over zelfstandig opererende zonen, en dat allemaal zonder hoofdletters. De voorstelling is aards en religieus, zonder godsdienstig te worden en daardoor te genieten voor iedereen wiens geest een beetje open staat.
Dappere kinderen en freerunners
Flink onder de indruk was ik deze week van iets wat helemaal geen echte voorstelling was. In een school in Den Bosch-West werkt Guilherme Miotto met ervaren freerunners en kinderen uit de buurt aan een voorstelling, waarbij je als toeschouwer elke dag een dik uur mag komen kijken naar de vorderingen. De freerunners leren van Miotto te bewegen als dansers, en zij leren op hun beurt de kinderen zelfvertrouwen, samenwerking en durf.
Het deed me dromen van mijn eigen kindertijd, waar ik, behept met hoogtevrees die al op de onderste traptree begon, niet de meest dappere was. Wat hier, in die gymzaal in Den Bosch, gebeurde, was magisch. De concentratie, de overgave, de zorg was hartveroverend mooi, en dan heb ik het nog niet eens over de muziek, waarin een Marimba een verwarmende hoofdrol speelt.
Zo kan veiligheid ook
Alles in dit project, getiteld ‘It takes a child to raise a village/Free’ draait om grenzen en veiligheid, maar dan niet op de helikopterende, betuttelende manier waaraan we bij die woorden denken. Hier leren kinderen dat grenzen verlegd kunnen worden, en veiligheid iets is waar je samen voor zorgt.
Dit festival hoeft niet per se meer publiek naar het reguliere theater te trekken, zolang het er maar voor blijft zorgen dat dat reguliere theaterpubliek eens op plekken komt waar ze anders nooit zouden komen.