Over twintig jaar kan ik zeggen dat ik Daniëlle Deddens al een keer heb zien spelen toen ze nog geen wereldster was. Het was op een wat kille zaterdag in juni 2024 op de voorraadzolder van een oude molen in het centrum van Delft. Ik was met een stuk of twintig andere Delftse burgers, die een paar euro hadden neergeteld voor Nora – een POPconcert. De voorstelling duurde krap een half uur en bevatte alles wat haar later zo goed zou maken: een spannende zelfgeschreven soundtrack, een zelfbewuste aanwezigheid en een stem die niet het luide volume nodig had dat musicals vaak zo Celinedionnerig maakt.
Dat is dus het leuke van een festival als Delft Fringe. Ik heb het dit jaar op die kille zaterdag in juni leren kennen en ben blijvend verrast door de kwaliteit van de organisatie, het aanbod en het publiek. In Delft, een stad die ik eigenlijk nog nooit goed van dichtbij had bekeken, loopt een ander publiek rond tussen kleine zaaltjes, microtheaters en expositieruimtes dan in Amsterdam.
Breedtekunst
Delft Fringe is een festival van aanstormend talent dat in genres opereert van cabaret en musical, tot moderne dans en dragparties. Hoge cultuur gaat er een prettig huwelijk aan met breedtekunst, en dat komt ook omdat het zich vaak afspeelt in de huiskamers van gewone Delftenaren.
Nu ja, gewoon? Wie in huis een etage vrij heeft om 20 toeschouwers te kunnen herbergen bij een voorstelling van Haus of 4D, is niet de meest basic minimumlijder, maar er klopt daar wel een goed hart voor amateurkunst. Dat de muziek wegens de buren niet te hard mag, doet wel wat af aan de campy show van Delftse queers die niet in een hokje willen passen, maar het maakt het plezier niet minder. Lager kun je de drempels niet leggen.
Mel Gibson
Dat de nieuwe generatie makers, die in Delft de eerste stappen richting de grote podia zet, zo haar eigen opvattingen heeft over diversiteit, is interessant om te zien. Mijn dag begon namelijk met Jannes Laven die zijn fascinerend androgyne uitstraling inzet in een onderhoudend half uur waarin hij echte mannen een spiegel voorhoudt. Er zitten er een paar in de zaal, die lieten weten graag in groepsverband te bieren en te boeren. De mannelijke obsessie met samen hetero zijn, winden laten en met zijn allen dingen kapot te maken, spiegelt Laven mooi aan de rok van Mel Gibson in Braveheart en zijn eigen wens om in vrouwenkleren zijn vriendin te verrassen.
Mag zulk cabaret het vooral ook moeten hebben van de latere uurtjes en wat lossere kwaliteitsnormen, dat geldt dus niet voor Rite van wat Was, een dansvoorstelling over Greenwashing die ik meemaakte in de expositieruimte van Royal Delft. Na een tocht langs peperduur Delfts Blauw toont Margarida Constantino een bevlogen, zelfs door voelbare woede gedreven danskwartet waarover we vrij mogen associëren. Zien we hier de laatste slierten tropisch regenwoud de strijd verliezen, terwijl ze de mantra blijven herhalen dat het allemaal de schuld is van greenwashing? De voorstelling is krachtig en daardoor zelfs ontroerend.
De artiesten van Delft Fringe spelen steeds weer op andere locaties. Dus speelt Daniëlle Deddens haar eigen gezongen visie op Ibsens 150 jaar oude toneelklassieker ‘Nora, een poppenhuis’ maar twee keer in die molen. Volgende week staat ze in iemands huiskamer. Er zijn vast nog kaarten.